Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Sint-Cornelius.

               

Tussen 840 en 877 verkreeg het „Monasterium Sancti Salvatoris ad Indam“ de relikwieën van Sint-Cornelius. Dit was een bisschop die tussen 251 en 253 de marteldood stierf. Aan deze heilige dankt het plaatsje ook haar naam. In 1082 werd het klooster "Inda" namelijk ook "Monasterium Sanctii Cornelii" genoemd. De relikwieën waren een stuk van de arm van de heilige, zijn hoorn en een borstbeeld. De relikwiehouder de schedel van Sint-Cornelius ontstond uit 1360 en is gemaakt uit zilver dat ten dele ook verguld is. Het hoofd van de heilige is gekroond door een Tiara, deze pauselijke kroon is versierd met edelstenen, parels en bloemen. Een kinderhoofd op een emailondergrond dient als borstsieraad. De rechter arm van de heilige is gevat in een glazen kistje dat in de 18e eeuw werd gemaakt en zo van alle kanten te bekijken. Dit kistje lijkt als twee druppels water op het relikwie met de arm van de Heilige Cyprianus die ook in het bezit van de abdij is. De beide heiligen verschijnen sowieso opvallend vaak samen. Zieke pelgrims dronken het gewijde water uit de hoorn, het symbool van Paus Cornelius. Het is de hoorn van een Waterbuffel (Bubalus bubalis) die in de 10e eeuw uit de abdij van Stavelot hierheen kwam. De hoorn is gevat in gegraveerd zilver en rust op twee zilveren klauwen. Tussen de klauwen en een medaillon met een relikwie bevindt zich een gegraveerde afbeelding van Sint-Cornelius. Het zilverwerk stamt waarschijnlijk uit de 15e of 16e eeuw. Hoorns werden op meerdere plekken als relikwie gebruikt. Men zag deze hoorns aan voor de klauwen van legendarische griffioenen. Deze verklaring dook voor het eerst op in een Heiligdomsvaartboekje uit 1790, waarin men zei dat Sint-Cornelius de klauw van een griffioen had gekregen uit dankbaarheid en dat de heilige hem als drinkbeker zou hebben gebruikt.
De tekst luidt: “Von diesem Horn ist zu merken, daß es eigentlich eine Klaue des Vogels, genannt Greif, seye, welche dieser Vogel für schuldige Dankbarkeit für die Wohlthat der Erledigung von der fallenden Seuche (so selbige durch das Gebet des Hl. Cornelius und von ihm gemachten Kreuzzeichen erhalten), zu den Füßen des Hl. Cornelius ab und niedergelegt, welche Klaue fortan von dem Hl. Cornelius zu einem ordentlichen Trinkgeschirr gebraucht, woher dann auch kommt, daß dieser Hl. Papst noch in unsern Zeiten mit der Klaue eines Vogel Greif, so gleichsam die Gestalt eines Hornes hat, abgebildet wird".
De relikwieën van de Sint-Cornelius uit Compiègne kwamen niet zomaar naar het plaatsje. De belangstelling voor de oorspronkelijke doeken die aan Jezus hadden toebehoord namen af en dat betekende een afname van het aantal pelgrims. In deze periode van veeziektes zorgde een heilige met het Latijnse woord „Cornu“ in zijn naam voor een nieuwe stroom pelgrims. Deze dachten namelijk hun vee, meestal koeien (met hoorns) te kunnen beschermen door in Kornelimünster derdegraads relikwieën -voorwerpen die in aanraking waren geweest met resten van de heilige- te kopen en deze in hun stallen te hangen. In de meeste gevallen werd Sint-Cornelius echter aangeroepen bij epilepsie en zenuwziektes, vandaar dat hij ook zo strak kijkt. Nog steeds wordt jaarlijks, te beginnen op de eerste zondag na 14 september, een Corneli-octaaf gehouden. Dit is een periode van acht dagen (octo= acht) waarin speciale aandacht is voor Sint-Cornelius. De pelgrims kunnen dan een Corneliusbroodje krijgen. Dit is een wit broodje dat zonder zout wordt gebakken en teruggaat op het gebruik dat zieke pelgrims een hoeveelheid tarwe ter hoogte van hun eigen lichaamsgewicht meebrachten als offer aan Sint-Cornelius. Van deze tarwe werd weer brood gebakken dat gratis aan de pelgrims ter beschikking werd gesteld. Het gebruik van het tarweoffer bleef overigens tot in het begin van de 20e eeuw behouden. In 2014 wordt in Aken ook weer de 7-jaarlijkse Heiligdomsvaart gehouden, deze wordt gecombineerd met de heiligdomsvaart in Kornelimünster.
In de voormalige abdijkerk staat een stenen beeld van Sint-Cornelius. Dit is rond 1460 onder Abt Heribert von Lülsdorf gemaakt door de Keulse bouwmeester Konrad Kuyn von der Hallen (gestorven in 1469). In zijn rechterhand houdt Sint-Cornelius de pauselijke staf met het drievoudig kruis, in de linkerhand een hoorn. De abt is als knielende stichter op de sokkel van het beeld afgebeeld. Op de sokkel aan de voet van de stichter zijn ook een mannelijke en een vrouwelijke pelgrim afgebeeld. Ze zijn te herkennen aan hun attributen, de pelgrimsbuidel, de pelgrimsfles en de op de schouder hangende pelgrimshoed. Dit bewijst wederom dat Sint-Cornelius ook al in de Late Middeleeuwen doel van vele bedevaarten was.

Ook in Borgharen, onder de rook van Maastricht, wordt Sint-Cornelius vereerd. De Haardergank, de processie naar deze heilige, is hier ook al vanaf 1773 bekend. Rond de feestdag van Sint-Cornelius wordt de Sint-Martinuskerk in Borgharen druk bezocht door allerlei pelgrims.