Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Camp Vogelsang.

     

In het voorjaar van 1946 onderhandelde de Duitse overheid met de bezettingsregering wat uit de markante Nationaalsocialistische bouwwerken moest worden. Er werd onder meer voor afbraak geopperd zodat het noodzakelijke bouwmateriaal voor de herbouw van de verwoeste dorpen en steden in de Kreis Aken beschikbaar werd. In plaats daarvan besliste de Britse regering om van Vogelsang een oefenterrein voor de Rheinarmee te maken. In het midden van augustus 1946 nam de Britse rijkscommandant de Ordensburg en een 43 km2 groot omliggend terrein in beslag. Later werden nog 23 km2 land ingenomen. Het militaire oefenterrein “Camp Vogelsang” of "British Training Area Vogelsang" werd op 1 september 1946 door het Britse leger ingesteld. Een overnamebevel werd echter pas ruim een jaar later door het Britse leger opgesteld en gedateerd op 1 september 1946. Een belangrijke rol hierbij speelde de betekenis van Vogelsang als Nationaal-Socialistisch symbool. De slechts ten dele verwoeste Nationaal-Socialistische gebouwen werden gerenoveerd en gebruikt voor het onderbrengen van militairen. Luitenant-Colonel Blair Oliphant was tussen 1946 en 1950 commandant van het kamp. Onder hem stonden acht officieren en honderd soldaten. Het kamp had een oppervlakte van 4.500 hectare, waarvan 250 hectare water en 1.500 hectare bos. De lokale bevolking had veel last van de oefeningen, de wegen in de dorpen werden vies door de tanks die eroverheen reden en er was ook veel lawaai. Anderzijds was er door het oefenterrein werkgelegenheid voor enkele honderden mensen.
Vanaf 1 april 1950 werd het oefenterrein in gebruik genomen door het Belgische leger. Sindsdien werden er talrijke nieuwe gebouwen bijgebouwd. Onder meer de Van Dooren-kazerne, gebouwd in het midden van de jaren 1950, waarin 900 soldaten konden worden ondergebracht. De oude gebouwen waren grotendeels onder monumentenzorg gesteld en door het Belgische leger zorgvuldig onderhouden. Er ontstonden 39 schietplaatsen en andere oefenlocaties. Dit was mogelijk door de grote variatie aan landschappen en oppervlaktevormen in het gebied. Ook werd vanuit het nabijgelegen oefenterrein Elsenborn met mortieren op doelen in Vogelsang geschoten. Het stuwmeer van de Urft werd eveneens gebruikt voor oefeningen. Zo werd vanaf de kant van Vogelsang over het meer op de zijkant van de Kermeter geschoten. Tot 1965 werd ook het omliggende gebied tot aan de rand van Schleiden gebruikt voor logistieke oefeningen. Toen was het heel normaal dat er militaire voertuigen door de dorpen en langs de boerderijen reden. Binnen dit gebied deden de militairen alles wat ze ook op het eigenlijke oefenterrein deden, behalve met scherp schieten. Het omvatte de dorpen Dreiborn, Schöneseiffen, Harperscheid, Ettelscheid und Herhahn-Morsbach en werd door de Britse soldaten aangeduid als de “Harperscheid Area“. Naast Belgische legereenheden, oefenden er vanaf 1955 ook NATO-troepen uit Duitsland, Engeland, Amerika, Nederland, Canada en Luxemburg. Deze verbleven in totaal 47 weken per jaar op Camp Vogelsang. 30.000 tot 40.000 NATO soldaten oefenden hier telkens gedurende twee weken voor schiet- en tactische oefeningen. In het midden van de jaren 1950 werd nabij Höddelbusch een tanklaadstation geopend. De tanks van de legereenheden die op Vogelsang oefenden werden vanaf toen per spoor naar Schleiden gebracht en reden vandaar over de betonnen tankbaan via Herhahn naar Vogelsang. Hierdoor werden de meeste dorpen in de omgeving bevrijd van erdoorheen rijdende tanks.
In 1952 ontstond er onrust onder de lokale bevolking toen de NATO plannen voorstelde om de oefenterreinen Vogelsang en Elsenborn te verbinden. Onder meer werd er gesproken van een uitbreiding van het oefenterrein in de richting van Höfen. De overlast van de militaire oefeningen eindigde pas in de jaren 1970 onder leiding van Commandant Neels. Hij disciplineerde de troepen en er werd een tankbaan gebouwd, zodat de tanks de modder niet meer in de dorpen achterlieten. Zo kwam het tot een vreedzaam samenleven van militairen en lokale bevolking. In de periode van de Koude Oorlog, dus tot circa 1990, werd in Vogelsang met name geoefend voor een grote veldslag met de Russen. Voordeel van dit oefenterrein was dat men verschillende soorten wapens naast elkaar kon uittesten en dat er grote troepen tegelijk konden oefenen. Vanaf 1990 ging het meer over het herstel en behoud van vrede in bezette gebieden. Er werd onder meer voor de inzet in Kosovo geoefend. Op 13 februari 1989 wordt Burg Vogelsang op de monumentenlijst geplaatst. In 2001 kondigde het Belgische leger aan het militair oefenterrein aan Duitsland terug te geven. Het gebruik als oefenterrein eindigde op 31 december 2004. In 2005 werden de terreinen opgeruimd en op 1 januari 2006 werd Vogelsang opengesteld voor bezoekers en ging deel uitmaken van Nationaal Park Eifel.
Het twee meter hoge embleem van Vogelsang was een zingende vogel op een bloeiende tak. Dit embleem werd ontworpen in de jaren 1950. De eerste Belgische commandant, Commant Kloetens, gaf opdracht om een logo te ontwerpen. Het gekozen ontwerp was van Robert Krämer uit Sistig. Aan het eind van de 20e eeuw wilden de Belgen een nieuw logo dat geldig moest zijn voor alle militaire instellingen in Duitsland. Krämer tekende hierop een adelaar in een eikenbladkrans. Dit embleem is te zien op de ingang van Camp Vogelsang.

