Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Blauwe druifjes (Muscari botryoides).

     

Blauwe druifjes (Muscaria botryoides) zijn bolgeofyten die tien tot dertig centimeter hoog kunnen worden. Ze bloeien van april tot mei in droge kalkgraslanden, in open bossen en in braakland. De twee tot vier bladeren zijn meestal korter dan de bloeiwijze. Ze zijn drie tot acht millimeter breed en het bovenste gedeelte is verbreed. De bladeren zijn nagenoeg vlak of ietwat gootvormig. De bloeiwijze bestaat uit kleine blauwe, dicht op elkaar gepakte urntjes op een circa 10 cm lang steeltje. Aan de onderkant van de urntjes zitten witte tandjes die de invliegopening van de bloem voor bestuivers als hommels, honingbijen en wilde bijen, markeren. De licht of helderblauwe bloemen zijn vrijwel reukloos en staan in een tros aan de stengel. Bovenin zit een klein aantal onvruchtbare bloemen die iets kleiner en vaak lichter van kleur zijn en die met enige fantasie aan een tros druiven doet denken. Onder de steriele bloemen staan urnvormige fertiele bloemen met een lengte van 4 tot 5 millimeter en naar achteren omgekromde tanden. Een bol kan één tot twee bloeistengels hebben. Blauwe druifjes groeien op zonnige en licht beschaduwde plekken in grasland en loofbossen. Waarschijnlijk is deze soort in de Ardennen alleen in de omgeving van Han-sur-Lesse echt inheems, waar ze groeit in droge kalkgraslanden. Haar oorspronkelijke areaal omvat Centraal-Europa en Zuidoost-Europa met uitlopers tot in het noordwesten van Frankrijk, Sicilië en het Balkanschiereiland. Sinds 1576 worden Blauwe druifjes als sierplant gekweekt. In 1825 beschreef Van Hall ze al als voorkomend in de bossen bij Leiden. De aanwezigheid van Blauwe druifjes in een gebied zou in Nederland kunnen wijzen op de vroegere aanwezigheid van kastelen of kloosters.
De Latijnse naam komt van het woord muscus, vanwege de muskusachtige geur van de bloemen van sommige soorten. Het Griekse botryoides betekent druiventros.