Houtskool, Hammerwerke en houtzagerijen in het dal van de Rur.
Nog niet gecontroleerd januari 2011.
Deze wandelroute langs de Rur leidt ons door het fraaie beekdal met zijn eiken- en ravijnbossen naar het lakenmakersstadje Monschau. Vandaar gaat het verder langs mooie uitzichtpunten naar het dal van de Kluckbach met een houtzaagmolen naar het dorpje Widdau.
Het is een wandeling waar de cultuurliefhebber en de liefhebber van oude ambachten aan zijn trekken komt. Ook voor de echte natuurliefhebber valt er heel wat te beleven. De wandeling voert door stille eikenbossen, langs rotspunten vanwaar je geweldige uitzichten hebt en langs klaterende beekjes en de bij tijd en wijle woest stromende Rur. Neem uw verrekijker mee en ga op zoek naar de Waterspreeuw langs de Rur of naar de Kruisbekken in de toppen van de Fijnsparren. De wandelroute heeft de vorm van een 8 en is dus in twee lussen te lopen. De korte route heeft een lengte van circa 12 km en de totale route een lengte van circa 17 km. De route voert over allerlei types paden, van geasfalteerde wegen, brede boswegen tot smalle, kronkelige paadjes. Goed schoeisel is dus aanbevolen.
Routebeschrijving met de auto.
We bereiken het startpunt via de autoweg Heerlen- Aken. Op het knooppunt Aachener Kreuz houden we rechts aan en rijden in de richting van Luik (Lüttich). We nemen de tweede afslag (Lichtenbusch) en gaan onderaan bij de stoplichten linksaf in de richting van Monschau. Deze weg blijven we volgen tot we niet meer rechtdoor kunnen op de T-splitsing met de B-258. Hier gaan we rechtsaf en bereiken via de Himmelsleiter het dorp Roetgen. Hier blijven we rechtdoor rijden in de richting van Monschau en komen bergop rijdend uit bij het Fringshaus. Hier houden we rechts aan en komen zodoende door een prachtig stuk Belgisch hoogveen. We passeren het veenspoorlijntje en komen uit in Konzen. Als vanzelf gaat Konzen over in Imgenbroich. Bij de rotonde gaan we rechtdoor, komen door een winkelgebied (30-km zone) en passeren de kerk. Net voor het einde van het dorp gaat een vrij onopvallend weggetje (Grünentalstraße) linksaf richting Hammer-Widdau. Dit rijden we in en komen door een woonwijk. Op een T-splitsing gaan we rechtsaf. Al snel bevinden we ons in het prachtige Monschauer Heckenland en dalen via een steile weg af. We parkeren onze auto op een parkeerplaatsje voor de brug over de Rur.
Wandelroute.
We starten onze wandeling op het kleine parkeerplaatsje langs de Rur. Vanaf hier lopen we de verkeersweg omhoog, dus van de brug over de Rur weg. We negeren een soort inrit die naar de voormalige looimolen Grünenthal voert en lopen verder bergop langs de verkeersweg. Aan onze linkerhand zien we de typerende beukenheggen van het Monschauer land. Deze zijn inmiddels uitgegroeid tot flinke bomen, maar dienden in het verleden als veekering en voor het tegenhouden van de koude wind. We blijven de verkeersweg bergop volgen tot het punt waar het weiland links ophoudt.
Kort daarna gaan we linksaf via een steil dalende bosweg. Deze voert ons door prachtige loofbossen waarin met name Wintereiken (Quercus petraea) staan. Deze zijn hier zeer waarschijnlijk aangeplant om te kunnen beschikken over voldoende eikenschors die in de nabijgelegen molen werd gemalen. In de ondergroei staat onder meer Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides), Gewone salomonszegel (Polygonatum multiflorum) en Echte guldenroede (Solidago virgaurea). Na 400 meter bereiken we de Rur en lopen vlak langs het water verder. Let eens op hoeveel Gewone esdoorns (Acer pseudoplatanus) hier groeien. Ze zijn goed herkenbaar aan hun schors waarvan vaak grote stukken loshangen. Ook komen we door een stuk met veel Essen (Fraxinus excelsior). Deze twee boomsoorten zijn typerend voor de zogenaamde ravijnbossen met schuivend puin op de bodem. Slechts zeer weinig boomsoorten kunnen dit aan. Hier groeit Wilde judaspenning (Lunaria rediviva) met roze, zoet geurende bloemen in mei en ovale zilveren dekvliesjes van de vruchtjes in de winter en Gele dovenetel (Lamium galeobdolon). Ook Gevlekte aronskelk (Arum maculatum) is een typische soort van het open ravijnbos. Deze drie soorten groeien hier vanwege de voedselrijke bodem. Groot springzaad (Impatiens noli-tangere) met gele bloemen met een haakvormige spoor groeit hier vanwege de hoge luchtvochtigheid. Daarop wijzen ook de vele epifytische (op een boom groeiende) mossen en korstmossen. In de bronbeekjes en op kwelplekjes langs het pad groeit Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium). Regelmatig hebben we uitzicht op de Rur en het is zinvol hier uit te kijken naar Waterspreeuwen (Cinclus cinclus) of Grote gele kwikstaarten (Motacilla cinerea) die zich vaak op stenen in het water ophouden. De Waterspreeuw is een goede duiker en zwemmer. Deze bruine vogel met een roestbruine kop en een opvallend wit befje zoekt zijn voedsel onder water. Na ongeveer anderhalve kilometer bereiken we de schuilhut bij de Kluckbachbrücke, een houten brug over de Rur. Hier is de Waterspreeuw regelmatig te zien. We blijven op de rechteroever van de Rur en blijven deze volgen tot we na nog eens 3 kilometer Monschau bereiken. Eerst komen we langs een waterzuivering en een camping langs de Rur, daarna bereiken we Rosenthal, waar enkele oude textielfabrieken te vinden zijn. Hier groeien op de oude muren onder meer Muurvaren (Asplenium ruta-muraria), Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes), Eikvaren (Polypodium vulgare) en Muurleeuwenbekje (Cymbalaria muralis). We lopen Monschau in en in het dorpje blijven we op de rechteroever van de Rur totdat we een stenen brug bij het Aukloster, iets voorbij de moderne parkeergarage, bereiken. Hiertoe moeten we op een dwarsweg naar links tot we even later de stenen brug bereiken, hier steken we de Rur over en aan de overkant van de Rur gaan we via de verkeersweg linksaf en verlaten het dorp weer.
