Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Geologie van het Wurmtal.

De Worm is een rivier die in het gebied tussen Wolfsfuhrt en Herzogenrath nog een grotendeels natuurlijk karakter draagt. Ze heeft nog volop kans om te meanderen waarbij tot twee meter hoge steilwanden kunnen ontstaan. Op andere plekken ontstaan daardoor weer zandstrandjes of grindbanken.
Het Wormdal is diep ingesneden in het lösslandschap van de Jülicher Börde. De löss is afgezet aan het eind van het Pleistoceen. Het is een eolische afzetting uit de IJstijden. Dat wil zeggen dat het fijne stof in de toenmalige poolwoestijn met de wind hier naartoe is gebracht. Ook liggen er afzettingen van de Oermaas die bestaan uit zand, grind met ertussen plaatselijk leem.
Het gesteente in het Wormdal is van Boven-Carbonische oorsprong. Hier liggen de Kohlscheider en Obere Stolberger Schichten aan de oppervlakte. Deze stammen uit het vroeg- Westfalien (315 tot 295 miljoen jaar geleden). Ze bestaan uit donkere leistenen die doorsneden zijn met zandsteenbanken en steenkoollaagjes. Tussen Ath en Pumpermühle dagzomen in de oostellijke dalhelling ook de Merksteiner en Alsdorfer Schichten, eveneens uit het Westfalien, ook deze bestaan uit donkere leistenen die doorsneden zijn met zandsteenbanken en steenkoollaagjes.
Met name bijzonder zijn de plekken waar Carbonisch gesteente dagzoomt. Tussen de Adamsmühle en Wolfsfurth zijn aan de oppervlakte de afdrukken van golfribbels te zien, deze laten duidelijk zien dat hier vroeger een zee is geweest. Deze ribbels zijn gevormd in Boven- Carbonische zandsteen (290 miljoen jaar oud). Ze staan schuin rechtop. Helaas zijn deze golfribbels in de loop der tijd moedwillig vernield en is er op dit moment nauwelijks nog iets van te zien.
Nabij Teuterhof dagzomen steenkoollaagjes. Hier is de steenkolenlaag (Flöz) Senteweck ontsloten. Hier is een smalle doorgang tussen twee rotswanden van circa vier tot vijf meter hoog en twaalf meter breed te zien met in het midden een loodrechte steenkoollaag. Deze is circa 94 centimeter dik.
De steenkool schijnt echter van slechte kwaliteit te zijn. De laag is te bereiken door vanaf de brug bij Teuterhof het pad op de oostelijke oever van de Worm dat met 44 traptreden bergop gaat te nemen. Daarna staat men op de voormalige spoordam. Ongeveer 350 voorbij de trap is de ontsluiting dan te vinden.
Ten noordwesten van Pley, vlakbij de waterzuiveringsinstallatie Steinbusch zijn enkele fraaie geologische ontsluitingen te zien waar Carbonisch gesteente met daarin steenkoollaagjes dagzoomt. Hier is een 12 meter hoge, circa 20 meter brede zand- en leisteenrots te zien uit het Boven-Carboon. Tussen deze gesteentes zijn twee dunne, onregelmatige en met ander gesteente vervuilde steenkoollaagjes te zien. Ook iets verderop langs het wandelpad stroomopwaarts van de Worm zijn Carbonische gesteenten te zien met daarin steenkooldeeltjes.
De bodems in het dal bestaan op de dalbodem uit voedselrijke leembodems en hier en daar venige bodems op natte kleilenzen waar veel kwelwater omhoog komt. Op de hellingen komt het Carbonische gesteente aan de oppervlakte. Hier en daar komen kleine laagjes steenkool tevoorschijn. Deze laagjes werden vroeger afgegraven door de lokale bevolking. In de periode na het Carboon werd het gebied langzaam land en was tijdens het Perm vasteland. In de loop der miljoenen jaren werd het steeds weer met zee overdekt. In de Krijtperiode (100 tot 165 miljoen jaar geleden) werd er een laag kalksteen afgezet die nu nog te vinden is op de Lousberg.
In het Tertiair (65 tot 2,5 miljoen jaar geleden) ontstond er wederom een zee waarvan de kust vlakbij Aken liep.
Aan de bovenrand van het Wormdal, aan de oostkant ten noorden van Bardenberg en aan de westkant ten noorden van Kämpchen tot aan de Feldbiss-breuk zijn in een smalle strook Oligocene zanden uit de Grafenberger, Ratinger en Walsumer Schichten afgezet. Deze bestaan uit glauconiet houdend zand en leem met aan de basis rolstenen.
Ten noorden van de Feldbiss-breuk, die tussen Pley en Maubach het Wormdal kruist, dagzomen Miocene zanden en leemlagen. Ertussen liggen bruinkoollaagjes. Dit witte kwartszand werd aan de kust van deze Tertiaire zee afgezet en in de Nievelsteiner zandgroeves in Merkstein afgegraven. Dit zand wordt in verharde delen eveneens als zandsteen afgegraven en is circa 45 miljoen jaar oud. Deze Nievelsteiner Zandsteen is onder meer gebruikt bij de bouw van de abdijkerk van Rolduc te Kerkrade, maar werd ook aangetroffen in lokale Romeinse bouwwerken.
Langs de kust van de Miocene zee lag een deltagebied waar de dichte bossen steeds weer met sedimenten werden bedekt. Deze werden luchtdicht afgesloten en verwerden langzaam tot bruinkool. Ten westen van Nieder-Bardenberg lag vroeger de bruinkoolgroeve Maria-Theresa, deze is later gebruikt als vuilstortplaats en nu met een laag teelaarde bedekt en opnieuw beplant.