Natuur tussen Maas en Rijn beleven!



Startpagina.
Algemene informatie over de Eifel.
Excursies en lezingen.
Deelgebieden:
-
Eifel
-Limburg
Natuurreservaten en wandelgebieden.
Geschiedenis van de Eifel.
Archeologische plekken.
Historische plaatsen.
Water in de Eifel.
Geologie van de Eifel.
Oude ambachten.
Mijnbouw & oude
industrie.
Paddenstoelen.
Wildparken & Musea.
Feesten.
Heiligen.
Wandelroutes.
Kinderwagenwandelingen.
Links.
Over ons.
Contact/Colofon.
Fotopagina´s.
Alfabetisch register
Naar de Duitstalige sites/ Zu den deutschen Seiten.













Abdij Mariawald

     



Hoog op de heuvels van de Kermeter, op een hoogte van 417 meter NN, ligt temidden van uitgestrekte bossen het klooster Mariawald.

In de tweede helft van de 15e eeuw bestond er al een processie naar het beeld van de ”Moeder der Smarten”. De strodakdekker Heinrich der Fluitter uit Heimbach plaatste aan het eind van de 15e eeuw een genadebeeld in het bos van de Kermeter. Dit beeld had hij in 1470 in Keulen op de markt gekocht en vanaf toen leefde hij als kluizenaar in het bos bij zijn beeld. Al snel ontwikkelde zich een processie naar deze eenzame plek.

In 1480 schonk de toenmalige landheer het grondstuk waar het beeld stond aan het klooster van Clairvaux. De pastoor van Heimbach kon in 1481 twaalf Cisterziënzer monniken en hun prior uit het klooster Bottenbroich (bij Bergheim) ertoe bewegen op deze plek een klooster te stichten. Dit klooster werd reeds op 4 april 1486 gewijd, de laat- gotische klooster- en bedevaartskerk in 1511. De monniken leefden volgens hun ordespreuk “Ora et Labora”, bid en werk, en brachten zo hun dagen door. Ook vingen ze in hun klooster de van heinde en verre komende pelgrims op. Reeds snel na de stichting kreeg het klooster hoog aanzien en vormde één van de belangrijkste culturele middelpunten van de noordelijke Eifel. Het werd door de bevolking al snel “Mariawald” genoemd.

Tot de Franse tijd, waarbij in 1804 het klooster werd opgeheven, bleven er processies naar Mariawald trekken. Na de opheffing van het klooster ging het Genadebeeld naar de parochiekerk van Heimbach. De 12 altaren gingen naar allerlei dorpen in de omgeving en de kostbare glas- in- lood- ramen van de kruisgang uit de 1e helft van de 16e eeuw kwamen in allerlei gebieden terecht. Zo zijn ze tegenwoordig onder meer in het Victoria- and- Albertmuseum in Londen, in de St. Stephanschurch te Norwich en in het Berliner Schloßmuseum te bewonderen. Ze stammen uit hetzelfde glasatelier als die van Klooster Steinfeld, welke ook niet meer op hun oorspronkelijke locatie aanwezig zijn. Gaandeweg vervielen de kloostergebouwen of werden ze zelfs moedwillig vernield.

In 1860 vestigden zich nieuwe monniken in het vervallen klooster, dit waren gereformeerde “Cisterziënzer van de Strenge Observatie” ofwel Trappisten uit abdij Olenberg in de Elzas. In 1875 werden ze opnieuw verdreven door de Kulturkampf, maar toch kon in 1891 de kerk gewijd worden. De in 1491 gebouwde kerk werd tussen 1887 en 1891, met behoud van de oorspronkelijke gotische vormen, herbouwd. Aan de westgevel is de gotische bouwwijze goed af te lezen. De eenschepige, kruisvormige kerk met 5 kapellen is van binnen zeer eenvoudig. In 1909 werd het klooster tot een abdij verheven. Ook ten tijde van het Derde Rijk moest het klooster het ontgelden, in 1942 werden de monniken verdreven en het klooster onteigend. In april 1945 konden de monniken in het grotendeels verwoeste klooster terugkeren en aan de herbouw beginnen. Tegenwoordig wonen er nog 14 monniken in het klooster.

