Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Grote kroosvaren.

Grote kroosvaren (Azolla filiculoides) is een exotische soort. Deze kleine watervaren is oorspronkelijk afkomstig uit tropisch Amerika. Ze is echter ingeburgerd in West-, Zuid-, en Midden Europa en op de Canarische eilanden. Sinds 1870 komt ze in het Boven-Rijngebied voor.
De planten zijn eenjarig. De blaadjes hebben bladen die dakpansgewijs in twee rijen zijn ingeplant. De bladeren zijn tweelobbig, waarbij de bovenste lob kruidachtig is, terwijl de onderste lob vliezig is. De sporenkapsels zitten op de onderste lob van het eerste blad van iedere tak. Er bestaan twee types sporocarpen. De microsporocarpen zijn dikker dan de megasporocarpen. Zij produceren ook meerdere sporangiën. Iedere sporangie produceert klompjes microsporen (massulae). De massulae zijn bezet met stijve haren (glochidieën) met weerhaakjes aan de top. Zo blijven ze aan elkaar haken en vormen drijvende pakketjes. De megasporocarpen hebben één megaspore en sponsweefsel dat het drijven mogelijk maakt. Dit zit als een hoedje bovenop de sporen. De gametophyt ontwikkelt zich binnenin de sporenwand. Pas vlak voor de bevruchting gaat de sporenwand open. De plantjes worden één tot tien centimeter groot en drijven op stilstaande, eutrofe wateren zoals sloten en grachten. In de holtes in de bovenste bladlob van de levende planten leven kolonies van de eencellige blauwwier Anabaena azolla. Deze nemen veel stikstof uit de lucht op dat weer vrijkomt als de planten in het najaar afsterven. Hiermee verrijken ze het water. Ze staan in dichte pakketten die het hele wateroppervlak bedekken.
Vaak groeien ze samen met kroos (Lemna sp.) of Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae) In de herfst kleuren de planten rood. De sporen zijn rijp tussen september en oktober. Ook kunnen de planten in stukken uit elkaar vallen, die elk weer tot een hele plant kunnen uitgroeien.