Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Weinfelder Maar.
     

Het Weinfelder Maar is het jongste Maar van de Maare bij Daun. Tufsteen werd in oostelijke, zuidelijke en westelijke richting uitgeworpen. Een tien centimeter dikke laag tufsteen uit het Weinfelder Maar is bovenop een turflaag in het oostelijke Schalkenmehrer Maar te vinden. Deze is hier ongeveer 10.500 jaar geleden afgezet. Op de Mäuseberg ligt het tuf van het Weinfelder Maar bovenop het tuf van het Gemünder Maar. Haar uitbraak eindigde rond 8500 voor Christus.
De hellingen rondom het meertje zijn voor de helft begroeid met loofbossen en voor de andere helft met graslanden waarin onder meer Brem (Cytisus scoparius), Sleedoorn (Prunus spinosa) en Meidoorn (Crataegus sp.) groeien. Deze graslanden worden ´s zomers begraasd door een schaapskudde.
Het zijn ten dele zure graslanden met daarin veel Schapenzuring (Rumex acetosella), Viltganzerik (Potentilla argentea), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor), Pijlbrem (Genista sagitalis), Muizenoortje (Hieracium pilosella), Blaassilene (Silene vulgaris), Kleine bevernel (Pimpinella saxifraga), Knolboterbloem (Ranunculus bulbosus), Overblijvende hardbloem (Scleranthus perennis), Klein tasjeskruid (Teesdelia nudicaulis), Jakobskruiskruid (Senecio jacobaea), Brem (Cytisus scoparius), Torenkruid (Arabis glabra), Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata), Akkerhoornbloem (Cerastium arvense), Kamgras (Cynosurus cristatus) en Knolsteenbreek (Saxifraga granulata).
Aan de westkant van het Maar ligt een rots uit Onder-Devonisch leisteen, de Pilatusrots.
Het gesteente ervan behoort tot de Unterems-laag, vaak worden ze ook Stadfeld-laag genoemd omdat deze fossielenrijke laag nabij Oberstadtfeld ten westen van Daun ook optreedt. Ten noorden van de Pilatusrots ligt een rots die bestaat uit lavaslakken. Het Maar is 575 bij 625 meter groot en heeft een diepte van 67 tot 87 meter:
Het meertje is 51 meter diep, de waterstand ervan wordt enkel door neerslag en verdamping gereguleerd. Er is dus geen afvoer via een beek of greppel. Het is een oligotroof meertje, hetgeen wil zeggen dat er weinig voedingsstoffen, en met name weinig stikstof en fosfor in het water zit. Bovendien is het water helder. In 1984 dreigde eutrofiering van het water door de steeds intensiever wordende visserij die door het uitzetten van steeds meer vissen en het bijvoeren steeds meer voedingsstoffen in het water bracht. De hengelsportvereniging “Vulkaneifel” stemde er in 1985 gelukkig mee in om drie jaar lang geen nieuwe vissen in het meertje uit te zetten. Als men jaarlijks niet meer dan 64 kilo vis uit het meertje haalt, hoeft er geen probleem op te treden. Aangezien iedere visser jaarlijks circa 5 kilo vis vangt, kunnen er jaarlijks maximaal 13 visvergunningen voor het meertje worden afgegeven. Het Maar heeft twee namen, Weinfelder Maar en Totenmaar. Weinfelder Maar omdat hier vroeger een dorp stond met dezelfde naam en waarvan nu enkele nog een kerk rest.