NSG Hundsrück (Gillesbachtal) . Voorjaarsaspect met Mannetjesorchis (Orchis mascula) en Echte sleutelbloem (Primula veris). Ligging: Kreis Euskirchen, gemeente Kall, nabij Marmagen. Onder bescherming sinds: 1984 Oppervlakte: 7,83 hectare. Hoogteligging: 465-510 meter boven NN. Algemeen. Het natuurreservaat bestaat uit een uitgestrekt kalkgraslandcomplex op de hellingen van het dal van de Gillesbach met hierin zowel vochtige als droge delen. Tussen de graslanden liggen kleine bosschages en heggen met diverse soorten bijzondere planten. Geologie. Het gebied maakt deel uit van de Sötenicher Kalkmulde. Flora.            Vliegenorchis (Ophrys insectifera). Mannetjesorchis (Orchis mascula). Bijenorchis (Ophrys apifera). De kalkhellingen van het gebied zijn begroeid met een soortenrijk kalkgrasland waarin in het voorjaar, omstreeks begin april, duizenden exemplaren van het Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris) bloeien. Tussen eind mei en eind juni vinden we hier een keur aan kalkgraslandplanten, waaronder diverse soorten orchideeën, zoals Vliegenorchis (Ophrys insectifera), Bijenorchis (Ophrys apifera), Welriekende muggenorchis (Platanthera bifolia), Mannetjesorchis (Orchis mascula) en Grote muggenorchis (Gymnadenia conopsea). Verder vinden we hier onder meer Bergklaver (Trifolium montanum), Knolsteenbreek (Saxifraga granulata), Rozenkransje (Antennaria dioica), Wondklaver (Anthyllis vulneraria), Kluwenklokje (Campanula glomerata), Aarddistel (Cirsium acaule), Blauwe kogelbloem (Globularia punctata) en het Zonneroosje (Helianthemum nummularium). Een bijzonderheid is de Grote brunel (Prunella grandiflora). In de bossen groeien Grote keverorchis (Listera ovata), Bosbingelkruid (Mercurialis perennis), Bleek bosvogeltje (Cephalanthera damasomium), Rood peperboompje (Daphne mezereum). In de nazomer bepalen de roze bloemen van Herfsttijloos (Colchicum autumnale) het aanzien van het gebied. Fauna. Het gebied kent een rijke insecten en vogelwereld. Zo vinden we hier onder meer de Steppeparelmoervlinder (Mellicta aurelia), de Aardbeivlinder (Pyrgus malvae), het Bruin dikkopje (Erynnis tages), het Dwergblauwtje (Cupido minimus), het Dambordje (Melanargia galathea), het Hooibeestje (Coenonympha pamphilus), het Klaverblauwtje (Cyaniris semiargus) en de Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia). Een bijzonderheid is de Sleutelbloemvlinder (Hamaeris lucina) die in mei zijn eieren afzet op de bloemen van Echte sleutelbloem (Primula veris). In de heggen langs de randen van het gebied is de Grauwe klauwier (Lanius collurio) aan te treffen. Ook leven er Hazelwormen (Anguis fragilis).                 Dambordje (Melanargia galathea). Grauwe klauwier (Lanius collurio). Steppeparelmoervlinder (Mellicta aurelia). Onderweg in het gebied. Het gebied is slechts door enkele smalle paadjes ontsloten. In verband met de kwetsbaarheid van de vegetatie is het ook raadzaam enkel vanaf deze paden het gebied te bekijken. Een brede wandelweg voert langs de onderkant van het gebied. Tijd. De beste periode om het gebied te bezoeken is het vroege voorjaar, eind maart tot begin april, voor de bloei van het Wildemanskruid. De overige bloemen beginnen hier opvallend laat te bloeien. De beste tijd is dan eind mei tot eind juni. Dan is ook de vlinderfauna op zijn fraaist. Voor een bezoek aan het gebied kunt u één tot meerdere uren uittrekken, al naar gelang de belangstelling van de bezoeker.