Pilvaren Pilvaren (Pilularia globulifera) is een watervaren. De lange dunne wortelstok kan wel een halve meter lang worden en kruipt over de bodem van droogvallende vijvers of drijft in het water. De plant wortelt op de knopen. Op de wortelstok staan de twee tot tien centimeter lange draadvormige bladeren ingeplant, welke alleen uit een rolronde bladsteel bestaan en daardoor enigszins aan gras doen denken. Aan de voet hiervan worden klein bolronde sporenkapsels (sporokarpen) gevormd met een bruine kleur en een viltig oppervlak. Eerst is de kleur lichtbruin, maar bij rijpheid wordt ze donkerbruin. Deze sporokarpen zijn drie tot vier millimeter in diameter en openen zich met vier kleppen. Deze sporokarpen zijn ontstaan uit omgevormde blaadjes. In ieder vakje zit één sporenhoopje. De rijpe sporangiën zijn omgeven door slijm. Hierin worden de protaliën gevormd en vindt ook de bevruchting plaats. De sporen zijn in augustus en september rijp. Pilvaren groeit soms massaal in vijvers met voedselarm, zuur water en op moerassige, in de zomer droogvallende oevers. De verspreiding is beperkt tot de gematigde streken van Europa. In het begin van de 20e eeuw vermeld de Limburgse botanicus A. de Wever uit Nuth de soort als overal in het veen bij Schinveld, Jabeek en Brunssum. Door de ontginning van dit gebied vanaf 1924 is de soort daar geheel verdwenen. Nu is de soort sterk bedreigd in Zuid-Limburg. Sinds enkele decennia heeft een licht herstel ingezet. Na 1996 is naast de twee bekende locaties bij Schinveld, waar de soort nog steeds groeit, een nieuw kilometerhok bij Schinveld gemeld. Deze liggen in het gebied van de Rode Beek-Rote Bach. Pilvaren groeit in het Meinweggebied, in het Schuytwater en in het vijvergebied rondom Zonhoven in Belgisch-Limburg.