Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Mergellandschaap.
     

Het typische schapenras van Zuid-Limburg is het Mergellandschaap. De lokale naam van het dier is Kötsjaop (kuddeschaap), maar deze naam wordt om verschillende redenen niet meer veel gebezigd.
De dieren werden gefokt omwille van de wol en van het vlees. Daarnaast leverden de dieren mest waarmee het land bemest kon worden. De mest werd ´s nachts opgevangen en met stro gemengd op de akkers gegooid.
Het Mergellandschaap wordt vaak tot de groep van heideschapen gerekend. Genetisch staan ze hier echter ver van af. Deze dieren zijn doorgaans vrij slank en hebben een lange, golvende vacht en dunne poten. In tegenstelling tot veel andere schapenrassen is de wol dus niet krullend. Over de rug loopt een scheiding in de wol. De kop is vrij lang en smal met een gebogen neus. De kop is kaal en hoorns ontbreken. Op de kop en de poten staan vaak bruine of zwarte vlekken. In tegenstelling tot de echte heideschapen zijn de Mergellanders vrij fors. Volwassen ooien hebben een schofthoogte van circa 70 centimeter.
De vacht loopt door tot op de nogal lange staart met aan het einde een krul. De wol is wit tot geel van kleur, soms komen ook zwarte dieren voor. Soms is bij oudere dieren een dikke wolkraag in de nek aanwezig, die zou dienen als bescherming tegen wolvenbeten. Lammeren hebben een kenmerkende bruine vlek in de nek en een bruine staart, dit is typisch voor dit ras.
De oorsprong van het ras is onduidelijk. De bloedlijnen lopen tot ver in voormalig Joegoslavië. Waarschijnlijk is het ras uit verschillende rassen ontstaan. De diversiteit in tekening van de dieren wijst hier ook op. Het Mergellandschaap was vroeger het algemene schapenras tussen Roermond en Luik. Het dreigde echter te verdwijnen nadat de beweiding van de gemeenschappelijke gronden in Limburg stopte. De dieren werden ook gekruisd met andere rassen zoals Texelaars en Kempische heideschapen.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw waren er nog maar twintig over. Deze liepen in het Gerendal op de kalkgraslanden. Het ras werd door bioloog Henk Hillegers gered. Hij zocht in 1971 contact met Sjang Brouwers, de laatste herder die het ras nog had gehad. Aan de hand van diens kennis en met behulp van fotos werd een beschrijving van het ras gemaakt. Daarmee werd op zoek gegaan naar andere Mergellanders. Ze bleken nog aanwezig in een kudde Kempische heideschapen en bij enkele schapenhouders in Zuid-Limburg. In 1978 waren er nog circa 50 dieren over. Deze waren echter weinig uniform.
Om het ras van de ondergang te redden werd in 1979 de vereniging `Oos Mergelland Sjaop` opgericht. Na het instellen van stamboek kon de fok beginnen. De eerste kudde werd in 1981 in het Gerendal geplaatst. Het stamboek omvat inmiddels weer circa 1500 dieren. De dieren worden momenteel weer veel ingezet voor de beweiding van kalkgraslanden in natuurreservaten. Zo bestaan er kuddes in het Gerendal, op de Sint-Pietersberg en op de Bemelerberg.