Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Cannerbos.

Eigendom: Stichting Het Limburgs Landschap.
Onder bescherming sinds: 1947.
Oppervlakte:39 hectare.
Hoogteligging: 60-109 meter boven N.A.P.

          

Algemeen.

Het Cannerbos is het boscomplex op de westelijke helling van het Jekerdal. Het dankt zijn naam enerzijds aan het Belgische plaatsje Kanne en anderzijds aan Château Neercanne, beiden gelegen aan de zuidkant van het bos. Het Cannerbos is een hellingbos dat in het verleden als kasteelpark van Château Neercanne. Het werd rond 1700 verandert in een soort Sterrenbos waarvan alleen de helft van de ster gerealiseerd is. De halve ster is terug te vinden in het wapen van de bouwer van het kasteel, Baron Van Dopff. Midden in dit Sterrenbos lag een belvedère en een theehuis. Aan de tijd van het kasteelpark herinneren nog enkele oude bomen, onder meer oude eiken (Quercus sp.), iepen (Ulmus sp.), elzen (Alnus sp.) en Beuken (Fagus sylvatica), en de aanwezigheid van Taxussen (Taxus baccata) in het bos. De hoofdpaden van het Sterrenbos kwamen vroeger midden in het bos bijeen op een plek die gemarkeerd was met een obelisk. Ook waren er diverse folies aangebracht. Zo stond in de noord-westelijke hoek een huisje met de naam Temple d`Amour en was er een uitzichtpunt. Door verwaarlozing in de 19e eeuw veranderde het kasteelpark langzaam maar zeker in een normaal hellingbos waarin alleen enkele paden en oude bomen nog aan de glorie van eertijds herinneren.

Geologie.

Het Cannerbos staat bovenop de Cannerberg, die zich uitstrekt van Biesland tot de Belgische grens. De oostgrens is het Jekerdal en het droogdal van Wolder vormt de noordwestgrens. Het gesteente bestaat grotendeels uit de Formatie van Maasticht, op het plateau bedekt met een laag fijnkorrelig zand uit het Onder-Oligoceen, daarop grove zanden en grinden uit de Maas en daarop een laagje löss dat tijdens de IJstijden werd afgezet. Op de hellingen ligt alleen löss bovenop de kalksteen. De kalksteen, met name de Kalksteen van Nekum en de Kalksteen van Meerssen, dagzoomde oorspronkelijk alleen nabij Château Neercanne. Tussen de Apostelgroeve en de Belgische grens liggen in de helling van het Jekerdal enkele ingangen van onderaardse kalksteengroeves, zoals de Fallenberg, de Boschberg, de Cannerberg, de Apostelhoevegroeve en de Aardappelkelder.

In dit bos komen zoogdieren voor, waaronder de Eekhoorn (Sciurus vulgaris) en de Das (Meles meles). Zelfs de bijzondere Eikelmuis (Eliomys quercinus) is er waargenomen. In de oude bomen zitten allerlei holtes die gemaakt zijn door verschillende spechtensoorten. Zelfs de Middelste bonte specht (Dendrocopus medius) is er waargenomen. Verlaten spechtengaten worden bewoond door Holenduiven (Columba oenas) en Boomklevers (Sitta europaea).

Flora.

Het Cannerbos is een hellingbos met veel Zomereiken, Haagbeuken, Beuken en Zoete kersen, een zogenaamd eiken-haagbeukenbos. Enkele Taxussen (Taxus baccata) en oude eiken resteren van het oude kasteelpark dat rond 1700 in de vorm van een halve ster werd aangelegd. Naast de al genoemde oude bomen waaronder eiken (Quercus sp.) en Beuken (Fagus sylvatica), groeien er ook veel iepen (Ulmus sp.) en elzen (Alnus sp.) in het bos. Veel boomstammen, en ook delen van de bosbodem, zijn bedekt met Klimop (Hedera helix). Het bos is verder met name bekend vanwege zijn voorjaarsflora met Bosanemoon (Anemone nemorosa), Gevlekte aronskelk (Arum maculatum), Speenkruid (Ranunculus ficaria), Muskuskruid (Adoxa moschatellina), Donkersporig bosviooltje (Viola reichenbachiana), Voorjaarshelmbloem (Corydalis solida), Veelbloemige salemonszegel (Polygonatum multiflorum) en diverse soorten viooltjes. Ook liggen er tapijten van Bosanemoon (Anemone nemorosa). In de ondergroei staat Muurhavikskruid (Hieracium murorum), Klimop, Robertskruid (Geranium robertianum), Grote keverorchis (Listera ovata) en Gewone vlier.

Fauna.

In het Cannerbos leven Eekhoorntjes (Scuirus vulgaris). Ze zoeken met name de plekken op waar wat naaldhout groeit, aangezien hier het hele jaar door voldoende voedsel te vinden is. Enkele jaren geleden is hier ook de Eikelmuis (Eliomys quercinus) nog gevonden. Ook de Das (Meles meles) ontbreekt niet. Hij heeft zijn burcht gebouwd op de steile hellingen van het bos.
De ondergrondse kalksteengroeves in het Cannerbos, zoals de Boschberg, beter bekend als de Jezuïtengrot, de NATO-grot en de Kasteelgroeve zijn belangrijk als overwinteringsbiotoop voor vleermuizen. Er worden gemiddeld tien soorten vleermuizen aangetroffen. Diep in de groeven, op de allerwarmste plekjes hangen Ingekorven vleermuizen (Myotis emarginatus) te slapen. De Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) verkiest juist een koele slaapplek en hangt zelfs aan de buitenkant van de groeve waar het regelmatig enkele graden vriest. De overige soorten, zoals Watervleermuis (Myotis daubentoni), Baardvleermuis (Myotis mystacinus) en Franjestaart (Myotis naterreri) kiezen voor een gemiddelde temperatuur. Sporadisch wordt zelfs een Bechsteinsvleermuis (Myotis bechsteini) aangetroffen.
De onderaardse gangen, met name van de Kasteelgroeve, zijn ook het domein van de Steenmarter (Martes foina). Tot ver in de grot zijn diens sporen aan te treffen. Ze bestaan uit latrines of eieren die in de groeve gekraakt en opgepeuzeld zijn.
Zelfs de bijzondere Eikelmuis (Eliomys quercinus) is er waargenomen. In de oude bomen zitten allerlei holtes die gemaakt zijn door verschillende spechtensoorten. Zelfs de Middelste bonte specht (Dendrocopus medius) is er waargenomen. Verlaten spechtengaten worden bewoond door Holenduiven (Columba oenas) en Boomklevers (Sitta europaea).

Onderweg in het gebied.

Het gebied is goed toegankelijk. Langs de weg tussen Maastricht en Kanne takt een weg af richting Château Neercanne. Direct in de bosrand ligt een ruim parkeerterrein van waaruit u het bos via allerlei wandelpaden kunt ontdekken.

Tijd.

De beste tijd om het gebied te bezoeken is zonder meer het voorjaar als de voorjaarsbloeiers hun bloemen openenen en het zonlicht nog tot op de bosbodem doordringt. Voor een bezoek aan het gebied kunt u een tot anderhalf uur uittrekken.