Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Geschiedenis van het Wendland.

De eerste bewoningssporen in het dal van de Elbe dateren al uit het Neolithicum. Resten van de fundamenten van huizen van 4.000-3.000 jaar geleden werden langs de oever van de Jeezte bij Hitzacker ontdekt. Ook bij Peevestorf bevond zich een omvangrijke nederzetting van akkerbouwers. Bij Gartow werden stenen bijlen gevonden. Vanaf de Bronstijd groeide de betekenis van de Elbe als handelsroute. Kooplieden en (ruil-)handelaren vestigden zich vooral nabij de mondingen van de zijrivieren. Aan het eind van de Ijzertijd en ten tijde van het Romeinse keizerrijk woonden de Langobarden op de hooggelegen droge randen aan weerszijden van de Elbe. Toen later de tijd van de volksverhuizingen aanbrak, trokken Germaanse stammen naar het gebied. Vanaf de achtste eeuw vestigden zich Slavische stammen (de Wenden) in het bossen- en merengebied ten oorsten van de Elbe. Aan de westkant woonden de Saksen. In die tijd werden op allerlei plaatsen burchten gebouwd. Deze wisselden vaak van eigenaar. Dergelijke burchten bevonden zich bij Klein-Lüben, in Lenzen, in het Elbholz en op de Höhbeck, net als in de dalen van de Seege en de Jeetzel. De Schwedenschanz op de Höhbeck is een zeer oude Slavische nederzetting. Even verderop, bij Vietze, bevindt zich er nog een. Bij Vietze ligt op de Höhbeck ook een fort dat Karel de Grote in 798 zou hebben laten bouwen ter bescherming van de voorde in de Elbe tegen de Slavische stammen. De Höhbeck vormde dus lange tijd een strategisch belangrijk punt in de omgeving.
Tussen 900 en 1100 werd het gebied ten westen van de Elbe ten behoeve van de akkerbouw ontbost.
In 929 werden de Wenden die in het Löcknitzgebied bij Lenzen woonden verslagen door Heinrich von Sachsen. Daarmee brak een periode van kolonisatie en kerstening van het Elbe-gebied aan. Het hoogtepunt hiervan was de ondewerping van Mecklenburg in de 12e eeuw.
Langs de handelsroute van Lüneburg naar Magdeburg ontstonden handelsnederzettingen als Wittenberg, Schnackenburg, Dannenberg en Hitzacker.
In 1160 verzocht Albrecht der Bär aan Hollandse kolonisten om het Elbegebied te bedijken. Resten van deze oude dijken zijn nog hier en daar aanwezig.
Tijdens de 30-jarige oorlog werden vestingsteden gebouwd, waaronder Dömitz dat Mecklenburg moest beschermen. Daarbij ging Dömitz regelmatig in andere handen over.
Vanaf 1842 wordt een begin gemaakt met het bevaarbaarmaken van de Elbe. In 1837 wordt bij Dömitz een spoorbrug voer de Elbe gebouwd. De eerste verkeersbrug volgt echter pas in 1936. Beide bruggen worden echter in 1945 door de Amerikanen verwoest en niet meer herbouwd. Dit hangt natuurlijk ook samen met het feit dat de Elbe tussen 1945 en 1989 de grens tussen Oost- en West-Duitsland vormde. Pas in 1993 kwam de nieuwe verkeersbrug bij Dömitz gereed.