Govelin.
Govelin is een klein gehuchtje vlakbij Hitzacker aan de Elbe. Het behoort tot de in 1976 gestichte gemeente Göhrde. Govelin ligt op de Drawehn, een morene-rug langs de Elbe in het noordoosten van Niedersachsen. Govelin telt 4 boerderijen, waarvan er slechts één nog als dusdanig dienst doet, en bijna evenzovele inwoners. Het gezin Harry, Christel en Steffie Bergmann en een vrijgezel die op een andere boerderij woont.
In de Middeleeuwen werden op de Hohe Geest (de eindmorene) veel dorpen verlaten waarbij de oude nederzettingsvormen werden opgegeven. Van de huidige dorpen in dit gebied dragen er veel Slavische namen zodat ervan kan worden uitgegaan dat ze tijdens de Slavische overheersing zijn ontstaan. Het dorp Govelin (´Gouelin´) wordt voor het eerst in 1360 genoemd. Vogens etymologen gaan ervan uit dat ook de naam Govelin van Slavische oorsprong is. Het zou `Dopr van Govela` betekenen. ´Govel´ betekent ´verering´ Later werden in de buurt van Govelin diverse nederzettingen verlaten als gevolg van ziektes, brand, watergebrek of te onvruchtbare bodems. Mogelijk dat het grondgebied van Govelin hierdoor groter is dan op grond van de omvang van het dorp verwacht zou mogen worden. Rond 1450 noemt het Winsener Schatzregister drie hoeve-eigenaren in Govelin (´Ghobelin´), dit waren Heyne, Jasker en Hennecke. In 1657 worden drie hoeves in Govelin genoemd, tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) zijn hiervan echter twee verlaten. In 1790 en 1835 is het land van de overgebleven hoeves overgegaan aan Hof Barge (Hof Nr. 1). In het begin van de 19e eeuw werd in het zuidoosten van het dorp een Hirtenkate gebouwd die in 1860 verbouwd werd tot een Anbauerstelle. In 1859 bestond Govelin uit 5 woonhuizen en 10 bijgebouwen. In 1932-1933 liet dr. Gross Haus Nr. 5 bouwen. In 1955 werd bij Hof Barge (Hof Nr. 1) een ´Deputatshaus´ gebouwd. In 1978-1981 werd bij Hof Nr. 2 een vakwerkhuis met strodak gebouwd. In 1981 bestond Govelin daardoor uit 9 woonhuizen en 19 bijgebouwen.
Van oorsprong was Govelin een Rundlingsdorf waarin alle boerderijen rondom een centraal gelegen open plek lagen. Eén van de boerderijen van Govelin viel onder Hitzacker, de andere hoorden bij de Gutsherrschaft (familie Von Amsberg ??).
In de Franse tijd hoorde Govelin bij het Kanton Hitzacker dat uit 14 Communes bestond. Govelin behoorde samen met Röthen, Pussade, Dübbekold, Tollendorf, Harlingen en Grünhagen tot de Commune Göhrde.
Door problemen met de wateroverlast werd een aantal boerderijen, waaronder Hof Bergmann, in de tweede helft van de 19e eeuw echter verplaatst. De uit grote, grof bekapte stenen opgetrokken waterput is nog te herkennen onder een berk op de voormalige standplaats van Hof Bergmann. Op zijn hoogtepunt telde het dorpje Govelin 38 inwoners. De inwoners van het dorpje waren afwisselend burgemeester. Op het laatst was dat de boer van Hof Bergmann. Het bordje hangt er nog. In 1944 kreeg Govelin een aansluiting op het stroomnet. Riolering en waterleiding zijn er niet, in dat opzicht moet de eigen waterput gebruikt worden.
Hof nr. 1 is gebouwd in 1747. De oorspronkelijke Hof nr. 2 is in 1709 gebouwd, Hof nr. 3
Govelin behoort tot de Hoch-Drawehn. Met name in het westen van dit gebied zijn er vele hoogteverschillen. In het noordwesten van Govelin ligt het hoogste punt op 114 m boven NN, in het zuiden en westen op 95-100 meter boven NN. Het laagste punt ligt in het oosten langs de weg van Tollendorf naar Possade bij 33 meter boven NN. Stromend water is er niet in Govelin, wel ligt buiten de grenzen van het dorp in het zuidoosten bij Bredenbock de Harlinger Mühlenbach die bij Hitzacker in de Elbe uitmondt. In het westen ligt de Kateminer Mühlenbach.