Natuurlijk is het aan te raden om even een kijkje te gaan nemen in het prachtige dorpje, de vakwerkhuizen en kerkjes te bekijken, omhoog te klimmen naar de burcht of een pauze in te lassen op een terras of in een café.
Wanneer we ervoor kiezen om het dorp weer te verlaten, lopen we bergop langs een verkeersweg totdat na ongeveer 300 meter tegenover een verlaten steengroeve een smalle bosweg naar links aftakt. Deze leidt ons op geruime hoogte boven de Rur door bossen waarin veel Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) en Gewone es (Fraxinus excelsior) groeit. In de ondergroei van dit bos groeit veel Wilde judaspenning (Lunaria rediviva), een plant die dankzij zijn maanvormige witte vruchten in het Duits de toepasselijke naam „Silberblatt“ draagt. In mei geurt het hele dal naar zijn zoetig ruikende lichtroze bloemen. Verder groeit er Robertskruid (Geranium robertianum) en Witte klaverzuring (Oxalis acetosella). We negeren een smal voetpad dat rechts de berg op leidt, lopen onderlangs een weiland en steken in een sparrenbos enkele smalle beekjes over. Na ongeveer 800 meter komen we uit op een zijweg, hier moeten we even rechtsaf bergop, negeren een zijpad naar links en gaan tegenover een onduidelijke inrit naar een weiland naar links over een brede bosweg bergop. Zodoende volgen we een bosweg tussen loof-(rechts) en naaldbos (links) door. Aan de rand van een weiland steken we een kruising van boswegen over. Daarna lopen we verder tussen weilanden door. Hier hebben we mooi uitzicht op het dal van de Rur. In de herfst is het hier echt genieten van de herfstkleuren. Het weiland aan onze linkerhand maakt even plaats voor een stuk bos en daarna ligt er wederom een weiland aan onze linkerhand. Daarna steken we een kruispunt met een geasfalteerde weg over en dalen ongeveer 300 meter verderop via een soort haarspeldbocht af in het dal van de Kluckbach. Langs het pad groeit veel Amandelwolfsmelk (Euphorbia amygdaloides). We steken de beek over en lopen linksaf tussen een eenvoudige, houten watermolen en enkele schuilhutten door. Deze watermolen is hier weer opgebouwd in de stijl van de watermolens die vroeger in de Rureifel hout zaagden. Binnenin is ook een zaag te zien.
Voorbij de molen blijven we de bosweg volgen en verlaten het bos. We passeren de Sommerbobbaan van Rohren, waar ´s winters ook echt geskied kan worden, en negeren een voetpad aan het begin van het bos dat links bergaf voert in de richting van de Kluckbachbrücke. We lopen weer langzaam bergop via een brede bosweg door hoog opgaande naaldbossen. Langs de weg staan enkele informatieborden van het Waldlehrpfad die ons informatie geven over het bos.
Bij de kruising met een volgende bosweg gaan we linksaf en dalen via een scherpe bocht af tot bij de Perd´s Ley. Hier kunnen we vanaf een ruim 70 meter hoge, steile rotspartij genieten van het uitzicht op het dal van de Rur. Op de verharde weg lopen we verder in de richting van Widdau, dat houdt in dat we vanuit de haarspeldbocht rechtsaf gaan met voor ons de Perd ´s Ley en het zijpad dat voor de Perd ´s Ley naar links gaat negeren.. Na een klein stuk bergop door het bos, lopen we tussen weilanden door waar we prachtig zicht op het Rurdal hebben. Op een T-splitsing met een wegkruis gaan we rechts bergop en negeren twee zijwegen naar rechts. We steken een klein beekje over en bereiken langs enkele vakwerkhuizen het dorpje Widdau. Hier gaan we op de doorgaande weg linksaf en en dalen af tot bij een in dit kleine gehucht ietwat misplaatste moderne kapel. We dalen aan de linkerzijde van de kapel af tot we weer op de verkeersweg staan. Hier gaan we na enkele meters linksaf via een voetpad door het bos. Aan het eind dalen we via enige treden weer af tot op de verkeersweg en lopen dan linksaf tot over de brug over de Rur waarna we het startpunt weer bereiken.
