Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













De fauna van Nationaal Park Eifel.
     

In het Nationaal Park leven ongeveer 300 tot 350 Edelherten (Cervus elaphus), waarvan er circa 140 op het gebied van Camp Vogelsang voorkomen. Daarnaast leven er circa 60 Wilde zwijnen (Sus scrofa) en 45 Reeën (Capreolus capreolus) (Petrak, 2007). De Edelherten grazen in principe op graslanden van de hoogvlakte bij Dreiborn, maar trekken om te grazen ook graag naar de bemeste weilanden en akkers rondom het dorp Dreiborn. Tijdens het gebruik als militair oefenterrein stoorden de dieren zich niet of nauwelijks aan de rondrijdende troepen. Doordat de hoogvlakte nu voor bezoekers toegankelijk is, bestaat het gevaar dat de Edelherten van de hoogvlakte verjaagd worden. Ze zullen zich dan terugtrekken in de omliggende bossen, waardoor hieraan schade kan optreden. De afgelopen 70 jaar is hier niet gejaagd en daardoor is er een goede balans opgetreden tussen de Edelherten, die zich bij voorkeur op de grasvlaktes ophielden, en de vegetatie van de bossen. Er kan worden gevreesd dat de ravijnbossen op de steile hellingen, die door de Edelherten normaal alleen als verbinding worden gebruikt, nu schade zullen gaan leiden door vraat aan bast en aan jonge scheuten. Hetzelfde kan worden geconstateerd op plekken waar men jonge Beuken (Fagus sylvatica) heeft aangeplant. Door de bezoekerstromen te sturen kan de schade aan de bossen beperkt worden en kunnen de bezoekers de Edelherten in de toekomst blijven waarnemen. Een bijzonderheid is ook het voorkomen van de Wilde kat (Felis silvestris), die zich vooral terugtrekt in de dichte bossen op de Kermeter. Langs de oevers van de stuwmeren leeft de Bever (Castor fiber).
Door de aanwezigheid van oude bossen komen er diverse bijzondere spechtsoorten voor, waaronder de Zwarte specht (Dryocopus martius), Groene specht (Picus viridis), Grijskopspecht (Picus canus) en Middelste bonte specht (Dendrocopus medius). Deze zorgen ook voor geschikte boomholtes voor de Holenduif (Columba oenas) en allerlei soorten vleermuizen. In het Nationaal Park leeft een aantal dag- en nachtroofvogels waaronder Rode wouw (Milvus milvus) en Zwarte wouw (Milvus migrans) en Oehoe (Bubo bubo). Langs de oever van de stuwmeren leeft de IJsvogel (Alcedo athis). In stille bossen nestelt de schuwe Zwarte ooievaar (Ciconia nigra).
Opvallend is het voorkomen van bijzondere reptielen zoals de Muurhagedis (Podarcis muralis), Gladde slang (Coronella austriaca) en Ringslang (Natrix natrix) langs de oevers van de stuwmeren. Deze zitten vooral op onbegroeide rotsen. Op zonnige, stenige hellingen langs de Urftsee is soms de roep van de Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans) te horen. In vochtige dalen leeft de Vuursalamander (Salamandra salamandra). De Wrattenbijter (Decticus verrucivorus) en de Gouden sprinkhaan (Chrysocraon dispar) leven in kortgrazige vegetaties op de hoogvlakte van Dreiborn.