Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













NSG Wurmtal ten zuiden van Herzogenrath.

     

Onder bescherming sinds: 18 juni 1953 (Natura 2000-gebied sinds juni 1998).

Oppervlakte: 437 hectare.

Ligging: Kreis Aken, Gemeentes Aken, Würselen en Herzogenrath.

Hoogteligging: 100-170 meter boven N.N.

Algemeen.

     

Het Wormdal tussen Aken en Herzogenrath maakt deel uit van een langgerekte lössgordel die zich uitstrekt langs de noordrand van de Europese middelgebergten. In Duitsland heet deze gordel ook wel de Börde en het Wormdal ligt in de Jülicher Börde. Deze streek heeft een vruchtbare bodem waardoor deze streek sterk in cultuur gebracht is en er veel industrie te vinden is. Bovenaan op de plateau ´s boven het dal vindt intensieve akkerbouw plaats. Hier is nog maar weinig natuur over. Daarom is het ook van belang dat de natuur in het Wormdal zelf beschermd wordt. De aan het Wormdal grenzende gemeenten Herzogenrath, Alsdorf en Würselen behoren met 1200 inwoners per km2 tot de dichtstbevolkte gebieden van Duitsland. Op sommige plekken is de bebouwing doorgedrongen tot de uiterste plateaurand. Daarnaast is het gebied ook aangewezen als natuurreservaat omdat het Wormdal het grootste gebied met een natuurlijke rivierloop in Noordrijn-Westfalen en zelfs in heel noordelijk Duitsland is. De beek is niet rechtgetrokken en (bijna) nergens is de loop vastgelegd door middel van beschoeiingen. Bijna alle biotopen die voorkomen in beekdalen zijn hier te vinden. Hierbij moet men onder meer denken aan ooibosrestanten, broekbossen, natte hooilanden, bronbeekjes en bronweiden. De Worm stroomt hier door het natuurreservaat „ Wurmtal südlich von Herzogenrath“, dat sinds juni 1998 ook een Natura 2000 gebied is. Het is 437 hectare groot.
Het Wormdal is een oase voor wandelaars, per jaar wordt het gebied door circa 100.000 mensen bezocht voor natuurwandelingen, nordic walking, fietstochten en paardrijden. In het dal liggen onder meer bij Teuterhof maneges. Op diverse plekken liggen cafés of restaurants in het dal, waaronder bij Teuterhof, in de Alte Mühle en bij Burg Wilhelmstein. Beeldbepalend is het riviertje dat zich met brede meanders over een afstand van hemelbreed 6 kilometer zich tot 60 meter diep in het landschap heeft ingesneden. De beek zelf heeft hier overigens een lengte van 11 kilometer.
Tussen Wolfsfurth in het zuiden en Herzogenrath in het noorden daalt de rivier van 133 naar 103 meter. Er is dus een behoorlijk verval te constateren. Op enkele plekken is het dal ruim een kilometer breed, zoals bij Strass, maar elders nog maar enkele honderden meters. De brede dalbodem is ontstaan door het meanderen van de Worm. Deze meanders zijn nog goed te zien tussen Wolfsfuhrt en Adamsmühle.
Helemaal in het zuiden van het Wormdal, nabij Wolfsfuhrt ligt het Paulinenwäldchen, met daarin de Blauer Stein. Deze steen is opgericht ter ere van Pauline Bonaparte, de zus van Napoleon die met haar moeder regelmatig de warme baden in Aken bezocht. Vaak ging ze daarna wandelen in de bossen aan de rand van het Wormdal. Daarom werd het bosje hier ook het Paulinenwäldchen genoemd.

Geologie.

      

