Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Kevers in oude bossen.

Oude dode eiken bieden onderdak aan allerlei zeldzame keversoorten zoals de opvallend grote Heldenbok (Cerambyx cerdo) die met een lengte tot 5 cm tot de grootste kevers van Europa behoort. Deze soort vliegt van juni tot augustus in de avondschemering rondom oude eiken. De dieren kunnen ook op de stam van de bomen worden aangetrofffen. De bomen waarin de larven leven zijn goed herkenbaar aan de grote aantallen 1,5 cm brede en zeer lange vraatgangen. Deze vallen vooral op als de schors van de bomen loslaat, maar ook als de schors er nog aan zit zijn ze te vinden. Dan verschijnen in de donkerbruine bast allerlei roodbruine gaten op regelmatige afstand.
Ook de Eikenboktor (Cerambyx scopolii) leeft in het Elbholz. Deze kever wordt 3 cm lang en is geheel zwart, met uitzondering van de punten van de antennes die een witte zweem hebben. Deze antennes zijn uitzonderlijk lang, zelfs langer dan het lichaam, met name bij de mannetjes. De larve voedt zich met het hout van eiken, wilgen en kersen en leeft twee tot drie jaar. De kevers zijn van mei tot augustus actief. De Eikenboktor is zeldzaam door het ontbreken van goede leefgebieden, het larvestadium dat enkele jaren duurt en het feit dat de dieren weinig mobiel zijn.
Het Klein vliegend hert (Dorcus paralleopipedus) wordt soms aangezien voor een vrouwtje van het Vliegend hert (Lucanus cervus). Deze kever is echter aanzienlijk kleiner, tussen 19 tot 30 millimeter, en bovendien geheel zwart van kleur. Bij het mannetje zijn de kop en het halsschild bij de mannetjes voorzien van grove en daartussen fijne puntjes waardoor deze een matte indruk maken, bij het vrouwtje glanzen het halsschild en de kop. Bovendien gaan kop en borststuk bijna ongemerkt in elkaar over en maken deze de helft van de lichaamslengte uit. De kaken zijn ook veel kleiner dan bij het Vliegend hert. Het Klein vliegend hert is een kever die voorkomt in warme loofbossen. De larves leven twee tot drie jaar in rottend hout, doorgaans in dikke liggende stammen en in stronken. Ze worden circa 6,5 cm lang. Aan het eind van de zomer verpoppen ze en nadat de kevers zijn uitgeslopen blijven ze toch nog in de verpoppingskamer wachten tot de winter voorbij is. De volwassen kevers komen in april-mei tevoorschijn en leven tot in oktober. De hoofdperiode van hun aanwezigheid loopt van mei tot augustus. Daarbij verbergen de dieren zich overdag onder stronken en komen ´s avonds tevoorschijn om dan rond te vliegen. Soms zitten ze dan op plekken waar sap uit de bomen tevoorschijn komt.