Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













NSG Broichbachtal.

     

Ligging: Kreis Aachen, gemeente Herzogenrath, tussen Herzogenrath en Alsdorf.

Onder bescherming sinds: 1976.

Oppervlakte: 20 hectare.

Hoogteligging: 110- 125 meter boven NN.

Algemeen.

Het dal van de Broicher Bach vormt een smalle strook natuur temidden van enkele bevolkingsconcentraties. Langs de grotendeels gekanaliseerde Broichbach liggen enkele kleine natuurreservaten.
In het dal lagen in het verleden diverse watermolens. De meesten daarvan zijn tegenwoordig verdwenen, maar het grote stuwmeer aan de westkant en de Broicher Weiher zijn nog overblijfselen van een tijdperk waarin waterkracht nog van groot belang was. Ook ligt in het dal Slot Ottenfeld, een groot landhuis.
Het NSG Broichbachtal bestaat uit de volgende deelgebieden:

  • NSG Unteres Broichbachtal südlich Noppenberg, dit is een gebied met elzen- en wilgenbroekbossen en rietvelden.
  • NSG Mittleres Broichbachtal zwischen Broicher Siedlung und Ofden, dit omvat het gebied Ruhezone im Broichtal, de broekbossen langs de beek en enkele grotere vijvers, waaronder de Broicher Weiher.
  • NSG Quellgebiet Broicher Bach mit Schwalbennistwand westlich Broicher Siedlung, nördlich Broich. Dit is het brongebied van de beek dat gekenmerkt wordt door weilanden met heggen en populierenbosjes.
  • NSG Nordwestlich Ofden, waar een kolonie Blauwe reigers te vinden is.

Flora.

In het dal van de Broicher Bach groeien uitgestrekte broekbossen. Deze bestaan uit elzenbroekbossen en wilgenbroekbossen. In de elzenbroeken is in het voorjaar de Bittere veldkers (Cardamine amara) te vinden. Op de kale, voedselrijke slibplaten in enkele plassen in het gebied Ruhezone Broichbach, stroomopwaarts van het dierenpark, groeide in het verleden vaak massaal Moerasandijvie (Senecio congestus). De oevers van deze plassen zijn begroeid met Lisdodde (Typha sp.). Langs de beek groeit Geoord helmkruid (Scrophularia auriculata) en Gevleugeld helmkruid (Scrophularia umbrosa). In totaal zijn in het gebied circa 270 soorten planten vastgesteld.
In het dal liggen diverse vochtige weiden met zegges en andere grasachtigen. Hier groeien onder meer grote horsten van Pluimzegge (Carex paniculata). Ook groeit er Moeraszegge (Carex acutiformis) en Pitrus (Juncus effusus). In de zomer zijn hier ook de witte pluimen van Moerasspirea (Filipendula ulmaria) te zien.
Op de dalhellingen liggen bossen, welke deels aangeplant, deels natuurlijk van karakter zijn. De aangeplante bossen bestaan vaak uit monoculturen van zowel loof- als naaldbomen. Vertegenwoordigd zijn onder meer Fijnspar (Picea abies), Lariks (Larix dedicua) en Amerikaanse eik (Quercus rubra). De natuurlijke bossen zijn gemengde bossen met Beuk (Fagus sylvatica), Haagbeuk (Coryllus avellana), Zoete kers (Prunus avium) en Zomereik (Quercus robur).

Fauna.

Regelmatig is in de broekbossen in het dal van de Broicher Bach de roep van de Zwarte specht (Dryocopus martius) te horen. Langs de oevers van de plassen verstopt de Waterral (Rallus aquaticus) zich in het riet. Door luid roepen verraadt hij zich, maar zien laat hij zich hoogst zelden. In de rietvelden en struwelen leven Rietgors (Emberiza schoeniclus), Kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus) en Bosrietzanger (Acrocephalus palustris).
Op het stuwmeer aan de westkant van het gebied zijn regelmatig grote groepen watervogels te vinden. Hier treffen we onder meer Kuifeend (Aythya fuligula), Tafeleend (Aythya ferina), Krakeend (Anas strepera), Dodaars (Tachybaptus ruficollis), Fuut (Podiceps cristatus) en Canadese gans (Branta canadensis) aan. Dit geldt met name voor de wintermaanden. Verder zijn de zwanen vertegenwoordigd met Knobbelzwaan (Cygnus olor) en Zwarte zwaan (Cygnus atratus). Ook groepen Aalscholvers (Phalacrocorax carbo) zijn regelmatige gasten. Natuurlijk leven er ook Meerkoeten (Fulica atra) en Waterhoenders (Gallinula chloropus). Af en toe kan hier de Beverrat (Myocastor coypus) gezien worden, die zich voedt met plantaardig materiaal dat hij in en langs het water vindt.
Op de kleinere plassen verzamelen zich 's winters groepen Wintertalingen (Anas crecca). Langs de beek en op de plassen leeft de IJsvogel (Alcedo atthis). De open gebieden, bestaande uit akkers en weilanden zijn het leefgebied van Hazen (Lepus europaeus) en Fazanten (Phasianus colchicus). Nabij Niederbardenberg, In Ruif en Slot Ottenfeld staan nog enkele hoogstamboomgaarden met vele oude bomen, die ideale nestplaatsen vormen voor Steenuilen (Athena nocturna). Ook de Groene specht (Picis viridis) is hier regelmatig waar te nemen. Met zijn golvende vlucht en zijn karakteristieke roep is hij een aanwinst voor de omgeving.
In de bossen leven groepjes Reeën (Capreolus capreolus), die in de ochtend- en de avondschemering langs de bosrand grazen. Ook huizen er Boomklevers (Sitta europaea), Boomkruipers (Certhia brachydactyla), diverse soorten mezen en spechten. De Bosuil (Strix aluco) broedt in nestkasten en holle bomen en verraadt zijn aanwezigheid door zijn karakteristieke roep die al vroeg in het jaar, vaak al aan het eind van de winter, te horen is.
In het Tierpark Alsdorf is een broedkolonie van Blauwe reigers (Ardea cinerea) te vinden, deze hebben hun nesten in een sparrenbosje en zijn daardoor moeilijk te zien. Wel verraden ze hun aanwezigheid met hun geluid.
Doordat de waterkwaliteit van de Broicher Bach is verbeterd, kunnen er ook weer zeldzame libellen leven. Zo is in 2009 de bijzondere Bronlibel (Cordulegaster boltonii) hier waargenomen. Ook de Bosbeekjuffer (Caleopteryx virgo) vliegt langs de Broicher Bach.

Onderweg in het gebied.

     

Het Broichtal is een smal,langgerekt beekdal. Men kan het eenvoudig verkennen door vanaf het centrum van Herzogenrath in oostelijke richting te lopen. Men kan op diverse plekken aan de andere oever van de beek terugkeren.

Tijd.

Het gebied is het hele jaar door de moeite waard. In de winter vanwege de vele watervogels op het stuwmeer aan de westkant. In de lente omdat de vogels dan optimaal zingen en de Bittere veldkers (Cardamine amara) dan bloeit.