Het klooster is vooral bekend als attractie voor dagjesmensen en wordt met name bezocht vanwege de heerlijke erwtensoep. Verder beschikt het complex ook over een eigen likeurfabriek, waaruit Mariawalder Klosterlikeur (35% vol) en de donkere, ietwat bittere Trappisten-Abteitropfen (32% vol) verkocht worden.

De Trappisten.


De Trappisten staan ook wel bekend als “Zisterziënzers van de strenge observatie” en leven volgens de regels die zijn opgesteld door Benedictus van Nursia (gestorven in 547 in het huidige Norcia in Italië). Deze orde ontstond uit een reformatiebeweging die begon bij de Zisterziënzerabt Armand-Jean Le Bouthillier de Rancé (+ 1700) met zijn “Règlements 1664” die het oorspronkelijke strenge leven van Citeaux herintroduceerde in het Franse klooster La Trappe. De eerste bevestiging van de Règlements volgde reeds in 1678 door Paus Innocenz XI, de tweede in 1705 door Paus Clemens XI. Hij probeerde de vroegere idealen van de orde met al hun strengheid weer nieuw leven in te blazen. Volgens hem moest het leven van de monikken in het teken van het gebed en het vereren van God staan. De orde breidde zich in het begin slechts langzaam uit, in de 18e eeuw behoorden er twee abdijen toe. Pas met de Franse Revolutie breidde de orde, door verdrijving van de monikken, zich echt uit. Zo ontstond in 1791 in Val Sainte bij Friburg het derde klooster. In 1794 vestigden zich in het Belgische Westmalle ook een aantal Trappisten. Paus Leo XIII voegde in 1892 verschillende congregaties van deze reformatiebeweging samen tot de “Orde van de gereformeerde Zisterziënzers van Onze Lieve Vrouw van La Trappe”, later “Zisterziënzers van de Strenge Observatie”. Abdij Mariawald is het enige mannelijke Trappistenklooster in Duitsland, waartoe op dit moment 24 monikken behoren.

Het dagelijks leven van de monikken.

De monikken hebben zich in eenzaamheid teruggetrokken om God te zoeken en zijn bestaan door hun manier van leven te verheerlijken. Het dagverloop is zeer streng geregeld en wordt beheerst door bidden, het lezen van de bijbel en werken. Zeven keer per dag zingt de monnik het lof. Daartussen wordt er hard gewerkt. Het dagelijkse werk is zeer veelzijdig en omvat naast het onderhouden van het kloostercomplex ook landbouwkundige werkzaamheden, het werken in de ontvangstruimte voor gasten, de boekhandel en de eigen likeurfabriek.

De dag begint reeds om 4.00 uur ’s morgens, met de 75 minuten durende Vigilien. Bij zonsopgang, omstreeks 7.15 uur, verzamelen de monikken zich weer in de kerk om in het Laudes de Schepper en Verlosser te prijzen. De hierop volgende mis om 7.45 uur is het hoogtepunt van de dag. Daartussendoor wordt nog regelmatig gebeden en gewerkt. Rond 19.30 uur luidt het Salve Regina, de nachtgroet aan Maria, de nacht in.

Gebedstijden van de monniken:

04.15 uur Vigilien Nachtlof
07.15 uur Laudes Ochtendlof
07.45 uur Heilige Mis
09.40 uur Terz Gebed in de voormiddag
10.00 uur Heilige Mis
12.00 uur Sext- Angelus Gebed midden op de dag
14.00 uur Non Gebed in de namiddag
17.10 uur Vesper en zegen Avondlof
19.30 uur Komplett Angelus Gebed voor de nachtrust “Salve Regina”