Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis).

     

Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis) bloeit al vroeg in het jaar, soms al vanaf december en vaak tot in maart. Het zijn bolgeofyten die in het vroege voorjaar de eerste nectarbron zijn voor vroeg actieve insecten. Sneeuwklokjes zijn waarschijnlijk niet inheems in onze streken, maar afkomstig uit Midden- en Zuidoost- Europa en Klein-Azie, hoewel de grens van het natuurlijke areaal niet met zekerheid bekend is. Ze komen westwaarts voor tot Noordwest-Spanje. Het is echter lastig om het natuurlijke areaal precies vast te leggen aangezien de soort al voor de Middeleeuwen vanuit Midden-Europa naar Nederland werd gebracht.Sinds de Middeleeuwen is Sneeuwklokje in cultuur en is als eerste voorjaarsbode een zeer geliefd object in tuinen en parken. Als eerste werd het gekweekt in kloostertuinen en verwilderde van daaruit. Reeds in de 17e eeuw werden groeiplaatsen in Nederland gemeld. In Nederland zijn de planten die in het bos aangetroffen worden vaak afkomstig van weggegooid tuinafval of staan ze op een plek waar zich in het verleden een tuin, park of wegkruis bevond. Hier houden ze vaak onbeperkt stand. Ze groeien in loofbossen en grazige plaatsen op matig vochtvasthoudende, humeuze, voedselrijke grond. Ze groeien zowel op klei, laagveen als op zand. Opvallend is dat Sneeuwklokjes bijna altijd in dichte pollen groeien. Dit komt door klistervorming. Een mooie plek met veel Sneeuwklokjes is de Schaelsberg bij Valkenburg, her en der zijn in het bos hier groepjes planten te vinden.
Sneeuwklokjes zijn zeer lage planten. De gehele plant lijkt meestal ietwat blauwgroen bestoven. De twee bladeren zijn blauwgroen berijpt en hebben een breedte van 3 tot 7 millimeter. In het begin van de bloei staan ze vlak tegen elkaar aangedrukt. De wetenschappelijke naam is afgeleid van gala (melk) en anthos (bloem). De bloeistengel draagt 1 hangende bloem die bestaat uit twee verschillende kransen. De binnenste drie bloemdekbladeren zijn omgekeerd hartvormig tot eirond en ongeveer een centimeter lang. Ze zijn wit met aan de buitenkant een V-vormige groene vlek en aan de binnenkant acht groene lengtestrepen. De buitenste drie bloemdekbladeren zijn langwerpig, geheel wit en ongeveer twee centimeter lang. De bloemen lijken wit, maar zijn feitelijk kleurloos. Luchtbelletjes tussen de verschillende bladcellen weerkaatsen het licht in verschillende richtingen waardoor de bloemen er wit uitzien. Wanneer een bloemblad echter wordt samengeknepen verdwijnt de witte kleur en wordt het blad glashelder. Bij zonnig weer staan de buitenste bloemdekbladeren geheel open. Bij regen en ´s nachts sluiten de bloemen zich. Binnen in de bloem staat de priemvormige stijl met een ongedeelde stempel.
De groene tekening op de binnenste bloemdekbladeren vormt een soort honingmerk, hoewel de meeste exemplaren in Nederland niet bestoven worden door de vroege bloeitijd wanneer er nog weinig insecten vliegen. De planten vermeerderen zich door de vorming van kleine bolletjes of door zaad, hetgeen in Nederland weinig wordt gevormd.
Vanaf april beginnen de bladeren en andere bovengrondse organen al weer te verdwijnen.
Sneeuwklokjes worden gekweekt in loofbospercelen omdat planten veel beslag op de ruimte leggen. Deze Sneeuwklokjesbossen zijn onder meer op Texel te vinden. Ook op landgoedbossen op rivierklei werden Sneeuwklokjes gekweekt. Doordat de bodem hier regelmatig overhoop werd gehaald kon in deze bossen geen normale bodemontwikkeling plaatsvinden. Dit is onder meer voor paddenstoelen slecht. Dit komt omdat ze overjarig gekweekt worden. Dit betekent dat nieuw gevormde bollen pas na een paar jaar in staat zijn om bloeistengels voort te brengen. Naast het Gewone sneeuwklokje (Galanthus nivalis) komen er ook allerlei gekweekte vormen voor in tuinen. Onder meer Galanthus nivalis cv. scharlockii, waarvan de kelkbladeren langer als de bloeiwijze zijn en aan oren doen denken. De herkomst van deze vorm is nog niet bekend, maar mogelijk is ze spontaan ontstaan in het Nahetal in Duitsland.
Binnen het geslacht Galanthus komen 18 soorten voor, die te vinden zijn van West-Europa tot Iran. Behalve Galanthus nivalis is in de handel echter eigenlijk alleen nog Groot sneeuwklokje (Galanthus elwesii) uit de Kaukasus verkrijgbaar. Enkele andere soorten Sneeuwklokjes bloeien in de herfst.

Groot sneeuwklokje (Galanthus elwesii).

Groot sneeuwklokje is afkomstig uit Zuidoost-Europa, waar het voorkomt van Joegoslavië tot West-Turkije. Hier groeit het in bossen, op rotsige plaatsen en in stenige graslanden. Het Groot sneeuwklokje werd in 1874 in Engeland als sierplant ingevoerd en in Nederland pas in 1941 voor het eerst gevonden in een buitenplaats bij Wassenaar. De soort is te herkennen aan de groen berijpte brede bladeren en de twee groene vlekken aan de voet en aan de punt op de binnenste bloemdekbladeren die door een witte band van elkaar gescheiden zijn. De bladeren kunnen een breedte van 1,5 tot 2,5 centimeter en een lengte van 30 centimeter bereiken. Het ene blad is in het andere gevouwen. De bloemen kunnen 4 centimeter hoog worden en zijn dus aanzienlijk hoger dan die van Gewoon sneeuwklokje. Ze bloeit in februari, gemiddeld een tot twee weken eerder dan het Gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis). Bladeren en bloemen verschijnen tegelijkertijd. De bloeitijd in het Middellandse zeegebied ligt tussen februari en april.

Sneeuwklokjes bekijken in Limburg.

Sneeuwklokjes zijn in Limburg zowel in het bos als in parken en tuinen aanwezig. De schijnbaar wilde populaties in bossen en langs rivieren hebben toch vrijwel zeker een antropogene oorsprong. Een mooie plek met veel Sneeuwklokjes is het Schaelsbergerbos en dan met name het wandelpad tussen Schin op Geul en Valkenburg langs de Geul. Hier staan groepjes van honderden Sneeuwklokjes bij elkaar. Ook in het aangrenzende park van Kasteel Oost zijn ze ruimschoots aanwezig.
Het park van Kasteel Bloemendaal in Vaals is ook een mooie plek voor Sneeuwklokjes.