Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Grottenspin.

De Grottenspin, officieel Grotwielspin (Meta menardi) genoemd, is een spinnensoort die in onderaardse ruimtes kan worden aangetroffen. De Grotwielspin komt voor in de Zuid-Limburgse kalksteengroeves, in de leisteengroeves in de Eifel, zoals in het dal van de Erkensruhr, in de kalkgrotten in de Kalkeifel, waaronder de Kartsteinhöhle en ook in kelders zoals bijvoorbeeld bij de Eyneburg. Van nature komt ze voor van Scandinavie tot Noord-Afrika en oostwaarts tot inKorea.
De Grotwielspin is vrij kieskeurig wat betreft haar leefgebied. Ze zoekt precies het juiste microklimaat op. Dat betekent dat er geen tocht mag zijn en dat de luchtvochtigheid niet te hoog, maar ook niet te laag, mag zijn. Verder zit ze graag in de ingangspartij van de grotten en groeves. Kleine gangen hebben de voorkeur want daar is meer voedsel te vergaren.Wel zit ze zo diep in de grotten dat ze in de totale duisternis leeft. Ze is ook fotofobisch (lichtschuw) en gaat op de loop zo gauw er op haar geschenen wordt. Ze gaat echter maar zover dat er wel nog genoeg prooien zijn. De prooidieren zijn kevers, schietmotten, vliegen, muggen, andere spinnen, vlinders, pissebedden en blinde bijen. Zelfs slakken en miljoenpoten worden niet versmaad. Het web is vrij eenvoudig en valt doorgaans nauwelijks op. Prooien worden er hoogstens door tegengehouden, maar zeker niet gevangen. Het web bereikt een diameter van maximaal 30 centimeter, afhankelijk van de grootte van de spin. Het is vaak niet erg dicht, met in het midden zelfs een opening.
De Grotwielspin is vrij groot en heeft bruine, gele en rode kleuren. Ze heeft lange zwart-roodbruin geblokte poten die eindigen in een lange stekel. Met gestrekte poten is ze wel vijf centimeter lang. Hierbij moet wel gezegd worden dat de vrouwtjes wel groter zijn dan de mannetjes. De vrouwtjes kunnen een leeftijd van drie jaar bereiken. Opvallend is haar grote eicocon. De eitjes worden in juli en augustus gelegd en daarnaomhuld met een peervormige eicocon van twee centimeter lengte. Deze wordt dan aan een dubbelgeweven zijden draad aan het plafond bevestigd. Het vrouwtje zit doorgaans vlakbij de cocon en bewaakt haar. Vaak zit zeer bovenop of hangt ze aan de zijkant ervan. De juvenielen komen in de herfst of in de winter uit het ei en ontwikkelen zich in de loop van twee jaar tot volwassen spin. De Grotwielspin leeft vaak in hoge dichtheden, tenminste als het voedselaanbod dat toelaat.