Rheinisches Freilichtmuseum Kommern. Het Rheinisches Freilichtmuseum Kommern is het grootste openluchtmuseum van de Eifel. Het ligt nabij Kommern-Mechernich in een bosrijke omgeving. Het museum is in 1958 gesticht en was daarmee het eerste openluchtmuseum in Duitsland dat de gebouwen, de gebruiken en alles eromheen probeerde te bewaren. Het opende haar deuren in 1961. Het openluchtmuseum bestaat uit vier ensembles, te weten Westerwald-Mittelrhein, Eifel, Niederrhein en Bergisches Land. Deze gebouwengroepjes worden van elkaar gescheiden door stukken bos. Nabij de ingang van het museum ligt het ensemble Westerwald-Mittelrhein. In dit gedeelte staan dus gebouwen uit het Westerwald, een uitgestrekt bosgebied ten zuiden van Koblenz en uit de Mittelrhein, uit de dorpen langs de Rijn tussen Koblenz en Bonn. Het betreft met name vakwerkhuizen die grotendeels donker geverfde balken en ertussen wit geverfde leem hebben. De daken zijn grotendeels met stro gedekt. In de huizen zijn ten dele reconstructies van het interieur met gebruiksvoorwerpen te zien, maar er staan ook tentoonstellingen, onder meer over het houden van bijen. Verder is er oud schooltje en een bakkerij die iedere dag vers brood, broodjes en vla bakt. Ook is er een restaurant, Zur Post, waar je niet alleen kunt eten en drinken, maar waar ook, hoe kan het ook anders, de Postkoets stopt voor een ritje door het museum. Hier moet overigens extra voor betaald worden. Daarnaast ligt er ook een ouderwets kruidenierswinkeltje, in Duitsland doorgaans "Tante Emma-laden" genoemd. Hier kun je onder meer ouderwets snoepgoed kopen. In de huizen uit het Rijndal zijn vaak wijnpersen te zien. Bij een van de huizen hoort een fraaie boerentuin met ouderwetse kruiden en groenten. Zo staat er onder meer Wrangwortel ( Helleborus viridis). Langs de weg groeien ouderwetse planten die vroeger in dorpen langs de rand van de weg stonden als Stinkende ballote (Ballota nigra) en Wilde hondstong (Cynoglossum officinale). Verder lopend bereik je het ensemble Eifel. Hier staan ook weer vele vakwerkhuizen, maar hier is een aantal huizen niet wit geverfd. Midden in het huizenensemble staat een kapelletje,afkomstig uit Schützendorf. In dit gebied is ook veel vee te zien. Rondom een boerderij met beukenheggen uit Rohren lopen Mergellandschapen en Glanrunderen, ook zitten er geiten en kippen. Een bijzonder huisdierras is ook het Deutsche Weideschwein, een varken met zwarte en roze kleuren. Een huis uit Bodenbach heeft heel fraai vakwerk. Op de binnenplaatsen van de huizen uit Wallenthal en uit Brenig liggen mesthopen waarop kippen rondscharrelen. In de stallen van het huis uit Brenig zitten varkens, koeien en geiten. In het huis uit Rohren staat een tentoonstelling over de Rureifel en de Hoge Venen. Ook is er een weefgetouw (oorspronkelijk afkomstig uit de Hunsrück) van een thuiswever te zien. Verderop begint het ensemble Niederrhein. Dit is een vrij klein groepje huizen. Er staan twee windmolens, een uit Cantrup en een andere uit Spiel bij Titz. Daarnaast staat er een prachtige schuur uit Lürrip nabij Mönchengladbach. Deze is omgeven door water en staat op grote rotsblokken. De schuur is vrij smal en hoog en opgetrokken uit ongeverfd vakwerk. In de grote boerderij uit Korschenbroich is een karnton aanwezig die door een hond in een hondenwiel werd aangedreven. Een klein gebouwtje uit Hilfarth waarin een mandenmaker zijn werkplaats had staat er vlakbij. Het vierde ensemble is het Bergisches Land. Dit herbergt weer enkele mooie vakwerkhuizen die wit gekalkt zijn. Een ander huis, uit Rinschenschmidthausen, is voor een groot deel opgetrokken uit breuksteen. Een opvallend pand is het Mannesmann-Haus uit Remscheid. Het is een met leisteen bekleed voornaam woonhuis van een industrieel die door het maken van vijlen rijk was geworden. De vensters en deurlijsten zijn prachtig versierd en achter in de tuin staat een klein tuinhuisje. Het Rheinisches Landesmuseum Kommern is niet alleen maar een museum met gebouwen, nee het is een levend museum. Zo worden oude gebruiken regelmatig weer nieuw leven ingeblazen. Altijd zijn er acteurs onderweg die de bezoekers meenemen naar het verleden. Zo loopt er een muizenvallenkramer rond en zijn er mensen aan het werk achter de weefstoel, in de smederij, de bakkerij, de smidse, de wagenmakerij of op het land. Regelmatig vinden er ook grote evenementen plaats zoals de gebruiken na de oogst, een jaarmarkt, het werken met paarden in de bosbouw en het doen van de was. Ook vergeten gebruiken als eekschillen, vlasroten, het maken van kroedwusj, het verven van Paaseieren met natuurlijke kleurstoffen en het maken van houtskool, worden regelmatig getoond. Praktisch. Het Rheinisches Landesmuseum Kommern is 365 dagen per jaar geopend, van 1 april tot 31 oktober dagelijks van 9 tot 18 uur en van 1 november tot 31 maart van 10 tot 16 uur. De entree bedraagt slechts € 6,75 voor volwassenen en kinderen tot 18 jaar kunnen gratis naar binnen. Adres: Rheinisches Freilichtmuseum Kommern, Eickserstraße, 53894 Mechernich, telefoon 0049-2443-99800. e-mail: kommern@lvr.de, website www.kommern.lvr.de.