Natuur tussen Maas en Rijn beleven!





Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



    Startpagina.
    Algemene informatie over de Eifel.
    Deelgebieden.
    Natuurreservaten en wandelgebieden.
    Geschiedenis.
    Archeologische plekken.
    Historische plaatsen.
    Water in de Eifel.
    Geologie van de Eifel.
    Oude ambachten.
    Paddenstoelen.
    Heiligen.
    Wildparken.
    Feesten.
    Excursies en lezingen.
    Wandelroutes.

    Kinderwagenwandelingen.
    Links.
    Over ons.
    Contact/Colofon.
    Fotos.
    Alfabetisch register
    Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













    Deelgebieden.

              

              Muldenau.                                                      Nationaalpark Eifel.                                    Rurdal bij Dedenborn.































    Weinfelder- of Totenmaar.

    Het Weinfelder Maar is het jongste Maar van de Maaren bij Daun. Haar tufsteen is te vinden in het oostelijke Schalkenmehrer Maar bovenop een turflaag. Haar uitbraak eindigde rond 8500 voor Christus. De hellingen rondom het meertje zijn begroeid met Brem (Cytisus scoparius) en Meidoorn (Crataegus sp.). Het meertje wordt enkel door neerslag en verdamping gereguleerd. Er is dus geen afvoer via een beek of greppel. Het Maar heeft twee namen. Weinfelder Maar omdat hier vroeger een dorp stond met dezelfde naam en waarvan nu enkele nog een kerk rest. Totenmaar omdat dit dorp in het verleden werd bezocht door de pest.

    Weinfeld.

    Temidden van enkele oude bomen staat de kapel van het voormalige dorpje Weinfeld. Verder resteren nog de kruisen op het kerkhof van dit ondergegane dorp. Het dorp heeft een lange geschiedenis. Rond 1044 werd melding gemaakt van Winvelde, in 1316 van Winevelt en in 1533 van Wyngfeldt. Het voorvoegsel “wyne” is afgeleidt van het gotische woord win of winja en betekent weide of hooiland. Hieruit kan men sluiten dat men hier vroeger vee heeft geweidt. Een andere verklaring zegt dat Weinfeld stamt van gewijde grond en dat er een Romeins heiligdom heeft gestaan die reeds vroeg gekerstend werd. Ook deze verklaring is mogelijk, aangezien gebleken is dat nabij de kerk vroeger een Romeinse nederzetting lag. De Romaanse bouwwijze met zijn massieve toren en kleine ramen, maar ook de harde mortel en de stenen wijzen erop dat de kapel op de fundamenten van een Romeins heiligdom is gebouwd. De parochie Weinfeld was vroeger groot en vormde ook de moederkerk van Schalkenmehren. Het vergane dorp lag vermoedelijk ten oosten van de kerk, het centrum lag waarschijnlijk daar waar tegenwoordig het Mehrener Bildchen, een gedenkkruis, staat.
    Opvallend aan de kerk is de massieve toren. Deze heeft zeer dikke muren welke bij de ingang zelfs nog met zeer dikke steunpilaren zijn verstevigd. In de toren hangen twee klokken die na de Tweede Wereldoorlog werden opgehangen. De oude klokken werden in 1917 omgesmolten tot kanonnen. Het schip is eenvoudig en langgerekt en heeft eveneens dikke muren en kleine raampjes. Het schip is van het koor gescheiden door romaanse rondbogen wier muren net zo dik zijn als de zijmuren. Tot 1803, toen Schalkenmehren een parochie werd, stonden hier de biechtstoel en de kansel. Ook zeer fraai zijn de beide zijaltaren. Het linkse zijaltaar toonde een gotisch Mariabeeld die Jezus na zijn kruisiging beweent. Bovendien doorboren zeven zwaarden haar borst. Dit heiligenbeeld trok vele pelgrims aan waarvan ook de vele gedenkplaten aan de muren van de kerk getuigen. Er zijn zelfs nog zeer recente bij. Het Mariabeeld werd echter gestolen, maar teruggevonden op een rommelmarkt in Düsseldorf. Tegenwoordig staat het daarom in de kerk van Schalkenmehren. Het rechter zijaltaar is gemaakt van hout. Vroeger was dit het hoofdaltaar. Hierop was de wederopstanding van Jezus te zien, om precies te zijn het moment waarop Jezus zich als tuinman bij Maria Magdalena vertoont. Net als de beelden van de Heilige Sebastianus en de Heilige Rochus werd ook dit kunstwerk gestolen. Het is aan de voormalige pastoor Konter te danken dat het kerkje behouden is gebleven. In 1827 werd het vanwege bouwvalligheid gesloten, maar hij zorgde voor een inzamelingsactie waardoor de kerk gerestaureerd kon worden. Hij deed dit onder meer door wandelaars, vaak verliefde paartjes, die hun namen in de toren hadden achtergelaten, te schrijven en om een gift te vragen. In 1875 begon men met de restauratie van de kerk. In de herfst van 1887 werd de kerk ingewijdt met een heilige mis. Pastoor Konter stierf in 1891 en werd in de gewijde grond rondom zijn geliefde kerkje begraven.