Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Dreilägerbachtalsperre.

De Dreilägertalsperre bij Roetgen is de oudste stuwdam in de Kreis Aken. Hij werd tussen 1909 en 1911 gebouwd. De Dreilägerbach vloeit direct voorbij de stuwdam in de Vicht, welke bij Stolberg in de Inde stroomt.
Dit stuwmeer maakt onderdeel uit van het netwerk van stuwmeren waarmee Aken en de omliggende plaatsen van drinkwater worden voorzien. De behoefte aan schoon drinkwater werd in het begin van de 20e eeuw steeds groter omdat de kwaliteit van het water uit de dorpspompen begon na te laten en veel bronnen door de mijnbouw opdroogden. Daarop werd besloten om oppervlaktewater als drinkwater te gaan gebruiken.
Bij het stuwmeer hoort een drinkwaterzuiveringsinstallatie. Deze ligt aan de voet ervan en werd in 2005 gerenoveerd. Door zijn hoge ligging kan het water door het natuurlijke verval direct naar de huishoudens stromen.
Het gebied waaruit het stuwmeer van nature haar water betrok heeft een oppervlak van 10,95 km2. Door de aanleg van de Schleebachgraben in 1918 en van de Hasselbachgraben in 1920 werd het gebied vergroot tot 22,93 km2. Toch bleek dit niet voldoende. Daarom werd in 1934-1935 het nabijgelegen stuwmeer van de Kall, de Kalltalsperre, gebouwd. Deze dam is door middel van een onderaardse dam, de Kallstollen, met de Dreilägerbachtalsperre verbonden. In 1950 bleek reeds dat ook dit niet voldoende was om de hele Kreis Aken van water te voorzien. Daarom werd het water van de Rurtalsperre via de Rurüberleitung naar de Kalltalsperre en vandaar naar de Dreilägerbachtalsperre gepompt. Vanaf hier wordt nu de hele Kreis Aachen van drinkwater voorzien. Doordat het stuwmeer hoger ligt dan haar afzetgebied, staat het water vanzelf onder druk.
De stuwdam werd tussen 1909 en 1911 gebouwd volgens het Intze-principe, ontwikkeld door Otto Intze, professor bouwconstructie aan de Technische Hochschule te Aken. Deze constructie werd voor de eerste keer toegepast in de stuwdam van de Urft. Het is een zogenaamde gewichtsstuwdam die opgebouwd is uit gestampt beton. Ze is in een halve cirkel gebouwd en heeft een lente van 240 meter. De dikte van de top van de dam is drie meter. De grootste breedte aan de voet bedraagt 25 meter, de hoogte 33 meter. De bouw van de dam leverde in het begin nog problemen op, omdat diverse kwartsietbanken, welke met spleten zijn doorsneden, in de ondergrond liggen. Om te voorkomen dat het water hierdoor zou weglopen, werd over de gehele dalbodem een 50 centimeter dikke leemlaag gesmeerd. Het onderste deel van de stuwdam bestaat uit stampbeton en de bovenste negen meter zijn opgemetseld met breuksteen uit nabijgelegen kwartsietgroeves. De waterkant van de stuwdam is bedekte met een waterdichte laag, die onder meer bestaat uit in asfalt gedrenkte jute stof. Alleen de bovenste laag, circa 6 meter dikke laag, is gebouwd uit breukstenen van kwartsiet. De hele muur is gebouwd zonder verticale voegen, want daar zou bij teveel druk het water uit kunnen ontsnappen.
Aan de waterzijde was oorspronkelijk een pijlvormige hoop aarde gestort, de zogenaamde Inde-Keil, de bovenste helft hiervan was bedekt met een harde laag.
Als het vol is heeft het stuwmeer een oppervlak van 40 hectare. De totale inhoud van het stuwmeer bedraagt 4,28 miljoen m3. Dit water is afkomstig van de Dreilägerbach. Tevens wordt er door de kunstmatig gegraven Schleebachgraben en Hasselbachgraben water naar het meer gebracht. De hoogwateroverstort loost het water weer op de Schleebach. Er is ook een voorbekken voor 50.000 m3 water.
Het gebied waar nu het stuwmeer ligt, was vroeger bebost. Het bos werd echter gerooid om te voorkomen dat het water vol humuszuren werd.
In het meer staat een toren waardoor water uit het meer kan worden gepompt. Op de stuwdam staat ook een gebouwtje waarmee water uit het meer kan worden gepompt. Dit draagt een mansardedak en op de hoeken een versiering met blauwsteen. Aan de voet van de stuwdam stond een gelijksoortig bouwwerk. Dit verloor in de Tweede Wereldoorlog echter haar dak en is nu van een plat dak voorzien. Het gehele complex is overigens in een spaarzame Jugendstil gebouwd. Ten tijde van de bouw kostte het optrekken van het geheel 2.400.000 Reichsmark. Aan de linkerkant ligt een hoogwateroverstort.
Tussen 1990 en 1993 werd de muur gerestaureerd waarbij er een controlegang aan de waterkant werd bijgebouwd. Hierbij werd de muur ook verbreed en het volume van de muur vergroot.