Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Bosbeekjuffer.

De Bosbeekjuffer (Calopteryx virgo) is één van de twee inheemse juffers waarvan de mannetjes blauwe vleugels hebben. Bij de andere soort, de Weidebeekjuffer (Calopteryx splendens) zijn de vleugels voor de helft blauw, bij de Bosbeekjuffers zijn ze geheel blauw of groen. De vrouwtjes hebben olijfgroene vleugels. Een opvallend kenmerk van de twee beekjuffers is de vlinderachtige vlucht.

Biotoop.

Bosbeekjuffers leven langs meanderende beken met schoon, koud en zuurstofrijk water. De aanwezigheid van bomen langs de oever, die schaduw op het water werpen, is daarbij essentieël. Bosbeekjuffers verkiezen ouderwetse, kleinschalige landschappen met bosjes, hooilandjes en struwelen waarin de rivieren nog vrij mogen meanderen. De meandering is van belang, omdat hierdoor een grote hoeveelheid micro-habitats ontstaat. Bosbeekjuffers bewonen vooral de bovenlopen van beken.

Voortplanting.

Vanaf uitkijkposten, vaak overhangende takken of oeverplanten, verdedigen de mannetjes hun territorium. Dit heeft een lengte van ongeveer vijf meter. Terwijl andere mannetjes fel worden verjaagd, worden vrouwtjes juist verleid. De mannetjes laten zich hierbij op het water vallen en drijven dan een stukje met de stroom mee. Voor de paring lokt het mannetje het wijfje naar zijn territorium, waar de paring plaatsvind en het vrouwtje, onder begeleiding van het mannetje, haar eitjes op plantendelen onder water afzet. Waar de zon op het water schijnt, groeien de waterplanten waarop de eitjes kunnen worden afgezet. De larven leven tussen de wortels en takken in de uitgespoelde oevers en jagen op larven van muggen en eendagsvliegen of vlokreeftjes. De larven overwinteren in het water en sluipen eind mei het water uit waarna de volwassen libellen uit de larvenhuidjes sluipen. Ook de volwassen dieren hebben zonplekjes nodig om op te warmen. Tijdens de nacht of bij regenachtig weer verlaten de dieren hun territorium en rusten dan gezamenlijk op een plant of overhangende tak.

Vliegtijd.

Bosbeekjuffers zijn voornamelijk aan te treffen van begin juni tot midden juli.

Verspreiding.

Bosbeekjuffers zijn in Nederland te vinden langs de Gulp en ook wel langs de Geul. Verder zitten ze op de Meinweg. Op de Meinweg komt de Bosbeekjuffer samen met de Gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii) voor. In de Eifel en Ardennen is dit een normaal beeld. Vaak is ook de Weidebeekjuffer samen met de Bosbeekjuffer aan te treffen.
Het is niet helemaal duidelijk of de dieren langs de Gulp zwervers uit België zijn, of dat hier ook een populatie bestaat.