De natuurwaarde van het voormalig militair oefenterrein.

Hoewel het gebied van Camp Vogelsang gedurende meer dan 50 jaar als militair oefenterrein is gebruikt, is er toch een unieke flora en fauna te vinden. Dit heeft er onder meer mee te maken dat grote delen van het gebied niet of nauwelijks werden gebruikt zodat de natuur zich ongestoord kon ontwikkelen. Overal zijn echter ook resten te vinden van het vroegere militaire gebruik. De grootste gevaren stammen echter niet van het gebruik als militair oefenterrein, maar worden gevormd door munitieresten uit de Tweede Wereldoorlog. Deze stammen van de luchtaanvallen op Vogelsang. Op de bodem van de Obersee aan de voet van de Urfttalsperre zijn vele bomkraters te vinden. Deze waren in het begin van de jaren 1990 nog te zien toen het stuwmeer een tijdlang droog lag vanwege onderhoudswerkzaamheden. Hier zijn de munitieresten echter opgeruimd Elders is dit niet gebeurt. Verder liggen er roestende tanks, is er olie in het grondwater gelekt en kan er op allerlei plekken nog munitie liggen.
Op het gebied van het voormalige Camp Vogelsang zijn circa 460 plantensoorten te vinden. De meest bedreigde soorten groeien in de bergvenkelweiden en de borstelgraslanden langs de kleine beekjes in het gebied. Hier groeit onder meer Borstelgras (Nardus stricta), Wolverlei (Arnica montana), Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata), Driekleurig viooltje (Viola tricolor ssp. tricolor), Blauwe knoop (Sucissa pratensis) en Bergvenkel (Meum athamanticum). Op enkele plekken groeit Jeneverbes (Juniperus communis). Hier en daar komen overgangvenen voor. Hier groeit onder meer Wateraardbei (Potentilla palustris) en Waterdrieblad (Menyanthes trifoliatum). In een bronbeekje groeit Groot bronkruid (Montia fontana ssp. fontana). Ook bijzonder zijn de ravijnbossen met schuivend puin op de steile hellingen langs het stuwmeer van de Urft waarin vroeger veel Ruwe iep (Ulmus glabra) groeide, maar deze is door de iepziekte teruggedrongen. Verder groeit er Wilde judaspenning (Lunaria rediviva), Tongvaren (Phylites scolopendrion), Smalle beukvaren (Phegopteris connectilis) en Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum).