Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Ingekorven vleermuis
     

Uiterlijk.

De Ingekorven vleermuis (Myotis emarginatus) is een vrij grote vleermuis met een kop-romplengte van 41 tot 53 millimeter. De staarlengte bedraagt dan nog 38 tot 46 millimeter. De dieren hebben een spanwijdte van 220 tot 245 millimeter en wegen ongeveer zeven tot 15 gram. De dieren hebben een lange, wollige vacht. Opvallend is dat de haren op de rug vaak gebroken zijn. Daardoor is de kleurvariatie in de vacht goed zichtbaar. De haarpunten zijn roodbruin en geven de haren een rossige glans, maar aan de basis zijn de haren grijs en in het midden strogeel. De naam dankt de soort aan de knik in het oor, deze bevindt zich aan de buitenrand.


Verspreiding.

De Ingekorven vleermuis komt voor in Europa, Azië en Noord-Afrika. De noordgrens van haar verspreidingsgebied ligt op de lijn tussen Zuid-Nederland en Zuid-Polen. In Nederland komt de Ingekorven vleermuis voor in de provincies Limburg en Noord-Brabant, met het zwaartepunt in Limburg. Ingekorven vleermuis heeft in Nederland dus een beperkte verspreiding en is niet talrijk. Daarom is ze als “kwetsbaar” opgenomen in het Basisrapport Rode Lijst. In de wintertellingen worden wel jaarlijks steeds meer ingekorven vleermuizen gevonden. De aantallen lijken weer op het niveau tussen 1940 en 1950.
De Ingekorven vleermuis is een warmteminnende soort die in de kalksteengroeves in Zuid-Limburg doorgaans het meest wordt aangetroffen op de warmste plaatsen. De Ingekorven vleermuis slaapt ook het langste van de inheemse soorten, van oktober tot in april.
Kraamverblijfplaatsen zijn alleen bekend van Limburg bij Echt (Vergoossen, 1992, Verheggen, 2001). Ook werd in 2005 een kleine kraamkolonie bij Gulpen ontdekt. De Limburgse populatie vormt mogelijk een meta-populatie met de populaties in België en Duitsland die zich vlakbij de Nederlandse grens bevinden (zoals Sint Pietersvoeren, Moelingen en Wasenberg).In het najaar en in de winter zijn veel dieren te vinden in de omgeving van onderaardse kalksteengroeven Zo nu en dan worden ook dieren gevonden in bunkers in Midden-Limburg. 1950.
De twee grote Nederlandse kraamverblijfplaatsen zijn gevestigd in kloostergebouwen: de Cisterciënzerabdij Lilbosch en het voormalig Klooster Mariahoop, waarin nu het European Danda Retraitecentrum gevestigd is. De kraamverblijfplaats in Lilbosch werd ontdekt in 1983 (Vergoossen, 1992) die in Mariahoop in 2000 (Verheggen, 2001).


Levenswijze.

De dieren vliegen vrij laat uit, doorgaans ongeveer 45 minuten na zonsondergang uit en keren ongeveer 50 minuten voor zonsopkomst weer terug in hun verblijfplaatsen (Vergoossen, 2009). De dieren fourageren meestal op vijf (maximaal acht) kilometer van hun verblijfplaats. De vliegroutes lopen langs lijnvormige elementen, meestal bomenlanen, hierbij vliegen de dieren vlak onder de boomkruinen. Ingekorven vleermuizen fourageren vaak in boerenstallen waarin runderen op stal staan. In het stro leven doorgaans veel vliegen die een goede prooi voor de vleermuizen vormen. Ook jagen ze laag boven de grond, soms ook boven het water.

Literatuur.

Vergoossen, W.G. 1992. Een kraamkamer van de Ingekorven vleermuis in Midden-Limburg. Natuurhistorisch Maandblad 81(4): 66-73.
Vergoossen, W.G., L. S.G.M., Verheggen, J.R. Regelink, T. van der Meij & J.J.A. Dekker, 2009. De Ingekorven vleermuizen van Midden-Limburg, Natuurhistorisch Maandblad 98(10):
Verheggen, L., 2001. Nieuwe kolonie Ingekorven vleermuis. Zoogdier 12(2): 32-33.