Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Obstwiese Am Türmchen.

Ligging: Kreis Aachen, Aken, Dreiländerweg.
Oppervlakte: 5,5 hectare.
Status: Landschaftschutzgebiet/ NABU-Schutzgebiet


Algemeen.

In een droogdal aan de noordrand van het Aachener Stadtwald ligt de oude boomgaard ´Am Türmchen.´ De hoogstamboomgaard (Obstwiese) bij de Dreiländerweg bij Türmchen Beeck is rond 1930 aangelegd door een industrieël. Deze bezat hier tot aan de Tweede Wereldoorlog een villa. Opvallend is het grote aantal soorten in de boomgaard met daaronder ook enkele zeldzame soorten fruitbomen. Rond 1980 werden plannen gemaakt om hier een golfbaan te maken, daarbij werden veel bomen gekapt. Aan het eind van de jaren 80 van de vorige eeuw, maar ook in 2006 en2007 werden er nieuwe bomen, in totaal 110 stuks, bijgeplant. Nu is de boomgaard beschermd, 5 hectare wordt beheerd met steun van de Nordrhein-Westfalen-Stiftung.
De dode bomen die er staan zijn belangrijk voor allerlei soorten insecten. Naast de boomgaard omvat het gebied ook heggen met een afwisselende structuur en heischrale graslanden. Het gebied wordt extensief beweidt met normale koeien.

Geologie.

Het droogdal is gevormd tijdens de IJstijden. De ondergrond wordt gevormd door vuursteenrijke leem en zand uit het Tertiair.

Fruitrassen.

Rheinisches Seidenhemdchen is een oud ras uit de regio Aken, waar ze nog steeds veel in boomgaarden en tuinen staat. De bloeitijd is middelvroeg. De appels zijn plukrijp van begin tot midden oktober. De appels kunnen tot januarie gegeten worden, maar zijn vers het lekkerst. De appels hebben een gele basiskleur maar zijn sterk rood aangelopen. Vers is het een zoetzure appel die zowel op de vuist gegeten wordt, als voor het maken van appelsap en in de keuken wordt gebruikt.
Schone van Boskoop is een oud appelras dat nu nog steeds veel wordt verkocht. In Aken is het gebruikelijk dat deze soort nog in januari en februari gegeten kan worden door zijn lange houdbaarheid.
De Rode sterappel of Rote Sternrenette is een oud appelras met kleine rode vruchten.
De Aachener Hausapfel is oud appelras dat al voor 1800 is ontstaan. Het is een kleine appel met een rode kleur. De eerste beschrijving van dit ras is door de pomoloog Diel in 1816 onder de naam ´Cornely ´s Gestreifter Hausapfel´. Dit omdat Diel de vruchten van Carl Cornely, burgemeester van Rimburg had gekregen. Cornely had de appel uit zaden gekweekt en het ook beschreven in zijn boek ´Der Rheinischen Obstgarten´ uit 1844. In 1915 wordt de soort in een lijst van fruitrassen aanbevolen voor de regio ´s Aken en Eupen onder de naam ´Aachener Hausäpfelchen´. De bloei is relatief laat. De boom draagt het ene jaar zeer rijk en het jaar daarop juist slecht. De pluk valt tussen begin en midden oktober. De rijpe vruchten zijn houdbaar tot in het voorjaar. Het is een zeer lekkere appel die zowel gebruikt werd voor het maken van appelmoes als om zo te eten. Ze wordt gestooft en dan met suiker overgoten. Ze wordt nog bij Schleckheim en Walheim aangeplant.
De Eifeler Rambur werd in Aken veel op de markt verkocht. De Eifeler Rambur was vroeger in de gehele Eifel bekend en heette destijds ´Winterrambur´. Een andere naam is ´Dürener Rambur´. Het is een ras dat veel in de ouderwetse boomgaarden (Streuobstwiesen) in het Rheinland wordt aangeplant. Het is een typische soort van de hoger gelegen delen van de West-Duitse middelgebergten (Eifel, Westerwald) die groeit op plekken waar fruitteelt met normale rassen niet meer mogelijk is. De bloeitijd is vrij laat in het voorjaar. De vruchten zijn vrij groot en geel met ten dele rode strepen. De pluk moet midden oktober plaatsvinden. De appels blijven goed tot midden februari. Vroeger werd deze appel veel vers gegeten of bewaard tot in het voorjaar. Tegenwoordig wordt het ras vooral gebruikt in de keuken of voor het maken van brandewijn.
De Rheinische Bohnenapfel werd gebruikt voor de most. Een laatste ras is Oberdiecks Renette.
Bij Aken is de Köstliche von Charneux een veel aangeplant perenras. Het perenras Josephine von Mechelen wordt in november-december geplukt en pas in januari gegeten. Het is een soort die goed opgeslagen kan worden.

Flora.

In en rondom de hoogstamboomgaard ligt een heischraal grasland. Hierin groeien soorten als Knoopkruid (Centaurea jacea), Smalle weegbree (Plantago lanceolata), Gewoon biggenkruid (Hippochaeris radicata), Kamgras (Cynosurus cristatus), Scherpe boterbloem (Ranunculus acris), Kleine pimpernel (Pimpinella saxifraga), Tormentil (Potentilla erecta), Gewone brunel (Prunella vulgaris), Jakobskruiskruid (Senecio jacobaea), Grasklokje (Campanula rotundifolia), Blauwe knoop (Succissa pratensis) en Gewone brem (Cytisus scoparius). In de fruitbomen groeit Mistletoe (Viscum album).

Fauna.

Er vliegen onder meer Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) en Icarusblauwtje (Polyomatus icarus).
Er hangen enkele nestkasten voor de Steenuil (Athena nocturna) die hier ook broedt. De Grote bonte specht (Dendrocopus major) en de Groene specht (Picus viridis) zijn broedvogel in de boomgaard. De holen die zij maken worden gebruikt door andere vogels zoals Boomkruiper (Certhia brachydactyla), de Zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros), de Grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata), de Boomklever (Sitta europaea) en Koolmees (Parus major).


Onderweg in het gebied.


De boomgaard is, zoals voor de meeste boomgaarden, niet vrij toegankelijk en kan enkel bezocht worden na afspraak met NABU Aachen-Stadt.