Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













NSG Dortebachtal.



Ligging: Kreis Cochem-Zell, nabij Klotten.

Onder bescherming sinds: 1930.

Oppervlakte: 35 hectare.

Hoogteligging: 140-300 meter boven N.N. .

Algemeen.

Het Dortebachtal is een van de zijdalen van de Moezel. Het is een diep ingesneden V-vormig dal dat van de hoogvlakte van de Zuid-Eifel op 320 meter hoogte naar beneden stort tot het niveau van de Moezel op 80 meter. Het toegankelijke deel is eigenlijk slechts 800 meter lang en eindigt bij een kleine, maar fraaie waterval. Het gebied kent grote tegenstellingen, kurkdroge en hete hellingen, maar ook vochtige en koele bossen op de dalbodem. Daardoor is het rijk aan een groot scala aan planten en dieren.

Geologie.

De Dortebach heeft een diep V-vormig dal uitgesneden in de leistenen uit het Onder-Devoon. De zandsteen-, kwartsiet en leisteenlagen in het gebied dalen van noord-oost naar zuid-west. Ze stammen uit het Onder-Devoon en om precies te zijn uit de Beneden-Ulmen-fase. De stenen zijn vaak tot schiefer vervormt ten gevolge van de grote druk erop. Hierdoor ontstaan de smalle breukvlakken waar het dal van de Dortebach met dat van de Moezel samenkomt.

Flora.


          
Geelster (Gagea bohemica ssp. saxatilis). Vuurwerkplant (Dictamnus albus). Brilkruid (Biscutella laevigata).

Op de hellingen straalt de zon vaak urenlang loodrecht naar onder en laat de temperaturen tot grote hoogte oplopen. De plantenwereld is hierop ingesteld en kent vele warmteminnende soorten. Veel planten hebben zich door speciale voorzieningen aangepast aan het hete klimaat. Zo groeien er enkele soorten vetkruid, zoals Sierlijk vetkruid (Sedum forsterianum), Wit vetkruid (Sedum album) en Huislook (Sempervivum tectorum var. rhenanum). Ook de Spaanse zuring (Rumex scutatus) groeit op de hete rotsen. Andere planten proberen de warmte te ontvluchten door vroeg in het jaar te bloeien. De zeldzame geelster (Gagea bohemica ssp. saxatilis) bloeit soms al in februari !
In het vroege voorjaar zien de rotsen geel van het Brilkruid (Biscutella laevigata)
In de bossen bloeien in het voorjaar honderden Bosanemonen (Anemone nemorosa) en Gele anemonen (Anemone ranunculoides). Tussen de mossen groeit Paarbladig goudveil (Chrysosplenium oppositifolium). Op de bosbodem groeit Rood peperboompje (Daphne mezereum), Bolletjeskers (Cardamine bulbifera) en Vingerhelmbloem (Corydalis solida). Later in het jaar vinden we hier Glanzige ooievaarsbek (Geranium lucidum) en Bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum).


                  
Franse esdoorn (Acer monspessulanum) Bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum). Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum).

Een bijzonderheid is de Zuid-Europese Franse esdoorn (Acer monspessulanum). Op de rotsen groeit in de nazomer Wilde averuit (Artemisia campestris ssp. lednicensis) en Kalkaster (Aster linosyris).
Langs het beekje groeien vele bijzondere varens, waaronder Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum), een bijzondere ondersoort van de Eikvaren (Polypodium interjectum), Zwartsteelvaren (Asplenium adiantum-nigrum) en Noordse streepvaren (Asplenium septentrionale).

Fauna.


                   

Grote vos (Nymphalis polychloros). Gladde slang (Coronilla austriaca).

In het gebied komen vele bijzondere diersoorten voor. Uit de groep van de reptielen zijn dit onder meer de Muurhagedis (Podarcis muralis), Smaragdhagedis (Lacerta viridis) en Gladde slang (Coronilla austriaca). Als bijzondere broedvogel is hier de Grijze gors (Emberiza cia) te vinden. Uit de vlinderwereld moet onder meer de Kleine ijsvogelvlinder (Limentis camilla), de Koningspage (Iphiclides podalirius) en de Apollovlinder (Parnassius apollo) genoemd worden.

Onderweg in het gebied.

Het gebied is te bereiken door vanaf Klotten de Moezel stroomafwaarts te volgen. Circa 1 kilometer buiten Klotten voert een wandelpad onder het spoor door. Dit is het begin van het 800 meter lange pad tot aan de waterval. Daar stopt de wandeling. De geoefende wandelaar kan het steile pad dat de helling omhoog zigzagt volgen en proberen op een andere plek weer naar onder te komen, hetgeen niet eenvoudig is.


     ´    

Tijd.

Het Dortebachtal is eigenlijk het hele jaar door mooi. In het vroege voorjaar staat op de rotsen de zeldzame Geelster in bloei. Eind maart kleuren de voorjaarsbloeiers de dalbodem en in de hete zomer is het een paradijs voor vlinderliefhebbers. In de nazomer bloeit dan weer de Herfstaster.
Een bezoek aan het gebied duurt circa 1,5 uur.