Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Cambrium.

     

              Vennwacke in het Fagne Wallonne.         Kaiser Karls Bettstatt.

Het Cambrium (590-505 miljoen jaar geleden) is de oudste periode in de geschiedenis van de aarde. Ze is genoemd naar de Romeinse naam voor Noord-Wales, “Cambria”. In het Cambrium begon het leven op aarde. Hoewel er ook al uit het Precambrium primitieve levensvormen bekend zijn, begon het leven nu veel diverser te worden. Er ontstonden mosselen, Brachiopoden en andere weekdieren en in de zeeën leefden Tribolieten. Op het land was er echter in deze periode nog geen leven.
De wereld zag er in deze periode ook heel anders uit als tegenwoordig, de continenten van het huidige zuidelijk halfrond lagen dicht bij elkaar. De overige continenten, waaronder ook Midden-Europa, lagen als losse delen temidden van de oceanen. Waarschijnlijk vond in het Cambrium ook een stijging van de zeespiegel plaats. Hierbij werden de continenten overstroomt en dit zorgt er ook voor dat de meeste gesteentes uit deze periode in zee zijn ontstaan. In de Eifel en Ardennen werden in deze periode mariene afzettingen neergelegd, waaronder leisteen en zandsteen.
De jongste lagen uit het Cambrium, die dus ook bovenop liggen, heten de Revin-lagen. Ze zijn genoemd naar een plaatsje in België. Deze gesteentes, met name zwarte leistenen, zijn te vinden in de Hoge Venen en de Ardennen. Tussen de leistenen liggen ook hier en daar lagen zandsteen en kwartsiet die soms een dikte van enkele meters kunnen bereiken. Zandsteen en kwartsiet bestaan beide uit pure zandkorrels met als verschil dat de korrels in kwartsiet dichter opeen geperst zijn. De Revinlaag is in onze omgeving soms wel 2000 meter dik. Als ze verweert ontstaat er een taaie leem met een lichte kleur die het water goed vasthoudt. Door het vochtvasthoudende vermogen van deze lagen ontstond op vele plekken hoogveen. De leisteen verviel tot leem, maar de harde zandstenen en kwartsieten bleven over en zijn op allerlei plekken in het veen te vinden. Ze vormen de zogenaamde Vennwacken.
Een van de grootste Vennwacken is Kaiser Karls Bettstatt nabij Mützenich. Dit enorme rotsblok heeft een lengte van vijf meter en is twee meter breed. Ernaast ligt nog een ander, kleiner rotsblok. Door beide rotsblokken lopen opvallende witte kwartsietaders. Volgens de legende zou Keizer Karel de Grote hier na een jachtpartij een rustpauze ingelast. Of dit werkelijk zo is geweest is niet bekend, wel is duidelijk dat deze opvallende grote stenen een markant punt waren in de toen nog open veengebieden en een goed oriëntatiepunt vormden voor de reiziger.