Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Steenkolenmijn "Gouley".

          

Steenkolenmijn Gouley, rond 1599 al als Gute Ley (goede rots) genoemd, was een van de oudste mijnen in het steenkolenbekken van de Worm. In 1807 werd een nieuwe concessie onder de naam Gouley aangevraagd. In 1817 werd de mijn gekocht door de Luikse fabrikant Gerard Demet, daarom heette ze ook wel "welsche Kull" (Waalse mijn). Hij moderniseerde de mijn en liet de „Roßkunst“, waarbij het mijnwater werd afgevoerd via een rosmolen, vervangen door een stoommachine. Ook groef hij de bestaande schachten dieper uit. Daardoor kwam er meer productie en stond rond 1843 met 50.000 ton steenkool per jaar aan de top van de mijnen in het Wormdal. Door de dieper schacht kwamen bij binnendringen van mijnwater in 1834 63 mijnwerkers om het leven.
In 1858 nam de Vereinigungsgesellschaft für Steinkohlenbergbau im Wurmrevier de mijn over. In 1860 werd een nieuw ketelhuis gebouwd, in 1875 werd de mijn zelfs aangesloten op het spoorwegennet vanaf het station van Würselen naar Aken. Deze spoorweg was gebouwd met behulp van de mijnbouwmaatschappij. In 1892 werd de spoorlijn Würselen- Kohlscheid door de Preußische Staatseisenbahn aangelegd en kon men de steenkool van de mijn Gouley naar de briketfabriek in Kohlscheid vervoeren. Na het afdiepen van de Von- Görschenschacht, een dubbele schacht, in 1899, ontwikkelde de mijn na overname door de Eschweiler Bergwerksverein in 1907 zich tot een groot bedrijf dat voor de Eerste Wereldoorlog ruim 2000 arbeiders in dienst had. Na de Eerste Wereldoorlog moest men de winning van steenkool een tijdlang stoppen omdat het gebied rondom Aken bezet was door Duitse en Franse troepen. In de Tweede Wereldoorlog werden er zelfs dwangarbeiders te werk gesteld. De bovengrondse gebouwen werden tijdens de gevechten rondom Aken zwaar beschadigd en dit zorgde ondergronds ook regelmatig voor stroomuitval. Deze kon alleen in stand worden gehouden door één enkele stroomkabel uit de nabij gelegen mijn Laurweg.
In 1950-1951 werd de mijn Gouley ondergronds met de mijn Laurweg verbonden en vanaf toen werd er samengewerkt. Dat kon ook omdat in beide mijnen met name antraciet en magere steenkool voor huishoudelijk gebruik werd gewonnen. Om deze reden was de enige briketfabriek in het steenkoolbekken nabij de mijn Laurweg te vinden. In de mijn werden 6 steenkoollagen met een gemiddelde dikte van 106 centimeter afgegraven.
Bovendien waren de installaties van de Laurwegmijn grotendeels verouderd. Tot 1955 haalde men nog steenkool in de mijn Laurweg naar boven en daarna alleen nog via de schacht van de Gouley. Om de grote hoeveelheden steenkool te kunnen verwerken, werd de kolenwasserij en het laadstation vergroot. Tot 1960 werd Laurweg nog gebruikt voor het afdalen van mijnwerkers en materiaal, daarna daalden alle arbeiders via de Gouleyschacht af. Hiervoor moest ook een nieuw wasgebouw gemaakt worden. In 1960 werd ook de nieuwe, 70 meter hoge, betonnen schacht boven de Von Goerschenschacht in gebruik genomen. Deze werd op poten gebouwd om tijdens de bouw de oude schacht ook te kunnen blijven gebruiken. Het opvallende gebouw torende als een baken boven het dal van de Worm uit.
De dalende vraag naar kolen door de overgang van het stoken van steenkool naar het gebruik van olie en gas voor de verwarming van de huizen leidde tot afzetproblemen. Toch werd in 1964 een nieuwe verdieping op 850 meter diepte begonnen en werd de schacht verder afgediept. Toch werd de hoeveelheid gewonnen kolen vanaf 1967 steeds verder terug geschroefd.
Op 31 maart 1969 werd de mijn Gouley gesloten. Het was de laatste nog in gebruik zijnde mijn in het Wormdal. De schachten en andere gebouwen werden wel nog enkele jaren gebruikt om het water weg te pompen zodat de Nederlandse mijnen niet onderliepen. Sporen van de mijn Gouley zijn er nauwelijks nog. In 1987 werd het mijngebouw gesloopt en de schacht werd op 4 augustus 1994 gesloopt. Alleen de steenberg ligt er nog, deze maakt deel uit van het natuurreservaat Wurmtal. Ook de Gouleystraße en het Gouleypark in Würselen herinneren tegenwoordig nog aan de mijn.