Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Luik.

     

Luik is een oude industriestad. Dat is goed te merken. Of je de vurige stede nu uit het noorden of uit het zuiden benaderd, telkens kom je langs oude staalfabrieken en steenbergen. De meeste staalfabrieken zijn inmiddels gesloten en op de eens zo zwarte steenbergen zijn groen geworden door de pionierbossen die erop zijn gaan groeien. Maar in het straatbeeld is nog steeds te zien dat het nog niet zo lang geleden in Luik gonsde van de activiteiten. Want toen Waalse arbeiders niet meer toereikend waren, werd er versterking uit Vlaanderen gehaald en toen die niet meer voldeden kwamen arbeiders uit Italië, Spanje, Griekenland, Turkije, Marokko, Tunesië, Algerije en Joegoslavië om in de mijnen en industrie te gaan werken. En al deze mensen wonen er nog steeds. In de vele straatjes ruikt het hier weer Marokkaans, daar Algerijns, daar Spaans of Italiaans. Vooral de vele nachtwinkels en islamitische slagerijen, die ook op zondag open zijn, vallen hier op.


La Batte.


     

Op de zondagse markt langs de Maas, la Batte, zie je mensen van allerlei nationaliteiten lopen. Gesluierde vrouwen, mannen in hun zondagse pak en kinderen. Sjouwend met grote zakken vol met allerlei groentes, kruiden die ze hebben gekocht. En daarom is La Batte ook een goede plek om een bezoek aan Luik mee te beginnen.
La Batte, de zondagse markt, vindt iedere zondagmorgen plaats op de oevers van de Maas. Hij strekt zich uit tussen de voetgangersbrug, La Passerelle en het museum Curtius. Nog niet zo lang geleden was het een mengeling van een antiekmarkt, rommelmarkt en een normale warenmarkt waar naast levensmiddelen ook kleding, planten, gebruiksvoorwerpen en dieren te koop waren. Deze rommelige opzet was naamgevend voor hetgeen doorgaans als luikse markt wordt betiteld. De antiek- en rommelmarkt is helaas grotendeels verdwenen omdat de antiek nu in winkels veel duurder- worden verkocht. Ook zijn er bijna geen dierenhandelaren meer. Ze zijn er overigens wel nog, de kramen waar je kippen, kalkoenen, konijnen, duiven, eenden, ganzen enz. kunt kopen, of zangvogels en andere huisdieren. Voor honden en katten moet je echter ook een winkel ingaan. Wat overgebleven is, is de algemene warenmarkt. Met goedkope kleding, specerijen, kaas, eieren, vlees en allerlei soorten groenten en fruit.

Binnenstad.


     

Wanneer je de markt hebt gezien, zoek je een plekje in een van de cafeetjes van Luik voor een lekkere kop koffie. Daarna kun je vol nieuwe energie verder door de stad. Het fraaiste gedeelte van de stad ligt tussen de Place Saint-Lambert en de Saint-Barthelemy-kerk. Hier lopen twee straten parallel aan elkaar doorheen. Dit zijn de Rue Hors Château en de Feronstree. De Saint-Barthelemy is een Romaanse kerk met een massief front. Tot enkele jaren geleden was ze van buiten grauw en waren de grote vierkante steenblokken waaruit ze gebouwd is goed zichtbaar. Nu straalt ze in een witte kleur met rode banden boven de huizen uit.
Vanaf de Rue Hors Chateau takken allerlei steegjes af, die zeker een kort bezoekje verdienen. Onder meer de Impasse de La Couronne is zeker de moeite waard. Wie het aandurft beklimt ook de honderden traptreden van de Montagne de Bueren. Bovenaan wordt u beloond met een verassend uitzicht over de stad. Vlakbij ligt het Musee de la Vie Wallonne, dat in 2009 heropend is. Dit museum verzamelt al tientallen jaren allerlei aspecten van het leven in Wallonië. Van mijnbouwtechniecken, landbouwgereedschappen, bedevaartsvlaggen, poppenkastpoppen, oude fotos tot carnavalsmaskers. De verzameling is zo divers dat iedereen er wel wat vind dat hij herkent. Anderzijds is het moeilijk om een verband tussen de verschillende delen te vinden. Het museum is gehuisvest in een oud Ursilenenklooster, de Cour des Mineurs.
Aan de Place Saint-Lambert ligt het Palais des Princes Eveques. De prinsbisschop woont er echter allang niet meer, maar binnenin getuigen nog vele prachtige zalen van vroeger tijden. Nabij het Hotel de Ville staat ook de Perron, een slanke stenen zuil die de onafhankelijkheid van de Luikenaren toonde.

Cotes du citadel.

Een heel ander aspect van Luik is te zien op de hellingen van de Citadel. Hier is het bijna niet voor te stellen dat je aan de rand van het centrum van een grote stad staat. Smalle weggetjes met tientallen trappen voeren steil bergop langs tuintjes, weilanden en boomgaarden. Je waant je soms echt in het groen. De steegjes vormen wel een heel doolhof en vaak moet je boven weer omkeren omdat je voor een muur of gesloten poort staat, maar dat is ook weer de charme van dit gebied.

Aquarium/ Musée Zoologique.

Een fraai gebouw aan de Quai Van Beneden herbergt het aquarium en het zoölogisch museum van de Luikse universiteit. Het aquarium herbergt 46 aquaria en enkele terraria waarin circa 250 soorten vissen worden getoond. Er zijn allerlei soorten uit de omgeving van Luik te zien, zoals de Beekforel, de Zalm, de Paling, de Baars, de Elrits en de Kopvoorn. In enkele aquaria zijn vissen uit het Noordzeebekken, waaronder Hondshaaien, te zien. Ook zijn er vissen uit de Zuid-Amerikaanse rivieren aanwezig, evenals de Blinde grottenvis uit Mexico. Heel fraai zijn de aquaria met koralen en de daarbij horende vissen, zoals de Driebandkoraalvis, bij kinderen ook wel bekend als "Nemo". Indrukwekkend zijn de Zwartpunthaaien die in een eigen bekken rondzwemmen.
Helemaal bovenin is het Zoölogisch Museum gehuisvest. Het is een indrukwekkende (20.000 exemplaren!), maar wel ouderwetse, verzameling van opgezette en op sterk water staande dieren. Het begint bij primitieve diersoorten, via wormen en insecten, kreeften en reptielen naar vogels en zoogdieren. Een speciale zaal toont de meeste inheemse zoogdieren en vogels van België. Daarbij ook bijzonderheden als de Renvogel. De meeste indruk maken de skeletten van enkele walvissen, waarbij je in de buik van een Gewone vinvis kunt staan. Ook bijzonder is de kop van de inmiddels uitgestorven Quaqua, een soort zebra. Datzelfde geldt voor de Tasmaanse wolf, die in 1936 uitstierf.
Het Luikse aquarium is op weekdagen van 9-17 uur en tijdens de weekends, de zomervakantie en op feestdagen van 10.30 tot 18.00 uur geopend. De entree bedraagt € 6,00 voor volwassenen en € 3,50 voor kinderen van 6-12 jaar.