Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Sint Jansberg.

    

            Helbeek op de Sint-Jansberg.                                      Het Groene water met veel Dubbelloof erlangs..

De Sint-Jansberg is een deel van de stuwwal ten zuiden van Nijmegen. Deze stuwwal werd gevormd tijdens het Salien (). De stuwwal is bebost met loof- en naaldbossen. De naaldbossen, meestal met Japanse lariks (Larix kaempferi), Grove den (Pinus sylvestris), Dougglasspar () of Fijnspar (Picea abies) zijn na de Tweede Wereldoorlog aangeplant. Enerzijds omdat het oorspronkelijke bos door het oorlogsgeweld verdwenen was en anderzijds omdat er behoefte aan naaldhout bestond dat gebruikt kon worden voor stutten in de Zuid-Limburgse steenkolenmijnen. In 2001 en 2003 heeft Natuurmonumenten, beheerder van het gebied, grote stukken met naaldbos laten kappen. Op de kapvlaktes die zijn ontstaan groeien nu vaak Ruwe berken (Betula pendula) en Adelaarsvarens (Pteridium aquilinum). Ook zijn er loofbossen te vinden, deze bestaan grotendeels uit bossen met Beuk (Fagus sylvatica). Omdat de kronendaken van de Beuken dicht aaneensluiten valt er nauwelijks nog licht op de bosbodem en is er in de beukenbossen dus slechts een karige bodemvegetatie aanwezig. In het gebied liggen twee brongebieden. Aan de westkant het Groene water. Midden in het bos, ongeveer halverwege de helling, ligt een grote bronvijver. Van hieruit stroomt het water in twee stroompjes verder langs de helling naar onder. Verreweg het meeste water wordt weggeleidt naar de Bovenste plasmolen onderaan de helling. Een klein deel van het water stroomt door een meer natuurlijker beekje door een broekbos met Zwarte els (Alnus glutinosa), Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmeteia), Holpijp (Equisetum fluviatile) enz.

     

Helbeek.

Aan de oostkant van de Sint-Jansberg ontspringt de Helbeek in de zogenaamde Helkuil. Dit is een dal in de beukenbossen met een zeer natte ondergrond. Het moerasgebied ligt ingeklemd tussen heuvels die met Beuken (Fagus sylvatica) zijn begroeid. In de Helkuil bestaat de boomlaag uit Zwarte elzen (Alnus glutinosa). In de ondergroei staat veel Reuzenpaardenstaart (Equisetum telmeteia) in heel dichte velden. Verder staat er Bosveldkers (Cardamine flexuosa), Pinksterbloem (Cardamine pratensis), Gelderse roos (Viburnum opulus), Aalbes (Ribes rubrum), Gewone wederik (Lysimachia vulgaris), Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium) en Moeraszegge (Carex acutiformis).
Ook groeien er diverse soorten varens met als topper Koningsvaren (Osmunda regalis), maar ook Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina) en Brede stekelvaren (Dryopteris dilatata)
Ook de Helbeek wordt naar de Bovenste plasmolen geleidt. Een smalle ondiepe stroom loopt aan de voet van de helling parallel aan het reliëf. Langs dit stroompje groeit veel Dubbelloof (Blechnum spicant). Achter de Bovenste plasmolen ligt een kleine stuwvijver waar vaak de IJsvogel (Alcedo atthis) te zien is.
Langs de holle wegen in het bovenste deel van de Sint-Jansberg groeit Ruige veldbies (Luzula pillosa) en Grote veldbies (Luzula sylvatica).