Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Alpenwatersalamander

     

Uiterlijk.

De Alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris) is een salamander met een amfibische leefwijze. De dieren leven een gedeelte van het jaar op het land en de rest in het water. Het land wordt voornamelijk opgezocht tijdens de overwintering. Deze vindt tussen oktober en februari-maart plaats onder steenhopen en houtstapels, maar ook in kelders en muurspleten, onder bladhopen en diverse andere soorten vorstvrije plaatsen. De dieren zijn vaak grijsachtig of groengrijs gekleurd. Volwassen mannetjes hebben een leigrijze tot zwarte rug, de vrouwtjes zijn vaak groenachtig gemarmerd. Opvallend is de geelrode tot oranje kleur van de buik, waardoor veel inwoners van Nederlands Limburg de soort als vuursalamander aanduiden. Verkeerde determinaties leiden daardoor vaak tot verkeerde vermeldingen in databestanden en in de literatuur. De flanken van de mannetjes zijn in de paartijd blauw of geelachtig en voorzien van zwarte vlekken. Dan krijgen de dieren ook een ongetande, geel-zwart geblokte kam van enkele millimeters hoog. De Alpenwatersalamander is een relatief grote watersalamander. De mannetjes worden ongeveer 9,5 centimeter lang, de vrouwtjes iets groter. Zij bereiken een lengte van 11,5 centimeter.

Biotoop.

In het buitenland is de Alpenwatersalamander een typische soort van het middelgebergte. In de Eifel is deze soort dus ook veel te vinden, evenals in de Ardennen. In Nederlands-Limburg komt de soort echter op geheel andere plekken voor. Hij leeft enerzijds op de hogere en drogere zandgronden en anderzijds in de hogere löss- en leemgebieden. Hier plant de Alpenwatersalamander zich in kleine temporaire wateren voort. Kenmerkend is dat de soort veel te vinden is in bosrijke omgeving, zowel in loof- als in gemengde bossen. De soort plant zich hier voort in bospoelen, karrensporen, bronstroompjes en langs beekjes. In de beekdalen wordt de Alpenwatersalamander gevonden in moerasbosjes en in oude rivier- en beekmeanders, maar ook in drinkpoelen. De soort heeft een afkeer van voedselarme wateren. Wel kan ze beschaduwde of ondiepe wateren goed verdragen. Vaak is ze dan ook te vinden in plassen op boswegen of in zoelplekken van Wilde zwijnen (Sus scrofa). Ook is de soort redelijk ongevoelig voor verzuring.

Verspreiding in de Euregio Maas-Rijn.

In Noordrhein-Westfalen is de Alpenwatersalamander een algemene soort van de bosrijke heuvel- en middengebergtegebieden van de Eifel en het Sauerland. Ook komt de soort voor in het grensgebied met Nederlands-Noord-Limburg tussen Siebengewald en Wellerlooi. In de Kreis Vierssen, grenzend aan de Meinweg, de Holtmühle en het Jammerdal is de Alpenwatersalamander ook algemeen te vinden. In de grensgebieden van de Kreis Heinsberg, grenzend aan de gebieden tussen Mariahoop en de Brunssummerheide, is de soort slechts zeer sporadisch te vinden. Ten noorden en ten oosten van Aken ligt een kerngebied, hetgeen aansluit op de populaties tussen Schinveld en Kerkrade.
In het Belgische grensgebied, tussen Vaals en Eupen is de soort maar op enkele geisoleerde plekken te vinden, terwijl de soort in de rest van Wallonie algemeen is. Ook in de Voerstreek, ten zuiden van Nederlands-Limburg is de Alpenwatersalamander een algemene soort.
In de Belgische Kempen is de soort algemeen, in Nationaalpark Hoge Kempen komt ze overal in hoge aantallen voor.

Verspreiding in Nederlands-Limburg.

Kerngebieden van de Alpenwatersalamander zijn de stuifzanden aan de oostzijde van de Maas, de Peel en het Zuid-Limburgse heuvelland, met name in het gebied van Geul en Gulp. Ook bij Plasmolen en Mook in de kop van Limburg is de soort te vinden.