Hitzacker.
Hitzacker is een klein stadje in het dal van de Elbe. Het ligt op een eiland tussen de Jeetzel en de Elbe. De Jeetzel stroomt van Salzwedel via Lüchow en Dannenberg naar Hitzacker, waar ze in de Elbe uitmondt. Hitzacker werd in 1203 voor de eerste keer in een oorkonde genoemd. Het was vroeger een overslaghaven waar producten vanaf de grotere schepen op de Elbe naar kleinere schepen op de Jeetzel werden overgeladen. Uit Hamburg kwamen ijzer, lood, kruiden, zeevis, wijn en brandewijn. Deze producten waren bestemd voor Dannenberg, Lüchow en Salswedel. Het transport over de smalle, ondiepe Jeetzel kon alleen met smalle zeilboten. Allerlei landbouwproducten, zoals vlas, linnen, bieten, aardappelen en granen waren juist bestemd voor Hamburg.
Tussen 1945 en 1989 lag Hitzacker tegen de grens van Oost-Duitsland aan. Na de overstromingen van de Elbe in 2000, 2003 en 2006 werd het stadje geheel omgeven door een hoge damwand.
In het centrum van het plaatsje staan vakwerkhuizen, waarbij de plekken tussen de balken zijn opgevuld met baksteen. Deze is hier en daar gepleisterd. De Evangelische St. Johanniskerk stamt uit 1889. De eerste kerk werd al in 1258 gebouwd. Hitzacker is ook een ooievaarsnest rijk.
Even buiten Hitzacker ligt het Landgoed Dötzingen waar Prins Claus von Amsberg op 6 september 1926 werd geboren.
Aan de rand van het centrum van Hitzacker ligt de Weinberg. Op de Weinberg stond vroeger een houten vesting. De oudste vesting stamt al uit de Slawische tijd en de meest recente heeft tot 1460 dienst gedaan. In 1296 werd een roofridder die toen in de vesting huisde verdreven. Tot 1713 lag er een wijngaard, maar deze werd door een hagelbui verwoest. Vanaf de Weinberg, waarop tegenwoordig inderdaad weer een kleine wijngaard ligt, is het uitzicht op Hitzacker en de traag stromende Elbe prachtig. Deze plek was ten tijde van de tweedeling van Duitsland een geliefde plek voor uitstapjes. Vanaf de Weinberg konden de toeristen namelijk tot ver in Oost-Duitsland kijken. Op de Weinberg groeit veel Slangenlook (Allium scorodroprasum ssp. scorodroprasum), Heksenmelk (Euphorbia esula agg.), Beemdkroon (Knautia arvensis), Gewone hoornbloem (Cerastium arvense) en Hemelsleutel (Sedum telephium).
Op de naar de Elbe steil afvallende helling staat een bos met Gladde iep (Ulmus minor), Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), Beuk (Fagus sylvatica), Es (Fraxinus excelsior) en Zomereik (Quercus robur). Bosrank (Clematis vitalba) en Klimop (Hedera helix) zijn twee kenmerkende klimplanten in het bos. In de ondergroei staat Robertskruid (Geranium robertianum), Klein springzaad (Impatiens parviflora), Muursla (Mycelis muralis), Bosandoorn (Stachys sylvatica) en Drienerfmuur (Moehringia trinervis). Een bijzondere vogelsoort is de Grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata).
Aan de voet van de Weinberg stroomt de Alte Jeetzel. Langs de oever staan veel Schietwilgen (Salix alba). Aan kruidachtigen staat er zowel Gele lis (Iris pseudacorus) als Kalmoes (Acrocorus calamus). Verder groeit er veel Rietgras (Phalaris arundinacaea). Op het water drijven Gele plomp (Nuphar lutea) en Veenwortel (Polygonum amfibium). Iets verderop groeit ook Gewone pijpbloem (Aristolochia clematis), een zeldzame, in warme en droge gebieden ingeburgerde, soort die afkomstig is uit het Middellandse zeegebied. Langs de Jeetzel vliegen Weidebeekjuffers (Caleopteryx splendens), Lantaarntjes (Ischnura elegans) en Blauwe breedscheenjuffers (Platycnemis pennipes).
In de ruige vegetatie zingt de Nachtegaal (Luscinia megarhynchos) en de Sprinkhaanzanger (Locusta naevia). De aanwezigheid van deze en andere kleine zangvogels lokt ook de Koekoek (Cuculus canorus) naar het gebied.
Kerkhof.
Het uitgestrekte kerkhof van Hitzacker ligt op een heuvel. Verspreid tussen de graven groeien diverse bijzondere planten zoals Alpenklaver (Trifolium alpestre) en Torenkruid (Arabis glabra). Op Duizendblad (Achillea millefolium) parasiteert de zeldzame Blauwe bremraap (Orobanche purpurea). Verder groeit er Vroege haver (Aira praecox),Muizenoortje (Hieracium pilosella), Schapenzuring (Rumex acetosella), Harig zenegroen (Ajuga genevensis), Engels gras (Armeria elongata), Bleke klaproos (Papaver dubium), Voorjaarsganzerik (Potentilla neumaniana), Jakobskruiskruid (Senecio jacobaea), Gewoon biggenkruid (Hypochaeris radicata), Zeepkruid (Sapponaria officinalis), Scherpe fijnstraal (Erigeron acre), Hondsviooltje (Viola canina), Viltganzerik (Potentilla argentea), Knolboterbloem (Ranunculus bulbosus), Beemdkroon (Knautia arvensis), Oostelijk kruiskruid (Senecio vernalis) en Duifkruid (Scabiosa columbaria). Opvallend is het voorkomen van twee muurplanten op een oude muur, namelijk Muurvaren (Asplenium ruta-muraria) en Muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis).
Enkele vetplanten zijn Muurpeper (Sedum acre), Zacht vetkruid (Sedum sexangulare), Wit vetkruid (Sedum album), Tripmadam (Sedum reflexum) en Hemelsleutel (Sedum telephium).