De Worm is een rivier die nog een grotendeels natuurlijk karakter draagt. Ze heeft nog volop kans om te meanderen waarbij tot twee meter hoge steilwanden kunnen ontstaan. Op andere plekken ontstaan daardoor weer zandstrandjes of grindbanken. Tussen de Adamsmühle en Wolfsfurth zijn aan de oppervlakte de afdrukken van golfribbels te zien, deze laten duidelijk zien dat hier vroeger een zee is geweest. Deze ribbels zijn gevormd in Boven- Carbonische zandsteen (300 miljoen jaar oud). De bodems in het dal bestaan op de dalbodem uit voedselrijke leembodems en hier en daar venige bodems op natte kleilenzen waar veel kwelwater omhoog komt. Op de hellingen komt het Carbonische gesteente aan de oppervlakte. Hier en daar komen kleine laagjes steenkool tevoorschijn. Deze laagjes werden vroeger afgegraven door de lokale bevolking. In de periode na het Carboon werd het gebied langzaam land en was tijdens het Perm vasteland. In de loop der miljoenen jaren werd het steeds weer met zee overdekt. In de Krijtperiode (100 tot 165 miljoen jaar geleden) werd er een laag kalksteen afgezet die nu nog te vinden is op de Lousberg. In het Tertiair (65 tot 2,5 miljoen jaar geleden) ontstond er wederom een zee waarvan de kust vlakbij Aken liep. Hier lag weer een deltagebied waar de dichte bossen steeds weer met sedimenten werden bedekt. Deze werden luchtdicht afgesloten en verwerden langzaam tot bruinkool. In Bardenberg-Pley en in Merkstein. Aan de kust van deze Tertiaire zee werd ook veel wit kwartzand afgezet dat in Bardenberg-Pley en in de Nievelsteiner zandgroeves in Merkstein wordt afgegraven. Dit zand wordt in verharde delen als zandsteen afgegraven en is circa 45 miljoen jaar oud.

Flora.

     

Het Wormdal is een diep ingesneden dal waarvan de vaak steile dalhellingen met fraaie loofbossen zijn bedekt. Slechts hier en daar is naaldbos, meestal in de vorm van Fijnsparren (Picea abies) aangeplant. Er bestaat een afwisseling tussen de zonnige zuidhellingen en de schaduwrijke noordhellingen met elk een eigen karakter. De bossen bestaan uit onder meer Haagbeuk (Carpinus betulus), Wintereik (Quercus robur), Beuk (Fagus sylvatica), Ruwe berk (Betula pendula) en Zoete kers (Prunus avium). Er is nooit commerciële bosbouw bedreven in de hellingbossen, waar opvallend veel Zoete kers (Prunus avium) in het voorjaar de hellingen met zijn bloesem wit kleurt. Het hout van deze boom werd gebruikt in de traditionele mijnbouw voor het vervaardigen van waterpompen en leidingen. Verder werd er ook veel hakhout gekapt. Dit is nog te zien in de haagbeukenbossen waar de bomen vaak meerdere stammen vormen. In de ondergroei van de haagbeukenbossen op een ondergrond van leisteen groeit veel Grote veldbies (Luzula sylvatica), Mannetjesereprijs (Veronica officinalis), Valse salie (Teucrium scorodonium) en Kamperfoelie (Lonicera peryclymenum). Op vochtigere plekken met ietwat meer humus groeit ook Bosanemoon (Anemone nemorosa), Witte klaverzuring (Oxalis acetosella), Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) en Bosandoorn (Stachys sylvatica).
Opvallend zijn de Bosranken (Clematis vitalba) die met hun lianen de bossen soms een oerwoudachtig karakter verlenen. Elders vinden we mooie vochtige bossen met Stijve naaldvaren (Polystychum aculeatum) en Tongvaren (Phylitis scolopendrion). Bij Knopp is ook een mooi oud bosbestand bewaart gebleven. Namen als Klinkheide, Forstheide en Steinbusch duiden erop dat het bos vaak ten prooi gevallen is aan menselijk gebruik. Maar ook de niet beboste hellingen zijn interessant vanwege hun soortenrijke flora. Hier vinden we vaak graslanden op zure grond die gekenmerkt worden door onder meer Schapenzuring (Rumex acetosella) en Brem (Cytisus scoparius). Vele andere graslanden worden langzaam geëxtensiveerd, zodat er meer kansen komen voor een meer natuurlijke vegetatie.
Verder liggen er struikvegetaties met diverse soorten wilde rozen (Rosa sp.), Meidoorn (Crataegus sp.), Brem (Cytisus scoparius) en Sleedoorn (Prunus spinosa). Op de dalbodem liggen op diverse plekken in het dal fraaie moerassige vegetaties waar in het voorjaar Dotterbloem (Caltha palustris) bloeit. In een moerasje bloeien zelfs Brede orchissen (Dactylorhiza majalis). In de zomer groeien hier onder meer Moerasspirea (Filipendula ulmaria), Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) en Gele lis (Iris pseudacoris). Door het versnipperde grondbezit in het Wormdal is het nooit gelukt om alle gebieden zo te draineren dat alles droog werd en zijn gelukkig nog vele fraaie vochtige weilanden behouden. Hier bloeien in het voorjaar vele Pinksterbloemen (Cardamine pratensis). Direct langs de oever op de steile wanden groeit vaak Helmkruid (Scrophularia sp.) en hier en daar groeien er ook Zwarte elzen (Alnus glutinosa) en Schietwilgen (Salix alba). Ook vinden we er mooie zachthoutooibossen met Zwarte els (Alnus glutinosa) en Schietwilgen (Salix alba). Langs het water groeit een hoge kruidenvegetatie met Moerasspirea (Filipendula ulmaria), Gewone wederik (Lysimachia vulgaris) en Echte koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi).


