Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Geologie van de Vulkaaneifel

In de Eifel liggen twee stroken met vulkanen. Ten eerste het gebied rondom de Laacher See en daarnaast het vulkaangebied van de westelijke Eifel. Het vulkaangebied van de westelijke Eifel strekt zich uit tussen Daun, Hillesheim, Steffeln en Geroldstein.
De Vulkaaneifel is vooral bekend om zijn Maare. Een veel groter deel van het oppervlak bestaat echter uit Devonisch gesteente. Dit gesteente werd in het Onder-Devoon (400 miljoen jaar geleden) afgezet in een zee die zich over een groot deel van Europa uitstrekte. Op de zeebodem werden klei en zand afgezet die later werden omgevormd in leisteen, grauwacke, zandsteen en kwartsiet. Grauwacke is een zandsteen die niet alleen uit kwarts bestaat maar ook uit veel andere mineralen, vooral mica's als chloriet en biotiet. Een zandsteen die veel andere mineralen bevat, wordt een zogenaamde "vuile" zandsteen genoemd. Een Grauwacke bestaat uit veel verschillende mineralen doordat het dicht bij de bron van de erosieproducten is afgezet. Ze zijn dus nog niet gesorteerd door het water of de wind. De naam van het gesteente verwijst naar de kleur die het aanneemt; door de variëteit aan mineralen heeft het gesteente een grauwe, vaak groengrijze, kleur. De dieren die in deze ondiepe zee leefden kunnen we als fossielen terugvinden in de gesteentes. Bij Gemünden en Pützborn zijn langs de rand van wegen vaak in ontsluitingen resten van schelpen, trilobieten en brachiopoden te vinden.
Door de plooiingen in het Carboon (350 miljoen jaar geleden) werden de gesteentes die in het Devoon waren afgezet vervormd. Hierdoor werden de relatief zachte leistenen in laagjes gespleten. Langs de weg van Daun naar Gemünden zijn leistenen en kwartsieten te zien. Na het Carboon werd de huidige Vulkaaneifel niet meer door zee overstroomt en dus werden er geen nieuwe afzettingen op neergelegd. Wel vond er afbraak plaats waarbij het Variscische gebergte steeds meer werd geërodeerd en er tenslotte alleen nog een schiervlakte overbleef die nog maar een beetje boven de zee was verheven. Pas in de jongste geologische geschiedenis gebeurde er weer wat. Dit had twee oorzaken, ten eerste werd het gebied ongeveer één miljoen jaar geleden in zijn geheel opgeheven. Op de tweede plaats ontstond er vulkanische activiteit. De voormalige schiervlakte ligt in de buurt van Daun op ongeveer 450 tot 500 meter boven zeeniveau.
Door de snelle opheffing moesten de door het laagland meanderende beken zich opeens diep in het omhoog komende gebied insnijden. Tegenwoordig zijn de beekdalen tot wel 120 meter diep ingesneden in de hoogvlakte. Voor de wandelaar is het vaak wel raar om vast te stellen dat hij na een flinke klim niet bovenop een berg staat, maar in een relatief vlak gebied dat doorsneden wordt door dalen.
De vulkanische activiteit begon in het Tertiair (65 tot 2 miljoen jaar geleden) en duurt eigenlijk nog steeds voort. Wel geldt dat hoe ouder een vulkaan is, hoe meer ervan verdwenen is. Van de hele oude vulkanen zijn eigenlijk alleen nog de harde basaltdelen over die uit het binnenste van de aarde naar boven kwamen. Dit was het geval in vulkaankraters of bij uitstroom van lava in de Maare. Het zachtere materiaal, het tufsteen dat overbleef van de vulkanische as, is door erosie grotendeels verdwenen. De belangrijkste Tertiaire vulkanen in de westelijke Eifel liggen in een zone ongeveer tien kilometer ten oosten van Daun. Hiertoe behoren onder meer de Hohe Acht, de Nürburg en de Hochkehlberg. Verder liggen er nog vele kleine vulkanische kraters, onder meer ten oosten van Daun. In het Kwartair (2 miljoen tot 10.000 jaar geleden) ontstonden ook allerlei vulkanen. Deze zijn te vinden in een 50 kilometer lange strook die zich uitstrekt van Ormont in het zuidwesten tot Bad Bertrich aan de Moezel in het noordoosten. Hier komen allerlei vormen van vulkanische activiteit voor, variërend van vulkanen met lavastromen, tufsteenbergen tot Maare.
Met name de vulkanen die boven de schiervlakte uitsteken vallen op. Soms zijn dit bergen van tufsteen, zoals de Fuchskop bij Daun. De Hohe List ten zuidwesten van Daun bestaat uit grofkorrelige vulkanische as en vulkanische slakken. Veel vaker komen er vulkanen voor die bestaan uit tufsteen en basalt. Hiertoe behoren de Warth en de Wehrbüsch bij Daun, maar ook de Firmerich. De lava uit de Firmerich wordt in diverse steengroeven afgegraven. De burcht van Daun staat ook op een basaltkegel. De Nerother Kopf en de Riemerich die bestaan uit vulkanisch as met een lavastroom horen ook hiertoe.
De Ernstberg is de hoogste van de jonge vulkanen en de op één na hoogste berg van de Eifel met een hoogte van 698,8 meter. Aan de voet hiervan werden vanaf de Middeleeuwen tot 1930 molenstenen uit basalt gekapt. De oude onderaardse groeves kunnen nog steeds bezocht worden.
De Maare zijn de jongste vulkanische verschijnselen in Midden-Europa. In de westelijke Eifel, met name in de omgeving van Daun, liggen ruim 40 Maare. In het landschap vallen de Maare niet zo snel op, omdat ze als kegelvormige trechters in het landschap liggen en er niet bovenuit steken zoals de lavazuilen.