Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Adelaarsvaren.

Adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) is een varen die door haar massale aanwezigheid op de groeiplaatsen niemand kan ontgaan. Bovendien bereiken de planten ook nog een behoorlijke hoogte van 50 tot 250 centimeter. De bladeren zijn ingeplant op een diep ingegraven, ondergronds kruipende wortelstok. Vaak dient deze ook voor de voortplanting. Uit een klein stukje afgebroken wortel kan al een nieuwe plant groeien. Op beschaduwde plaatsen en in koele zomers blijven de planten vaak steriel. De bladschijf staat ingeplant op de stengel en vaak horizontaal af. Deze bladsteel is behoorlijk taai en neemt ongeveer de helft van de hoogte van de plant in. Onderaan is de stengel verdikt en ondergronds is hij zwart gekleurd. Als de bladsteel aan de voet scheef wordt doorgesneden is een dubbele adelaar te zien, hieraan dankt de soort haar naam. De lichtgroen gekleurde bladschijf is stijf, twee tot viermaal geveerd en driehoekig van vorm. De bovenste blaadjes van de tweede orde zijn vaak gaafrandig. De onderzijde van de bladeren is kaal, op de zwak behaarde nerven na. In de herfst verkleurt de bladsteel mooi okergeel. De bladeren worden gebruikt als stalstro. De sporenhoopjes staan aan de rand van de bladeren en hebben een dubbel, gewimperd dekvlies dat gedeeltelijk bedekt wordt door de omgebogen bladrand van het blaadje. De sori vormen als het ware een dunne lijn langs de rand van het blad. De sori zijn rijp in juli en augustus.
Adelaarsvaren groeit in open bossen, met name eiken-, berken- en dennenbossen, in verruigde weilanden, in heidevelden en op brandgangen. Ze kan ze ook grote oppervlakten innemen. Als ergens brand is geweest, komt Adelaarsvaren vaak massaal op. Adelaarsvaren groeit bijna altijd op zure en ietwat vochtige grond en is kalkmijdend.
De soort is giftig voor koeien, schapen en konijnen. De dikke wortelstok wordt graag gegeten door Wilde zwijnen (Sus scrofa). De wortelstok bevat veel zetmeel en wordt daarom ook in Zuid-Japan als groente verbouwd en gegeten. Hij bevat echter ook veel blauwzuur, hetgeen kankerverwekkend is.
Adelaarsvaren werd in het verleden ook gebruikt als groene kleurstof (blad) en zwarte kleurstof (wortel). Ook werd het blad gebruikt als stro. Het is zachter en nitraatrijker als gras. Het rot ook beter weg en het bevat een soort insecticide.