Fauna.

In het Wormdal is in enkele oude eikenbossen nog het Vliegend hert (Lucanus cervus) te vinden. Ook leven er diverse soorten spechten, waaronder de Grote bonte specht (Dendrocopos major) en Groene specht (Picus viridis).
Opvallend zijn de vele meanders in het Wormdal, waardoor de rivier ten dele tussen 2 meter hoge oevers instroomt. Dit meanderende karakter biedt geschikte broedmogelijkheden voor onder meer de Ijsvogel (Alcedo atthis). Ook schijnt de Waterspreeuw (Cinclus cinclus) af en toe in het Wormdal te broeden. In de oude meanders leven allerlei soorten amfibieën waaronder Kleine watersalamander (Triturus vulgaris), Kamsalamander (Triturus cristatus), Alpenwatersalamander (Triturus alpestris) en Vinpootsalamander (Triturus helveticus). Ook vinden hier Wintertalingen (Anas crecca) ideale leefgebieden in deze ondiepe, vaak beschut gelegen wateren. Met name ’s winters zijn deze kleine eendjes hier vaak te vinden. In dicht struweel langs de rivier kan men op warme zomeravonden de Nachtegaal (Luscinia megarhynchos) horen. In het zuidelijke Wormdal zijn ook nog enkele populaties van de Ringslang (Natrix natrix ssp. helvetica) te vinden, deze zijn mogelijk ontstaan uit terrariumexemplaren. Langs de bosranden zijn Hazelwormen (Anguis fragilis) en Levendbarende hagedissen (Lacerta vivipara) te vinden. In rustige moerassige delen leeft de schuwe Waterral (Rallus aquaticus). Deze bruine vogel is bijna nooit te zien, maar verraadt zijn aanwezigheid door zijn varkensachtige geluid.


     

In stille bossen en kreupelhout verschuilen zich overdag Reeën (Capreolus capreolus) om tegen de schemering weer tevoorschijn te komen. Verder leven er Hazen (Lepus europaeus). Op een plekje heeft zelfs de Bever (Castor fiber) een geschikt leefgebied gevonden.
In het vroege voorjaar leven in het dal allerlei soorten dagvlinders in grote aantallen. Hier leven onder meer Dagpauwoog (Inachis io), Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) en Atalanta (Vanessa atalanta). In vochtige weilanden met Pinksterbloem (Cardamine pratensis) leeft het Oranjetipje (Anthocharis cardamines).
In open weidegebieden met veel struikgewas wordt af en toe de zeldzame Grauwe klauwier (Lanius collurio) gezien. Deze vogel legt voedselvoorraden aan door kleine prooien zoals sprinkhanen, bijen, kevers, maar ook muizen, jonge vogels en hagedissen op doornige struiken op te spiesen en zo te bewaren voor slechtere periodes. Op de steenberg leeft de Boomleeuwerik (Lullula arborea).
De Entenweiher (eendenpoel) bij Pley ontstond in het midden van de jaren '30 door bodemverzakkingen. In de beginjaren was het een vrijwel natuurlijk meer met een brede kraag met veel Riet (Phragmites austrialis). Nu is het een visvijver met rechte oevers geworden. Hier is vaak de Aalscholver (Phalacrocorax carbo) en de IJsvogel (Alcedo atthis) zien.

Onderweg in het gebied.

Het gebied is ontsloten door een uitgebreid netwerk van wandelpaden. Goede startpunten zijn de Paulinenwäldchen, Teuterhof, de Alte Mühle tussen Bardenberg en Kohlscheid, Burg Wilhelmstein en de Waldfriedhof in Herzogenrath. Vaak is het gemakkelijk om aan een kant van de rivier heen en aan de andere kant terug te lopen. In de Natuurgids, een uitgave van IVN Limburg, hebben wij in in de editie 2004-4 ook een 17 kilometer lange wandeling door dit gebied beschreven. U kunt deze routebeschrijving hier bekijken.

Tijd.

Een bezoek aan het Wormdal is het hele jaar door interessant. Je kunt er met gemak een hele dag verbrengen, maar het leent zich ook uitstekend voor een korte wandeling.