Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Koekoek.

De Koekoek (Cuculus canere) is een vrij grote zangvogel. Hij bereikt ongeveer dezelfde grootte als een duif of een groot sperwermannetje. Een Koekoek wordt doorgaans 34 tot 36 centimeter lang en heeft een spanwijdte van 66 centimeter. Opvallend is de lange staart, waardoor hij in de vlucht vaak aan een Sperwer doet denken.
Koekoeken treden in twee kleurvarianten op die zowel bij het vrouwtje als bij het mannetje kunnen optreden. Bij de blauwgrijze variant is het de buik vaak lichter gekleurd dan het overige verenkleed en lopen er dwarsbanden over de borst. De vleugels zijn vaak donkerder, enigszins zwartbruin. De roodbruine variant doet enigszins denken aan een vrouwtje torenvalk. Koekoeken zijn dan rood-bruin gekleurd met witte banden op de staart. Het vrouwtje is te herkkenen aan de lichte kleur van de keel.
De Latijnse naam van de Koekoek is Cuculus canere. Cuculus wijst hier op het typische geluid dat de vogel maakt, terwijl canere het Latijnse woord voor zingen is. Het is dus de vogel die cuculus zingt. Koekoeken roepen doorgaans met een gesloten snavel. Alleen het mannetje maakt het typische koekoek-geluid. Bovendien kan hij een geiriteerd krijsen voorbrengen. Het vrouwtje brengt allerlei piepjes voort.
De Koekoek is in onze contreien een typische zomergast. De winter brengt hij diep in Afrika voor. Hij trekt dan tot Oost-Afrika, soms zelfs tot Zuid-Afrika en legt dan een afstand van 8.000 tot 12.000 kilometer af. De dieren trekken meestal over het oostelijk Middellandse zeegebied. Enkele dieren trekken ook over Spanje naar West-Afrika. De vogels uit Spanje zelf gaan blijven in Noord-Afrika overwinteren. Dat komt omdat zijn hoofdvoedsel bestaat uit allerlei soorten insecten waarbij behaarde rupsen van (nacht-) vlinders de voorkeur genieten. Hiermee heeft de Koekoek een eigen niche in het voedselaanbod gevonden. Koekoeken verschijnen in april, soms eind maart, in onze gebieden. Enkelen trekken half juni, de meesten pas in augustus weg. Enkele exemplaren blijven tot in oktober hangen.
Het meest bijzondere aan de Koekoek is natuurlijk zijn voortplanting. De Koekoek brengt zijn jongen niet zelf groot, maar laat dit over aan allerlei kleinere zangvogels. Hiervoor heeft de Koekoek allerlei trucjes ontwikkeld. Op de eerste plaats heeft hij zijn eieren zodanig aangepast dat het kleurpatroon sterk lijkt op dat van de waardvogel. De eieren zijn doorgaans wel iets groter dan die van de vaak ook kleinere zangvogel. Bovendien bedraagt de broedduur van de eieren slechts tien tot twaalf dagen, waardoor de eieren van de Koekoek eerder uitkomen dan die van de waardvogel. Als het kuiken is uitgekomen heeft het een reflex om alles wat op zijn rug terecht komt, of dat nu een ander jong of een ei is, over de nestrand te gooien. Dat is ook bitter nodig omdat de jonge Koekoek zou verhongeren als er nog andere vogels in het nest zouden zitten. Hij is immers veel groter dan hun en heeft daarom alle voedsel voor zichzelf nodig. Ondanks dat is er toch vaak nog een hoge sterfte onder de jonge Koekoeken, zelfs als ze al kunnen vliegen. Een jonge Koekoek blijft cicra twee weken in het nest en wordt vervolgens nog twee weken buiten het nest gevoerd.
Ieder vrouwtje Koekoek is gespecialiseerd op één soort waardvogel. Dit is dezelfde vogel waarbij het dier zelf ook is geboren. Bekende waaardvogels zijn Kleine karekiet, Bosrietzanger, Heggemus, diverse soorten Piepers, Roodborst, roodstaarten en kwikstaarten. Zelfs Winterkoninkjes en Geelgorzen zijn als waardvogel bekend. Een vrouwtje moet een potentiële waardvogel vaak gedurende lange tijd observeren totdat ze doorheeft wanneer het vrouwtje het nest verlaat. Vervolgens moet zij snel haar ei leggen. Het ei ligt daarom al helemaal klaar in de eileider zodat ze het direct kan leggen. Eieren van andere vogelsoorten zouden breken als ze zo snel gelegd zouden worden. Die van de Koekoek niet, omdat ze een extra dikke schaal hebben. Een vrouwtje Koekoek legt per seizoen 22 eieren. Het legseizoen duurt twee maanden en loopt tot in juli.
Koekoeken zijn niet monogaam.De band tussen twee partners duurt doorgaans niet langer dan één dag. De einige taak van het mannetje gedurende deze periode is, naast de eigenlijke paring, erop te letten of de waardvogel niet terugkomt in de tijd dat het vrouwtje het ei legt. Doorgaans leven meerdere vrouwtjes en mannetjes in één gebied. Ze maken geen echt territorium, dus is ook typisch territoriumgedrag te zien.
Het aantal Koekoeken neemt de laatste tijd sterk af. Tussen 1995 en 2005 bedroeg de afname ongeveer 30%. Dit is onder meer het geval in de Beneluxlanden, in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Groot-Brittanië, Zweden en Estland. De afname heeft veel te maken met het afnemende aantal waardvogels. Vooral Bosrietzanger en Kleine karekiet, die de hoofdwaardvogels zijn, gaan sterk achteruit. Dit is het gevolg van het verdwijnen van moerasgebieden. In Oost-Europa zijn nog genoeg moerasgebieden over en daar is de Koekoek ook nog vrij algemeen. Een ander probleem is de klimaatverandering. Door het opwarmen van de aarde beginnen de waardvogels vroeger te broeden. Het is voor de Koekoek echter moeilijk om hierop in te spelen. Hoewel het wel al zo is dat ook de Koekoek vroeger terugkeert uit zijn overwinteringsgebieden. Koekoeken zijn meestal te vinden in vochtige, open gebieden waar veel van zijn waardvogels leven. Als de gebieden open zijn is het voor het vrouwtje eenvoudiger om de nesten van de waardvogels te ontdekken. Hoewel de gebieden open moeten zijn, moet er wel een goede structuur aanwezig zijn. Dat betekent dat goed gestructureerde kleinschalige biotopen de voorkeur hebben. Een natuurlijke vijand is de Havik.
Wereldwijd komen er ongeveer 150 soorten Koekoeken voor waarvan ongeveer 30% aan broedparasitisme doet. In Spanje en Portugal komt bijvoorbeeld de Kuifkoekoek voor. Deze legt zijn eieren in de nesten van kraaiachtigen. Hij kiest hiervoor onder meer Ekster (Pica pica) en Blauwe ekster. Omdat dit grotere vogels zijn, worden per nest ook vaak meer eieren gelegd.
De Koekoek is in heel Europa een bekende vogel. En zeker niet alleen van de Koekoeksklokken. In allerlei spreekwoorden, volksliederen en verhalen speelt het dier een rol. De Koekoek wordt gezien als een kinderbrenger. Een ander gebruik is om op je beurs te kloppen als je een Koekoek hoort, dan zou de inhoud verdubbelen. Natuurlijk wordt de Koekoek door velen ook beschouwd als een echte voorjaarsbode.