Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Paddenstoelen van de Brunssummerheide.

     

           Beekmijtertje (Mitrulla paludosa).                              Prachtvlamhoed (Gymnopillus spectabilis).

De Brunssummerheide is mycologisch gezien een bijzonder gebied. Er is een grote afwisseling aan droge en vochtige biotopen en een grote variatie aan loof- en naaldbomen.
Door het voedselarme karakter van het gebied komen er vooral mycorrhiza-soorten voor. Mycorrhiza- paddenstoelen gaan een verbinding aan met een boomsoort en wisselen wederzijds stoffen uit. De paddenstoelen kunnen met hun fijne myceliumstrengen allerlei mineralen en water veel beter opnemen dan de bomen. De bomen produceren door fotosynthese weer allerlei suikers die ze aan de paddenstoel doen toekomen. Zo hebben beide organismen voordeel van deze symbiose. Een bekende mycorrhiza- paddenstoel is de Vliegenzwam (Amanita muscari) bij onder meer Ruwe berk (Betula pendula) en Grove den (Pinus sylvestris).
Een bijzondere parasitaire paddenstoel op de Brunssummerheide is de Zwarte truffelknotszwam (Cordyceps ophioglossoides). Deze is met name te vinden onder eien, onder meer onder Amerikaanse eiken (Quercus robur). Deze soort parasiteert op de ondergrondse vruchtlichamen van Hertetruffels (Elaphomyces). De vruchtlichamen zijn ongeveer vier centimeter hoog en bestaan uit een zwarte tot geelachtige steel en een verdikte zwarte top waarin de sporen zitten.
In de open heidegebieden en open bossen groeit de Echte tolzwam (Coltricia perennis). De vruchtlichamen zijn rond met concentrische ringen en staan op een korte steel.
Op dode stronken van naaldbomen zijn vaak allerlei saprofieten te vinden. Naast het meer bekende Zwavelkopje (Psilocybe fascicularis) komen er ook zeldzame soorten voor zoals de Teervlekkenzwam (Ischnoderma benzoinum), een paddenstoel die lijkt op een heel dik elfenbankje met brede zwarte banden op de bovenkant van de hoed. Of de Koningsmantel (Tricholomopsis rutilans), een opvallende paddenstoel met een viltige, paars gekleurde hoed en zwavelgele lamellen.
Een mooie soort is ook de Roze spijkerzwam (Gomphidius roseus). Deze paddenstoel is meestal aan te treffen in de buurt van de Koeienboleet (Suillus bovinus), omdat hij parasiteert op het mycelium van deze soort.
Onder Lorken (Larix decidua) groeit de Gele ringboleet (Suillus grevillei), een vrij zeldzame soort die een mycorrhiza aangaat met deze boomsoort. Deze heeft een slijmerige hoed en een ring onder de hoed. De buisjes zijn olijfgeel en verkleuren bij druk bruin.
Niet alleen in de herfst, maar eigenlijk het hele jaar door kun je paddenstoelen vinden op de Brunssummerheide. In het voorjaar, omstreeks maart- april, begint het met de Voorjaarskluifzwam (Gyromitra esculenta), een giftige dubbelganger van de bekende Morieljes. Eind april verschijnt in het stroomgebied van de Rode Beek een bijzonder paddenstoeltje, het Beekmijtertje (Mitrula paludosa). Dit kleine paddenstoeltje heeft een witte steel waarop een oranjegeel kopje staat. Hierin zitten de sporen. Het Beekmijtertje of Vuurlichtje groeit op rottende plantenresten en is dus een saprofiet. Het substraat waarop de soort groeit ligt meestal aan de waterkant of onder een pakket veenmos. Vaak staan de Beekmijtertjes massaal aan de oever van de Rode Beek, maar omdat ze zo klein zijn worden ze vaak over het hoofd gezien.