Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Manderscheid.

De eerste vermelding van Manderscheid was in 973 genoemd in een schenkingsoorkonde van Otto II aan de aartsbisschop en keurvorst van Trier. Sinds het midden van de 12e eeuw behoorde Manderscheid tot het aartsbisdom Trier. Keurvorst Balduin van Trier verleende het plaatsje in 1332 stadsrechten. Het was de hoofdplaats van een ambt van Keurvorstelijk Trier. De wijnkelder van de keurvorsten is tegenwoordig het gemeentehuis. De burgers leefden van het maken van laken, hetgeen hier echter niet tot grote rijkdom leidde. In 1718 werd bijna het gehele plaatsje door een brand verwoest toen de bewoners net op bedevaart waren. In 1794 werd het stadje geplunderd door de Franse troepen.
Bij Manderscheid liggen twee burchtruines. Dit lijkt een vreemde zaak, twee burchten op zo´n korte afstand van elkaar, maar voor wie de achtergronden kent is het een logische zaak. Tussen de twee burchten stroomt namelijk het riviertje de Lieser, dat destijds de grens vormt tussen het gebied van de Keurvorsten van Trier en het gebied van Luxemburg.
De Oberburg ligt op een vlak gemaakte rotspunt. Ze was omgeven door een driehoekige muur en bezat een donjon met vijf verdiepingen. De donjon is nu vrij toegankelijk en van bovenaf heeft men een prachtig uitzicht op de Niederburg en op het stadje Manderscheid.
De Oberburg lag in een gebied dat de Karolingers aan het klooster van Echternach hadden geschonken en waar zij op de Niederburg voogden hadden aangesteld omdat zij zelf geen oorlog mochten voeren. Dit zorgde echter al snel voor problemen toen de voogden zich uitriepen tot heren van Manderscheid en overliepen naar Luxemburg. Zij wilden de Oberburg, die in die tijd tot het bisdom Trier behoorde, niet erkennen. De Oberburg wordt voor de eerste keer genoemd in een strijd tussen graaf Hendrik de Blinde van Namen-Luxemburg en aartsbisschop Albero van Trier die tussen 1141 en 1146 gevoerd werd. Het dorpje Obermanderscheid werd een ambt van Keurvorstelijke Trier. Het gebied van de Keurvorsten van Trier was eigenlijk helemaal ingesloten door het gebied van de grafen van Luxemburg.
In de Dertigjarige oorlog (1618-1648) werd de burcht aanzienlijk beschadigd. In 1673 werd de burcht, die toen nog in het bezit van de keurvorsten van Trier was, verwoest door de Franse troepen. In 1921 kwam de Oberburg in het bezit van de gemeente Manderscheid.
De Niederburg ligt op een rots in het dal van de Lieser. Het riviertje stroomt aan drie kanten rondom deze rots. Ook scheidt het riviertje haar van de Oberburg. De ligging in het dal had het voordeel dat men zo het verkeer in het dal kon controleren en in geval van nood zelfs het dal kon afsluiten.
In 1173 wordt de Niederburg voor het eerst gemeld in een oorkonde. Ze is het stamslot van de Heren van Manderscheid, welke hier als voogden van de abdij van Echternach het Luxemburgse gebied regeerden. De abdij had in die tijd grote delen van het gebied Bedense (het huidige Bitburg) dat ook het dorpje Niedermanderscheid omvatte, uit koninklijke handen ontvangen. Onder Wilhelm V van Manderschied werd de burcht en de verdedigingswerken verder uitgebouwd waardoor ook het dorpje Niedermanderscheid in haar bereik kwam te liggen. Tussen 1346 en 1348 werd de burcht belegerd door de troepen van Keurvorst Balduin von Trier, die haar echter niet kon innemen. In 1457 werd Dietrich III van Manderscheid door de keizer tot graaf geslagen. Hij had drie zonen, waardoor na zijn dood het gebied uiteenviel in Manderscheid-Kail, dit erfde Wilhelm, Manderscheid-Schleiden, dit erfde Cuno en Manderscheid-Blankenheim, dit erfde Johan. De Niederburg bleef in het bezit van de heren van Manderscheid-Blankenheim. Deze bewoonden haar echter niet en de burcht verviel zo steeds verder. Als laatste regeerde gravin Augusta hier voordat ze met haar familie in 1749 voor de naderende Fransse troepen naar Bohemen moest vluchten. De burcht werd daarop door de Franssen verwoest. Sinds 1899 is de burcht in het bezit van de Eifelverein en is tegen betaling te bezichtigen.