Textielindustrie in en rondom Aken. In het begin van de 20e eeuw was Aken een stad waar de textielfabricage een belangrijke industriesector was. Er stonden ruim 120 textielfabrieken in de stad. Gedurende enkele eeuwen was de textielindustrie een zeer belangrijke werkgever. Verspreid door de stad bevonden zich lakenfabrieken, spinnerijen, weverijen, lakenhandels, kledingfabrieken, fabrieken waar textielmachines gemaakt werden, scheermes- en kaardfabrieken. Als belangrijkste energiebron dienden sinds de late Middeleeuwen de vele beken rondom Aken. Met waterkracht werden naaldenslijperijen, volmolens, wolwasserijen, spinnerijen en ververijen aangedreven. Het zachte water was ook van belang als vestigingsplaatsfactor. Door nieuwe industriële ontwikkelingen werden deze molens ouderwets en verloren aan belang. De ene na de andere fabriek sloot haar deuren. Anno 2010 is alleen de Tuchfabrik Wilhelm Becker aan de Niederforstbacher Straße in Brand nog over. De Soers. In de Soers, aan de noordrand van Aken, zijn langs de Wildbach, een zijbeek van de Worm, nog veel sporen te zien van de voormalige textielindustrie. Niet alleen de fabrieken zelf, maar ook stuwvijvers en molenbeken. Oberer en Unterer Schurzelter Mühle. Eén van de molens in de Soers is de Oberer Schurzelter Mühle. Deze molen werd in de 17e eeuw gebouwd als Kupfermühle en diende voor het bewerken van messing. Met een hammerwerk werden vaten uit het messing gemaakt. Later werd ze omgebouwd tot oliemolen, waar uit diverse soorten zaden olie geperst werd. In 1842 werd er een spinnerij in de molen gevestigd en daarom werd ook een stoommachine in de molen geplaatst. Bij deze gelegenheid werd het gebouw ook uitgebreid met een L-vormige vleugel van drie verdiepingen. Vanaf 1871 kwam er ook een textielververij bij, die vanaf 1891 de naam Färberei Fußgänger droeg. Tegenwoordig resteren nog het L-vormige gebouw met drie verdiepingen uit 1842 en een ouder, twee verdiepingen hoog gebouw met een mansarde-dak. Voor het gebouw liggen enkele waterbekkens waarin het afvalwater enigszins geschoond werd alvorens het in de Wildbach te laten stromen. Een klein stukje verder stond de Untere Schurzelter Mühle aan de Forellenweg. Deze diende tot 1962 als ververij. Wildbacher Mühle. De Wildbacher Mühle ligt zoals de naam al doet vermoeten ook aan de Wildbach. Deze twee verdiepingen tellende molen stamt uit 1754. Ook deze molen werd oorspronkelijk als Kupfermühle gebouwd, maar diende later als volmolen en om lakens te spoelen. In 1906 werden rondom de Wildbacher Mühle de gebouwen van de spinnerij Wienands, Casteel & Giesen gebouwd. Deze sloot in 1969 waarna de gebouwen afgebroken werden. Rahe-Mühle. Nabij Schloss Rahe ligt de voormalige Rahe-Mühle, die tot circa 1990 graan- en veevoer maalde. Ze was in de 17e eeuw als Kupfermühle gebouwd, maar diende in het begin van de 19e eeuw ook als naaldenslijperij en slijpmolen. Iets verderop lag tot 1969 de Streichgarnspinnerei Gilljam. Deze had het water van de Wildbach niet echt nodig, maar wel het vochtige klimaat in de Soers. Schleifmühle. Eveneens in de Soers ligt de Schleifmühle, die in de 16e eeuw waarschijnlijk als Kupfermühle gebouwd werd. In het begin van de 19e eeuw was ze in gebruik als naaldenslijperij en slijpmolen. Vanaf 1830 werd ze gebruikt als volmolen, wolwasserij en wolververij. Later ontstond hieruit de Streichgarnspinnerij Wüller, die haar deuren in 1959 sloot. Rondom het huidige gebouw zijn nog een oude vijver waarmee het karige water verzameld werd en enkele molenbeken. Stockheider Mühle. Nog iets verder stroomafwaarts langs de Wildbach lag de Stockheider Mühle. Ze werd in de 17e eeuw als Kupfermühle gebouwd en is vanaf 1788 bekend als volmolen. In 1891 werd ze vergroot tot ververij. Dit deed Theodor Rzehak. In 1951 werd ze vergroot tot Textielausrüstungsbetrieb. In 1969 nam de fabriek Becker uit Brand haar over. Tot 1983 werd ze als ververij gebruikt. Dit gebouw diende lange tijd nog als opslagplaats voor de laatste Akense textielfabriek Becker. Deze fabriek wordt mogelijk in de toekomst een museum over de textielindustrie in de regio. Ruim 60 antieke machines zijn er al neergezet. Soerser Mühle. De laatste molen aan de Wildbach, nog net voor de monding in de Worm, is de Soerser Mühle, die uit twee delen bestaat. In de 17e eeuw was het een Kupfermühle, rond 1700 volmolen en in 1825 zowel naaldenslijperij als poleermolen. In 1896 vestigd de ververij Rouette zich hier. Ook wordt het gebouw vergroot tot Tuchausrüstung. In 1980 werd de fabriek gesloten en overgenomen door de lakenfabriek Leo Führen uit de Vaalserstraße. In 1998 sloot ze definitief. De bakstenen gevel hoorde oorspronkelijk tot de spinnerij Gilljam en was later -tot 1988- het bedrijfsgebouw van de Kratzentuchfabrik Sartorius.