Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Kornelimünster



Vlakbij Aken ligt het historische plaatsje Kornelimünster dat sinds 1972 ook deel uitmaakt van de gemeente Aken. Het ligt in het dal van de Inde omgeven door Walheim, Venwegen, Breinig, Dorf en Brand. Midden in het plaatsje ligt de centrale markt met fraaie burgerlijke woningen uit de 17e en 18e eeuw. Opvallend is de gesloten bouwwijze met de smalle huizen met merendeels spitse gevels. Het bouwmateriaal is een bruinachtige Devonische breuksteen en de zogenaamde Blauwsteen, een kolenkalksteen. Hier en daar is het gebruik van vakwerk waar te nemen. De huizen zijn vaak met leien gedekt. De eerste verdieping van de huizen ligt vaak hoger dan het straatniveau en dikwijls hebben de huizen kelders. Hier werd onder meer de wijn die op de Burgberg groeide opgeslagen. Katrollen laten zien dat vroeger ook in de opslagruimtes op de zolders waren werden opgeslagen. Erkers en tralievensters verfraaien de aanblik van het plein. Het stedelijke uiterlijk van het plaatsje gaat terug op de tijd dat Kornelimünster pelgrimsoord en toeristenoord was. De bouwwerken zijn nog goed bewaard doordat het plaatsje tijdens de laatste oorlogen gespaard bleef.

Geschiedenis van Kornelimünster.

Kornelimünster dankt zijn ontstaan aan de voorde die hier vroeger in de Inde lag. Al voor de Keltische tijd lag hier een nederzetting die Varnenum heette. Op deze plek kruisten twee Romeinse heerwegen, die van Aken naar Trier en die van Keulen via Jülich naar Dinant de Inde. In de Romeinse tijd lag hier een kleine nederzetting en een heiligdom. Deze werden in 260 na Christus verlaten.
Pas in de 9e eeuw zijn er nieuwe meldingen van bewoning. De Benedictijnerabdij van Kornelimünster werd in 813/814 gesticht door Lodewijk de Vrome (778-840), een zoon van Karel de Grote. Toen hij nog koning van Aquitanië, een gebied in het zuidwesten van Frankrijk, was had hij Benedictus leren kennen.
Benedictus was een voorname Westgoot uit het geslacht van de graven van Maguelone en heette oorspronkelijk Witiza. Hij was in 745 in Aniane in Zuid-Frankrijk geboren. Na zijn opleiding aan het hof van Pepijn en een officiersloopbaan bekeerde hij zich tot het Christendom en trad in 773 in het Klooster St. Seine nabij Dijon in een Benedictijnerorde in. Hij nam de naam Benedictus aan. Hij stichtte in zijn moederstad Aniane een reformatieklooster waarin hij samen met 300 monniken een streng kloosterbestaan leefde dat gebaseerd was op de regels van de Heilige Benedictus van Nursia. Nursia is het heilige Norcia in Midden-Italie. Daarna stichtte hij ook andere kloosters in Zuid-Frankrijk. Een beeld van Benedictus van Aniane is nog te zien aan de zijkant van de kerk.
Na de dood van Karel de Grote in 814 nodigde Lodewijk de Vrome St. Benedictus uit aan zijn hof. Hij wilde met zijn hulp het Frankische kloosterleven veranderen door in alle kloosters de regel van de Heilige Benedictus van Nursia in te voeren. Door het stichten van het klooster Inda kon hij een eerste voorbeeldklooster voor zijn reformatie-ideeën stichten. De eerste steen van dit klooster „Monasterium Sancti Salvatoris ad Indam“ werd in 817 gelegd. Benedictus van Aniane werd de eerste abt en tijdens een synode in hetzelfde jaar ook rijksabt. De kerk werd toegewijd aan Sint-Salvator. Het klooster kreeg 30 monniken en een grondstuk van 300 bij 300 Karolingische voet, d.w.z. 100 bij 100 meter. Dit kwam overeen met de plattegrond van het klooster van St. Gallen die ook aan de hofschool van Karel de Grote was ontstaan en in 1604 in de Kloosterbibliotheek van St. Gallen was teruggevonden. De abdij kreeg ook landerijen, het tegenwoordige Münsterländchen. Omdat het nieuwe klooster slechts op 2 uur gaans van Aken lag, had Lodewijk de Vrome de hoop zich hier regelmatig terug te kunnen trekken in de stilte van het klooster. Ook wilde hij hier begraven worden, samen met zijn vrouw Irmgard. Hiertoe liet hij in de westelijke kerk een dubbel graf aanleggen. Op wens van zijn halfbroer, Aartsbisschop Drogo van Metz, werd hij echter in Metz bijgezet. Benedictus van Aniane stierf op 11 februari 821 en werd op wens van de keizer in een stenen kist in Inda begraven. Zijn graf is echter nooit teruggevonden.
Uit de Paltskapel in Aken haalde Lodewijk de Vrome de lendendoek van Jezus (Linteum Domini), een grafdoek van Jezus (Sindon Mundi) en een zweetdoek van Jezus (Sudarium Domini). Hierdoor werd Kornelimünster al snel bedevaartsplaats.
Dit werd nog versterkt door de aanschaf van de relieken van Sint-Cornelius, een heilige die met name werd aangeroepen bij epilepsie, maar ook door de boeren bij veeziektes te hulp werd geroepen. In 881 werd de eerste kerk door de Noormannen verwoest en in 892 werd ook de herbouw vernield. Onder de heerschappij van Keizer Otto III volgde de herbouw. Ook bevestigde hij de immuniteit van het klooster welke reeds uit 821 stamde. Otto III vernieuwde het munt- en marktrecht dat zijn vader al aan het klooster had verleend. Daarna werd eerst in Romaanse, later in Gotische stijl, een drieschepige basilika gesticht. Vrijgevige schenkingen leiden tot welvaart, aanzien en macht. Dit duurde tot de 13e eeuw, maar daarna ging het economisch bergafwaarts, hetgeen leidde tot gedwongen verkoop van bezittingen. In 1310 verwoesten Akense burgers de abdij. Een groot deel van het archief verbrandde hierbij. Met de geldboete die werd opgelegd kon men de kerk en het klooster herbouwen. In de 14e, 15e en 16e eeuw werden zijschepen aangebouwd, deze ontstonden onder de architecten Heribert von Lülsdorf en Heinrich von Binsfeld. Men had namelijk niet genoeg ruimte om de groeiende stroom pelgrims onder te brengen. Door de toenemende belangstelling van pelgrims verloor het klooster wel aan geestelijke betekenis, hoewel het ooit als voorbeeldklooster was gebouwd. Hierin veranderde de welvaart uit de 18e eeuw niets. Toen werd gewerkt aan de nieuwbouw van het klooster, aan vergrotingen aan het gebouw en aan de barokisering van de kerk. In 1706 werd de Corneliuskapel door Rüttger Stephan von Neuhoff-Ley gebouwd.

Sint-Corneliuskerk.

De vroegere kloosterkerk is nu veranderd in een parochiekerk. De kerk is een drieschepige kerk waarin het redelijk donker is. In de kerk is een barok altaar en een barok orgel van J.J. Couven te vinden. Heel fraai is ook het koorgestoelte op het altaar. Dit is gemaakt in houtsnijwerk. Op de pijlers zijn enkele fresco ´s te zien met een heilige met staf en een heilige die een duivel aan zijn voeten heeft. Voor in de kerk zijn twee doorgangen waarboven de beelden van Petrus en Paulus te zien zijn. Ook staat er een zandstenen beeld van Sint-Cornelius met op de pilaar ook kleine afbeeldingen van heiligen en pelgrims.


Abdij.

Het huidige abdijcomplex bestaat uit vijf vleugels met twee binnenplaatsen. Voor de abdij ligt een enorme voorhof met middeleeuwse bebouwing en de zogenaamde immuniteitsmuur. De oude poort is gebouwd in laatgotische stijl.
Bij de abdij behoort ook een barok slot, dit was de voormalige residentie van de abt. Na de Tweede Wereldoorlog werd de regering van Nordrhein-Westfalen eigenaar van de voormalige abdij. Tegenwoordig bevindt zich in dit gebouw een museum voor moderne kunst uit Nordrhein-Westfalen. Tot in de jaren 1970 was men vooral bezig met het herstellen van de schade die tijdens de Tweede Wereldoorlog was ontstaan. Sinds 1976 is hier een tentoonstelling te zien met moderne kunst uit Nordrhein-Westfalen vanaf 1945. Vanaf het begin van de jaren 1990 werd het hele complex gerenoveerd. Vanaf 1950 zat het archief van het Duitse leger hier, maar die vertrokken in 2006 en sinds juni 2006 is een deel van de RWTH, de Akense technische universiteit, hier gevestigd.

Marktplein.

Midden in Kornelimünster ligt de Benedictusplatz. Een fraai plein dat omgeven wordt door vele historische panden. Het plein is bestraat met kinderkopjes die onder meer uit basalt uit Mendig in de Vulkaaneifel bestaan. Er liggen allerlei cafeetjes rondom het plein waarvan het leukste zeker Cafe Napoleon is. Dit is gevestigd in een pand dat aan de ene kant uit blauwsteen, aan de andere kant uit vakwerk bestaat. Het is een echt ouderwets bruin cafe met binnenin een heel laag zaaltje waarin ouderwets behang hangt.
Langs de doorgaande weg is een heerlijk ijszaak te vinden die een grote variatie aan ijs verkoopt.