Lange route
Aan de overkant gaan we rechtsaf, steken de smalle Belgenbach over en volgen de Rur stroomafwaarts door de bossen in de richting van Hammer, dat circa 2 km verderop ligt. Op een Y-splitsing gaan we linksaf en lopen steil bergop verder. Even verderop voegt een bosweg zich van schuin links achter bij de onze, deze negeren we. Zodoende passeren we na enige tijd een smalle doorgang met enkele rotspartijen. Dit is de Uhusley, die zijn naam dankt aan het feit dat deze grote uil hier in vroeger dagen nestelde. Via een zigzag paadje dalen we af, negeren een zijpad van rechts achter en even verderop hebben we mooi zicht op het Rurdal. We lopen verder door bossen met Wintereiken (Quercus petraea) met Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus) en Witte veldbies (Luzula luzuloides) in de ondergroei. Daarna komen we weer langs enkele rotsen bij een mooi uitzichtpunt. Hier groeit onder meer Eikvaren (Polypodium vulgare), Gewone kamperfoelie (Lonicera periclymenum) en Valse salie (Teucrium scorodonium). Niet veel verderop komen we vanzelf uit op de verkeersweg die naar Hammer leidt. Hier gaan we rechtsaf en bereiken al vrij snel het kerkje van Hammer. Tegenover de kerk gaan we rechtsaf de straat„Am Hammerwerk“ in. Dit is een straat die ons langs diverse kleine vakwerkboerderijtjes leidt. We zien ook het eenvoudige breukstenen gebouw van het voormalige Hammerwerk, een ijzerpletterij waar laagwaardig ijzer hoogwaardiger werd gemaakt door er met hamers op te slaan en zo de koolstof eruit te halen. Op de daken van de huizen zit regelmatig de Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros). Aan het eind van deze straat bereiken we de Rur die we via een houten brug oversteken. Langs het water groeit Moerasspirea (Filipendula ulmaria) en Rietgras (Phalaris arundinacea). Helaas groeit er ook veel van de neofiet Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera), die oorspronkelijk in de Himalaya thuishoort. Langs het water staan veel Zwarte elzen (Alnus glutinosa). Aan de overkant gaan we even links en klimmen dan via een steil, zigzaggend pad met enkele trappen de helling omhoog. Na een hele klim gaan we bovenaan rechtsaf. Na een tijdje passeren we een kapvlakte zodat we uitzicht hebben op Hammer en het Rurdal. We negeren een zijpad naar links en in een scherpe bocht naar links gaan we rechtsaf en negeren ook het zijpad naar rechts. Na de bocht dalen we af en even verderop voegt zich een weg van links bij de onze. In de wegberm groeit Fraai hertshooi (Hypericum pulchrum), Hengel (Melampyrum pratense), Knollathyrus (Lathyrus linifolius), Struikheide (Calluna vulgaris) en Dubbelloofvaren (Blechnum spicant). Zelfs de Kranssalomonszegel (Polygonatum verticillatum) groeit hier, zijn witte bloemen en rode bessen hangen onder zijn in een krans rond de stengel groeiende bladeren. Onderaan komen we uit op een T-splitsing die vlak voor het dal van de Holderbach ligt. Hier gaan we even rechtsaf en daarna via een stegel linksaf. Zodoende lopen we door de weilanden naar een houten bruggetje over de Holderbach. In het weiland groeit Bergvenkel (Meum athamanticum), een bijzondere schermbloemige met een kenmerkende venkelgeur. Langs de beek staat Moerasspirea, Adderwortel (Polygonum bistorta) en Groot hoefblad (Petasites hybridus). Aan de overkant klimmen we omhoog in de richting van een bank en een wegkruis onder een groepje Hazelaars (Coryllus avellana). Bovenaan komen we uit op een bosweg, hier gaan we rechtsaf. Even verderop passeren we een scherpe haarspeldbocht naar links en passeren een bank met een wegkruis. Niet veel later bereiken we het kleine dorpje Widdau, dat enkele fraaie vakwerkhuizen telt. We steken een kruising over en lopen door tot op de verkeersweg. Hier gaan we rechtsaf en dalen af tot bij een in dit kleine gehucht ietwat mis plaatste moderne kapel. We dalen aan de linkerzijde van de kapel af tot we weer op de verkeersweg staan. Hier gaan we na enkele meters linksaf via een voetpad door het bos. Aan het eind dalen we via enige treden weer af tot op de verkeersweg en lopen dan linksaf. We lopen door tot een stenen brug over de Rur. Aan de overkant gaan we linksaf en bereiken het startpunt weer.