Het landschap rondom Govelin bestaat uit akkers en bossen. Van oorsprong lagen de intensief gebruikte landbouwpercelen in een straal van circa 500 meter rondom het dorp. Deze toestand bestond al in 1776 en heeft zich tot op de dag van vandaag nauwelijks verandert. Wel zijn in het oosten van Govelin nieuwe akkers ontstaan. Op de akkers werd vroeger graszaad, aardappels, suikerbieten, rogge, haver en erwten geteeld. Tegenwoordig ligt op de arme grond de nadruk op rogge en haver. Graslanden lagen alleen direct in of naast het dorp waar de ondergrond vochtig genoeg was. De bossen bestaan uit Beuken (Fagus sylvatica), Zomereiken (Quercus robur), Ruwe berken (Betula pendula) en aangeplante percelen met Grove den (Pinus sylvestris). De bossen waren oorspronkelijk heidevelden, maar nadat de bemesting met heideplaggen gestopt was werden ze rond 1920 met bos beplant. Deze bossen staan op de slechtste bodems, met veel zand en grind erin waarin het regenwater zeer snel wegsijpelt. Opvallende landschapselementen zijn ook de eikenlanen. De Eichenallee van Govelin naar Tollendorf werd aangeplant tijdens de Verkoppelung (ruilverkaveling) van 1862.
Rondom de boerderijen werden vroeger vaak eiken geplant. Zij gebruikten veel water zodat het in de boerderij niet snel te vochtig werd. Ook was er vroeger in deze regio te weinig bouwhout en hiervoor konden de eiken natuurlijk ook goed gebruikt worden. De boerderijen zijn van oorsprong namelijk vakwerkboerderijen.
In een oude, verwaarloosde boomgaard broedt de Grauwe klauwier (Lanius collurio). Bijzonder is de `Mergelkuhle` waar kalk gehaald werd om het land te bemergelen. Later werd de kalk ook gebruikt voor de huizen- en wegenbouw.
De oudste sporen van menselijke bewoning zijn enkele grafheuvels uit de Brons- en IJzertijd. Er ligt een grafheuvel bij Posade, een ten westen van Bredebock en een in het Staatsforst Göhrde. Ook liggen er enkele Hunebedden in het bos bij Posade nabij Posade op de grens van Govelin en Harlingen. Tegenwoordig zijn hiervan nog slechts enkele resten over zoals enkele stenen en wallen. Enkele hunebedden zijn bij de ruilverkaveling in 1862 verdwenen.
Hof Bergmann.
Hof Bergmann werd, volgens de inscriptie op de balk boven de poort van de schuur, hier op 23 mei 1862 gebouwd door Johann Friedrich Bergmann en Maria Elisabeth Bergmann. Naast een bijbelse spreuk sieren ook enkele gestileerde Roggelelies het hout. Oorspronkelijk werd gedacht dat het tulpen waren, maar nadere bestudering maakt het waarschijnlijk dat veel boerderijen in het Wendland met Roggelelies zijn versierd. De oorspronkelijke hoeve lag een paar honderd meter oostwaarts langs een beekje. Omdat deze plek toch te nat bleek, werd de boerderij erna verplaatst. Een waterput herinnert nog aan de oorspronkelijke ligging. Bij de hoeve horen ook een vakwerkschuur en een grote schuur die dient voor de opslag van materiaal en landbouwwerktuigen uit 1934. Rondom de boerderij staan veel oude Zomereiken. Achter hoeve Bergmann ligt het zogenaame Deputatshaus dat in 1953 gebouwd is door Hermann Bergmann. In dit huis bevonden zich twee woningen waarin de landarbeiders woonden. De term ´deputat´ betekent dat de arbeiders in natura betaald werden. Erbij hoorde ook een varkensstal. In de boerentuin van Hof Bergman staan nuttige planten en sierplanten door elkaar heen. Een bijzondere soort is Aquilegium vulgare cv stellatum.
Een Vollhof had 100 hectare akkerland en 100 hectare bos. Een Halbhof had oorspronkelijk slechts de helft hiervan. De Hof Bergmann had oorspronkelijk zelfs slechts 25 hectare land.
Omdat de meeste inwoners zijn weggetrokken, heeft Harry Bergmann het meeste land rond Govelin opgekocht. Hij bezit nu 82 hectare akkerland en 70 hectare bos. 78 hectare akkerland wordt beheerd volgens de zogenaamde Vertragsnaturschutz. Dit betekent dat het beheer op natuurvriendelijke wijze plaatsvindt. De akkers worden niet bespoten met herbiciden, niet bemest, niet beregend en zelfs niet geoogst. Als het graan rijp is, of na de broedtijd van de Ortolaan (Emberiza hortulana), in ieder geval na 31 juli, wordt het graan met een schijfeg ondergewerkt, zodat er toch een soort bemesting is. Het ploegen gaat slechts ondiep, tot maximaal 20 centimeter diepte. Zo wordt de bodemhuishouding niet verstoord. De bovenste 30 centimeter bestaat namelijk uit humus, eronder zit het zand. Vroeger werd er wel nog dieper geploegd, omdat het idee bestond dat het goed was om de boven- en de ondergrond met elkaar te mengen. Op enkele plekken, zoals vooraan langs de Eichenallee is de bodem maar 10 centimeter dik, zodat ploegen hier nauwelijks mogelijk is.